Inleiding
Het onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) richt zich van oudsher en disciplinair op sociale-en gedragswetenschappen en geesteswetenschappen. Sinds het Erasmus Medisch Centrum (MC) is verbonden aan de universiteit, is het aandachtsveld verbreed naar levens- en gezondheidswetenschappen.
Onderzoek voldoet bij de EUR aan een aantal voorwaarden. Het onderzoek is excellent, we verbinden wetenschappelijke disciplines en we verrichten interdisciplinair onderzoek. Dat laatste doet de EUR om complexe maatschappelijk vraagstukken op te lossen. We betrekken daarbij stakeholders in een vroeg stadium van voorgenomen onderzoek.
Een onderdeel van het leerproces is een evaluatie van het effect en de invloed van het onderzoek. Diverse faculteiten voeren project impact assessments uit. Dit draagt bij aan de ontwikkeling van een impact-evaluatiekader dat weer past bij de impactgedreven universiteit die de EUR is. Het onderzoek van EUR en Erasmus MC is sterk internationaal verankerd.
Actualiteit
Samenwerking met Rotterdam
Het partnerschap tussen gemeente Rotterdam en de EUR bestond in 2021 tien jaar en wordt in 2022 verlengd. In 2021 is de samenwerking in opdracht van de gemeente Rotterdam en de Erasmus Universiteit geëvalueerd. Het leidde tot een reflectie op de Rotterdamse kennisinfrastructuur die de afgelopen tien jaar is ontstaan. Het onderzoek is uitgevoerd door het project ‘Evaluating Societal Impact’ en is begeleid door een externe adviescommissie onder leiding van prof. Job Cohen. In het rapport ‘Bevlogen grenzenwerk, begrensde nabijheid’ zijn concepten en denklijnen uitgewerkt die input leveren voor het denken en leren over samenwerken met maatschappelijk partijen. Daarnaast zijn de concluderende denklijnen bedoeld voor de versterking van de organisatie en invulling van de huidige Rotterdamse kennisinfrastructuur.
De Rotterdamse kennisinfrastructuur heeft in 2021 haar betekenis getoond bij het samenbrengen van wetenschap en praktijk tijdens de COVID-19-crisis. In maart heeft het werkplaatsenfestival Kennis en Corona plaatsgevonden over de gevolgen van COVID-19 op de stad Rotterdam.
Een groot aantal EUR-onderzoekers wisselden kennis uit met gemeentelijke partners. Samen werd nagedacht over de gevolgen en betekenis van de COVID-19-crisis voor Rotterdam en het Rotterdamse beleid. Het publiek bestond uit ruim vierhonderd deelnemers, vooral beleidsambtenaren als wetenschappers.
De gemeente Rotterdam vroeg in het najaar 2021 advies aan de samenwerkingsprojecten ter voorbereiding op de nieuwe collegeperiode. Vanuit ieders kennisgebied zijn adviezen geschreven over de belangrijke toekomstige ontwikkelingen in Rotterdam. Deze adviezen zijn gebundeld in de publicatie ‘Woorden ter inspiratie voor daden’, met een voorwoord van prof. Arwin van Buuren, Academic Lead Evaluating Societal Impact. De adviezen in de bundel zijn gebruikt bij de inhoudelijke voorbereiding en het opstellen van het interne, ambtelijk document, Advies Volgend College (AVC), dat is bestemd voor het nieuwe college van B&W.
Impact
De EUR organiseert en ontwerpt onderzoek met het oog op impact. Daarbij is het van belang te luisteren naar de samenleving om betere wetenschappers te worden en betere vragen te stellen. Dit betekent vanaf het begin werken vanuit co-creatie en samenwerking over de disciplines en sectoren heen. Dit kost tijd en energie, want het vergt investeringen in relaties voor de lange termijn met maatschappelijke belanghebbenden. Veel EUR-medewerkers maken al gebruik van co-creatieve methoden, zoals proeftuinen of actieonderzoek, vaak binnen een interdisciplinair kader zoals de Erasmus-initiatieven en convergentie. Dit engagement met de samenleving blijkt ook uit de voorbeelden, verderop in dit hoofdstuk. Om onze impact naar een hoger niveau te tillen, gaan we van ideeën en aanbevelingen naar implementatie waarbij we de voorwaarden scheppen voor excellent onderzoek met maatschappelijke impact.
Hieronder schetsen we een aantal voorbeelden van de manier waarop de EUR werkt aan het scheppen van voorwaarden voor excellent onderzoek met maatschappelijke betekenis.
Design Impact Transition (DIT)
Om samenwerking en engagement te stimuleren, is in 2021 het Design Impact Transition (DIT) platform gelanceerd. DIT brengt academici, studenten, niet-academisch personeel en externe belanghebbenden samen rond complexe maatschappelijke uitdagingen. Gezamenlijk dragen ze effectiever bij aan de aanpak van complexe maatschappelijke uitdagingen.
Erkennen & waarderen
Veel beginnende onderzoekers nemen het voortouw in maatschappelijke impact door belanghebbenden te betrekken en impact te verankeren in hun onderzoeksproces. Tegelijkertijd is er behoefte aan een gemoderniseerd systeem voor het erkennen en waarderen van wetenschappelijk personeel voor het werk op het gebied van impact. Dit omvat het creëren van loopbaantrajecten met een focus op maatschappelijke impact, het erkennen van impactcompetenties en -activiteiten, het opzetten van vaardigheidstrainingen en het ontwikkelen van een nieuwe beloningsstructuur. In 2021 werd het EUR-framework voor erkennen en waarderen gepubliceerd, dat beschrijft hoe wetenschappelijk personeel dat aan impact werkt wordt erkend en gewaardeerd.
Impact evaluatie samenwerking EUR en gemeente
De EUR is een lerende organisatie. Lessen uit evaluaties maken deel uit van een voortdurende verbeteringscyclus. Samenwerkingsprocessen en zogenoemde productieve interacties staan centraal als het gaat om maatschappelijke impact. Maar wat zorgt ervoor dat de samenwerking tussen wetenschappers, beleidsmakers, professionals, politici en burgers in de praktijk succesvol is? Een antwoord is te vinden in de langdurige kennissamenwerking tussen de gemeente Rotterdam en de EUR. In 2021 is met het project Evaluating Societal Impact uitgebreid onderzoek gedaan. De algemene lessen die eruit te trekken zijn, zijn samengevat en gaan over hoe deze samenwerkingsverbanden zijn georganiseerd om impact te genereren. In dit jaarverslag is deze samenwerking uitgebreider beschreven in de paragraaf ‘actualiteit’ en zijn mooie voorbeelden opgenomen vanuit die samenwerking zoals 'Aandacht voor seksuele straatintimidatie blijft nodig' en 'Hoe versterk je de meervoudige democratie op wijkniveau in Rotterdam?'
Erasmus Initiatives
Vital Cities and Citizens (VCC)
VCC heeft drie interdisciplinaire onderzoeksprojecten gestart; ‘My City Rotterdam, Re-mapping the city en Nairobi-hub for frugal innovation’. De eerste twee zijn gericht op het verzamelen van gegevens over de uitdagingen die verschillende groepen in Rotterdam het hoofd moeten bieden, de laatste onderzoekt welke uitdagingen inwoners van Nairobi aan moeten gaan en welke innovatieve en veerkrachtige coping mechanismen men hiervoor inzet.
VCC heeft bovendien drie thema overstijgende postdoc posities gecreëerd om interdisciplinair onderzoek te stimuleren en om onze kennis ten aanzien van nieuw opkomende uitdagingen in stedelijke gebieden zoals veerkracht en diversiteit, duurzaamheid in combinatie met slimme oplossingen en een gezonde leefomgeving.
Daarnaast heeft VCC een nieuwe call ‘Open Door Call’, voor postdoc projecten gelanceerd – deze call is opengesteld voor alle faculteiten van de EUR, inclusief het Erasmus MC.
Maatschappelijke impact is het speerpunt van VCC. In de genoemde onderzoeksprojecten ‘My City Rotterdam and Re-mapping the city’, wordt het verzamelen, analyseren en interpreteren van gegevens gedaan samen met de inwoners van Rotterdam, Ngo’s en lokale initiatieven uit de Rotterdamse gemeenschap. Op deze manier ontstaat een veel beter begrip vanuit verschillende gezichtspunten over de uitdagingen van Rotterdammers. Samen met hen worden oplossingen gevonden.
Smarter Choices for Better Health (SCBH)
Tegen de achtergrond van nog een jaar waarin wereldwijd de noodzaak van het maken van slimme keuzes ten aanzien van gezondheid en gezondheidszorg pijnlijk duidelijk werd, zette het Erasmus Initiative ‘Smarter Choices for Better Health’ (SCBH) de activiteiten met veel enthousiasme voort. Enerzijds ging het om de continuering van projecten met een meerjarig karakter, zoals veldexperimenten op het terrein van preventie of de ontwikkeling van een completer instrument om de toegevoegde waarde van specifieke gezondheidszorg te kunnen vaststellen. Anderzijds waren er kortere projecten, geïnspireerd door de COVID-19-crisis. Voorbeelden zijn het vaststellen van de gezondheidsschade door het uitstellen van zorg, het ontwikkelen van een algoritme voor de beste volgorde om die uitgestelde zorg weer in te halen en het bepalen van de verdeling van de sociaaleconomische schade door de overheidsmaatregelen over de bevolking. Hoewel maatregelen zoals de lockdowns zijn bedoeld om de gezondheid van iedereen te beschermen, worden de maatschappelijke (waaronder de psychologische) kosten daarvan namelijk verre van gelijk verdeeld over de Nederlandse burgers. De meeste projecten werden en worden uitgevoerd samen met externe partners, zowel binnen als buiten de academische wereld en zowel in Nederland als daarbuiten.
SCBH bracht enkele wijzigingen aan in de structuur van het Erasmus Initiative en bereidde zich voor op de tweede fase van onderzoeksprojecten, die zullen lopen tot het einde van 2025. Voor het doorvoeren van de wijzigingen werd primair gebruik gemaakt van de aanbevelingen die een externe reviewcommissie eind 2020 had gedaan. Daarnaast is gebruik gemaakt van zelf opgedane ervaringen. De vier oorspronkelijke onderzoeksthema’s bleven bestaan, maar hun onderlinge samenhang is versterkt. De banden met externe partijen worden in de komende jaren aangehaald. Prof. Hans van Kippersluis werd de nieuwe wetenschappelijk directeur van SCBH, als opvolger van prof. Werner Brouwer.
Dynamics of Inclusive Prosperity (DoIP)
Ondanks de fysieke beperkingen door de COVID-crisis slaagde Dynamics of Inclusive Prosperity (DoIP) er in 2021 in de onderlinge contacten te versterken, het netwerk van internationale contacten uit te breiden en diverse bijeenkomsten te organiseren die bijdroegen aan de zichtbaarheid van het Erasmus Initiative en de EUR als geheel.
Een voorbeeld van de uitbreiding van externe contacten is de verdere ontwikkeling van het internationale samenwerkingsproject over meer inclusieve afvalverwerking. Dit project, ‘Towards Inclusive Circular Economy: Transnational Network for Wise-waste Cities (IWWC), is mede gefinancierd door NWO. Het project wordt onder leiding van DoIP uitgevoerd samen met de TU Delft en PBL en diverse Chinese partijen. De scope van IWWC is uitgebreid en er worden extra postdocs aangetrokken. De TU Delft was al betrokken bij het project ‘De circulaire weg’. Dat gaat over duurzame ontwikkeling van de wegeninfrastructuur. Het is opgezet en uitgevoerd met wegenbouwers. De samenwerking met de aannemers draagt bij aan de adoptie van de resultaten van het IWWC-project in een sector die zowel voor Nederland als China zeer belangrijk is. Vanzelfsprekend draagt een en ander ook bij aan de strategische convergentie tussen Erasmus MC, TU Delft en EUR die de drie instellingen nastreven.
Op 19 maart verdedigde Negar Noori als eerste DoIP-promovendus haar proefschrift over het inclusiever maken van Smart City projecten. Zij zette haar werk voor DoIP voort als postdoc en werkt ondertussen met diverse Nederlandse gemeenten samen om de aanbevelingen uit haar proefschrift te implementeren. Verder waren diverse DoIP onderzoekers betrokken bij de activiteiten in het kader van het Tinbergenjaar, dat uitmondde in de presentatie van de intellectuele biografie van Jan Tinbergen, door Erwin Dekker. Op 12 november hield DoIP- wetenschappelijk directeur prof. dr. Martin de Jong zijn inaugurele rede rond het thema Inclusive Capitalism. Ondanks de beperking van het aantal aanwezigen in de aula was het effect groot. Kort daarna, op 25 november, hield DoIP met externe partners de conferentie ‘A Call for Courageous Leadership’ waarin de noodzaak voor transformerend leiderschap vanuit verschillende gezichtspunten werd belicht. EUR-hoogleraren van diverse faculteiten leverden bijdragen, net als prominenten uit binnen- en buitenland. Onder hen Oxford-professor Colin Maier en Paul Polman, voormalig CEO van Unilever. Het hele jaar door vormden blogs en andere online communicatie voor een continue dialoog met de samenleving over actuele onderwerpen die verbonden zijn met inclusie.
Vanuit de veronderstelling dat de beperkingen van de COVID-crisis grotendeels achter ons liggen zal de dynamiek van DoIP zich in de komende jaren naar verwachting nog extra manifesteren.
Societal Impact of Ai (Ai-pact)
In 2021 is het vierde Erasmus Initiative 'Societal Impact of Ai' (AiPact) gelanceerd. Prof. Moniek Buijzen en prof. Gerrit Schipper leiden het initiatief. Zij waren verantwoordelijk voor de administratieve, academische en maatschappelijke implementatie. AiPact is opgenomen in het Erasmus Centre of Data Analytics van RSM en heeft verbindingen met alle faculteiten de Convergentie partners. In het najaar van 2021 is een team samengesteld van zeven jonge toptalenten met verschillende disciplinaire achtergronden die de maatschappelijke impact van AI onderzoeken op gebieden zoals gezondheid, werk, communicatie en kunst.
AiPact was betrokken bij meerdere aanvragen voor onderzoeksmiddelen, waaronder NWO Zwaartekracht Health & Technology flagship voorstellen waarover de besluitvorming nog niet voltooid is. Ook zijn inmiddels ELSA lab and Trustfund Grants toegekend en zijn drie al lopende NWO en ERC-projecten toegevoegd aan AiPact.
Met de publieke lancering van het intersectionele project AICON worden de krachten gebundeld van kunst, wetenschap en maatschappij. Het leidt naar verwachting tot AI-for good. De voortgang van AiPact kan gevolgd worden op de EUR website en LinkedIn @Erasmus AiPact.
Erasmus Research Services (ERS)
Erasmus Research Services (ERS) is een relatief jonge afdeling binnen EUR. Sinds de start van ERS op 1 januari 2020, wordt het dienstenportfolio gestaag opgebouwd en uitgebreid. ERS bevordert excellent onderzoek en kennisoverdracht om positieve maatschappelijke impact te maximaliseren en schept de voorwaarden voor transparant, inclusief, collaboratief en impactvol onderzoek door middel van strategische en operationele expertise.
ERS ondersteunt talenten in hun ontwikkeling en bevordert vruchtbare samenwerkingsverbanden. Binnen de afdeling zijn de volgende expertises verankerd:
- Business Development & Knowledge Transfer
- Grant Support (inclusief EU-liaison)
- Legal Counsel
- Open Science
- Research Data Management
- Ethics Review
- Research Intelligence
Deze combinatie van onderzoeksdiensten binnen een afdeling is uniek in Nederland.
Research Intelligence
Research Intelligence (RI) verzamelt informatie over wetenschappelijke activiteiten binnen ERS, zoals. onderzoek, onderwijs, leiderschap, impact en kennisoverdracht. Ook genereert RI inzichten over de strategieën en doelstellingen van de organisatorische eenheid. Verder verkent RI de samenhang binnen en tussen onderzoeksgebieden door strategisch en creatief gebruik van informatiebronnen. De opgedane inzichten en verschillende perspectieven sturen geïnformeerde besluitvorming binnen de EUR en bevorderen interdisciplinair onderzoek, samenwerking, open en verantwoorde wetenschap, en talentmanagement.
In 2021 was de Research Intelligence Advisor betrokken bij de strategische projecten Evaluating Societal Impact, Reward and Recognition en Open and Responsible Science. De adviseur was actief voor deze en andere EUR-brede relevante projecten. Voorbeelden zijn:
- het onderbouwen van subsidievoorstellen;
- visualisatie van onderzoeksactiviteiten en –prestaties binnen de Convergence-trajecten;
- het voorstellen van alternatieve kaders en meetmethoden die passen bij open en verantwoorde onderzoekspraktijken; en
- het monitoren van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.
Subsidies
Het Grants Support Team binnen Erasmus Research Services biedt gespecialiseerde ondersteuning voor penvoerderschap van de ‘major research initiatives’. Het team vraagt subsidie aan voor onderzoek met een brede interdisciplinaire omvang, een hoog budget en een grote hoeveelheid partners. Voorbeelden hiervan zijn het penvoerderschap in Horizon Europe, NWO-ORC en Zwaartekracht.
Coordinatorship Enablement Programme
In 2021 werd de eerste pilotfase van de Coordinatorship Enablement Programme (CEP) gelanceerd en uitgevoerd. Dit nieuwe programma helpt onderzoekers met de ambitie om een major research initiative te coördineren. Dat gebeurt met een ontwikkelingsbudget van € 20.000 euro en een ERS-team, bestaande uit een business developer en een grant advisor. Het ontwikkelingsbudget maakt het mogelijk tijd ‘te kopen’ om op de aanvraag te focussen, internationale partners in te zetten voor een schrijfdag of het ontwikkelen van een proof-of-concept ter versterking van de aanvraag. De grant advisor en business developer fungeren niet als adviseur. In plaats daarvan zijn ze partners in het proces met hands-on ondersteuning van begin tot einde.
De CEP verlaagt de drempel voor het oppakken van penvoerderschap en verhoogt de kwaliteit van de aanvraag en daarmee de slagingspercentages.
In de CEP-pilot ronde van 2021 werden zeven aanvragen voor major research initiatives ondersteund met onderzoekers uit ESSB, ESHCC, ESHPM, EsPhil, RSM, ESL, en ISS. De betrokken onderzoekers gaven in een anoniem tevredenheidsonderzoek gemiddeld 4 sterren op een schaal van 5 aan de ondersteuning die ze in de pilot hebben ontvangen. Het slagingspercentage was met 43% hoger dan het Europese gemiddelde.
Zwaartekracht
Naast de aanvragen ondersteund door de CEP werd in 2021 een Zwaartekracht aanvraag ingediend onder leiding van prof. Eveline Crone. De uitslag wordt in 2022 bekend gemaakt.
Project Control en Project Management
In 2021 is EUR-breed gestart met het verbeteren van project control en projectmanagement ter ondersteuning van de tweede en derde geldstroom-ambities. Onder leiding van Corporate Planning & Control, met inbreng van ERS en met budget vanuit de strategische lijn Stepping Up Professional Services is een project gestart voor het in kaart brengen van de bestaande en gewenste processen. Daarbij gaat het onder meer om de inzet van nieuwe digitale hulpmiddelen.
Research Funding Days
ERS hield in januari voor het eerst het voortaan tweejaarlijkse event Research Funding Days. Gedurende drie dagen konden managers, support professionals en de academische gemeenschap verschillende lezingen, workshops, strategie- en inspiratiesessies volgen. Van praktische vaardigheden (zoals het schrijven van een subsidievoorstel) tot high-level strategiesessies waarin de uitdagingen en kansen binnen de Europese en Nederlandse onderzoeksagenda ’s werden besproken.
Business development & knowledge transfer
In 2021 is het Business Development team binnen ERS verder opgebouwd naar vijf business developers. Zij steunen de EUR bij het verwezenlijken van de maximale maatschappelijke (en economische) impact van ons onderzoek. Zowel intern als extern creëren en onderhouden zij netwerken, leggen zij waardevolle verbindingen, ondersteunen zij routes en bevorderen zij samenwerking tussen onderzoekers en van onderzoekers met publieke en private instellingen. Door deze ondersteuning kunnen onderzoekers zich meer focussen op hun onderzoeksprojecten.
Een greep uit de initiatieven en onderzoeksprojecten waar de ERS business developers een bijdrage aan hebben kunnen leveren in 2021:
SPRING
Societal Progress & Resilience for healthy Individuals and Generations (SPRING) is een onderdeel van Resilient Delta en richt zich op duurzame gezondheidswinst door een gezondere sociale en fysieke leefomgeving en veerkrachtigere bewoners van Rotterdam Zuid. SPRING begon in het verslagjaar met acht pilots. In hun transdisciplinaire aanpak gaan wetenschappers samen met maatschappelijke partners en bedrijven op zoek naar synergie en wederzijds begrip om deze complexe problematiek samen op te lossen.
ROBUST LTP
De EUR neemt deel aan ROBUUST LTP. Dat project richt zich op de vijf kerndimensies (nauwkeurigheid, betrouwbaarheid, herhaalbaarheid, veerkracht en veiligheid) van kunstmatige intelligente (AI). Het ROBUST-consortium ontving € 95 miljoen euro voor tien jaar publiek-privaat onderzoek. Binnen het consortium, dat wordt gecoördineerd door Maarten de Rijke (UvA/ICAI), zijn in totaal 54 partners betrokken (21 kennisinstellingen, 23 industriële partners en 10 maatschappelijke organisaties). De EUR neemt deel aan twee labs van Erasmus MC. Zo leidt de EUR samen met Philips het lab over betrouwbare AI-ondersteuning voor patient journeys. Het tweede lab gaat over AI4MRI om betrouwbare en nauwkeurige AI-modellen te ontwikkelen met GE Healthcare.
Open & Responsible Science (ORS)
Het Open & Responsbile Science-programma (ORS) geeft visie en richting aan, en creëert een actieplan om de waarden van ORS (kwaliteit, efficiency, impact en het vertrouwen in wetenschap) te verbinden met de missie van de EUR en haar onderzoeksdoelstellingen. Het programma komt voort uit Strategie24 en sluit aan bij andere strategische programma’s.
In 2021 is prof. Pursey Heugens aangesteld als academic lead van het ORS-programma. Doel is om in deze nieuwe fase is een bredere cultuur- en gedragsverandering in gang te zetten, gebaseerd op awareness-creatie en visieontwikkeling. Door het uitrollen van een EUR-brede survey wil ORS inzicht krijgen in waar we momenteel staan. Daarnaast zijn er zesmaandelijkse campagnes gestart, zoals het October Datafest. Dat gebeurde in nauwe samenwerking met de Universiteitsbibliotheek en Erasmus Research Institute of Management (ERIM). Verder was er de campagne van datasteward Anna Volkova voor Erasmus School for Health, Policy and Management, bedoeld om onderzoekers bewust te maken van de mogelijkheden rondom open onderzoekspraktijken. Als laatste zijn er vanuit elke faculteit (inclusief Erasmus MC) ambassadeurs aangetrokken met zeer uiteenlopende epistemische achtergronden om de scope van ORS voor de EUR te zetten. Deze groep ambassadeurs is samen met veel interne stakeholders nauw betrokken bij de totstandkoming van de door de academic lead verwoordde reactie op de NPOS-consultatieronde.
Een belangrijk doel van het ORS-programma is het afstemmen van de benodigde expertises om open en verantwoorde onderzoekspraktijken goed te kunnen ondersteunen met Open Science, Research Data Management en Ethische Toetsing. Naast de ORS specifieke activiteiten zijn deze expertises ook verder doorontwikkeld.
Open Science
ERS coördineert de Open Science Community Rotterdam (OSCR), een bottom-up leergemeenschap voor onderzoekers en ondersteunend personeel. OSCR is onderdeel van het International Network of Open Science & Scholarship Communities (INOSC). Twaalf Nederlandse universiteiten en andere instellingen in de wereld zijn aangesloten. ERS is onder meer betrokken bij het samenstellen en onderhouden van de INOSC Starter Kit en bij het mede-auteurschap van een invloedrijke position paper (geciteerd in het NPOS 2030 Ambition Document).
ERS biedt ondersteuning op maat voor individuele onderzoekers, onderzoeksgroepen en scholen, bijvoorbeeld op het gebied van studievoorbereiding, open science statements in subsidievoorstellen, en open science commitment in academische personeelsadvertenties. Hiermee zijn tot nu toe meer dan vijftig informatiesessies en workshops gehouden op bijna alle EUR-scholen, wordt er een bijdrage geleverd aan het onderwijsaanbod op EGSH en zijn er meer dan vijftig onderzoekers geholpen bij bijna honderd aanvragen.
ERS startte met ERIM in 2021 de ontwikkeling van een grootschalige online cursus over Open Science voor academisch en ondersteunend personeel.
Research Data Management (RDM)
Het College van Bestuur gaf in 2021 groen licht voor de financiering van het EUR programma ‘Next level RDM support’. Dat programma richt zich op vier pijlers: toegewijde steun voor onderzoekers, afgestemd beleid en organisatie, doeltreffende infrastructuurdiensten en bewustmaking en opleiding op het gebied van het beheer van onderzoeksgegevens. Met ingang van 1 januari 2021 is bovendien de Research Data Management (RDM) policy of Erasmus University Rotterdam (EUR)effectief waarin rollen en verantwoordelijkheden zijn uitgewerkt voor de zorgplichten van de universiteit en de commitment aan de FAIR principes (Findable, Accessible, Interoperable en Reusable) concreet wordt gemaakt.
In 2021 lag de nadruk op pijler 1, toegewijde steun voor onderzoekers. Een team van data stewards geeft informatie, advies, opleiding en ondersteuning aan onderzoekers van alle EUR-faculteiten. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met facultaire ondersteuning, Erasmus Research Services collega’s, de Universiteitsbibliotheek, en Erasmus Digitalization & Information Services (EDIS). Er is een organisatie- en kennisdatabank opgezet voor het delen en ontwikkelen van beste praktijken, nieuw opleidingsmateriaal en algemene RDM informatie door het EUR Digital Competence Centre. Verder wordt een groot aantal datamanagement plannen (DMP’s) beoordeeld als onderdeel van het ethische goedkeuringsproces.
Het RDM-team was betrokken bij de EUR-brede uitrol van de Erasmus Data Repository voor het publiceren van gegevens. Het team werkt aan een veilig platform voor het streamen en coderen van gevoelige videogegevens. In het samenwerkingsproject wordt, in co-creatie met onderzoeksgroepen, gewerkt aan de ontwikkeling van een platform ter ondersteuning van FAIR-gegevens gedurende de gehele levenscyclus van een onderzoeksproject.
Tot slot evalueerde en ontwikkelde het RDM-team training voor graduate schools en ORS-campagnes. Zo is er een cursus Data Carpentry ontwikkeld en georganiseerd in samenwerking met de TU Delft en de Universiteit Leiden.
Ethisch toetsen
Vanaf 1 januari 2021 is het beleid 'Principes en voorschriften inzake de ethische toetsing van onderzoek bij Erasmus University Rotterdam' van toepassing. Vanaf dat moment hebben alle onderzoekers die werkzaam zijn aan de EUR of bij een BV die ressorteert onder de EUR-holding toegang tot een ethische toetsingscommissie. Bij aantal thema’s in het onderzoek is het doorlopen van ethische toetsing voorafgaand aan de start van het onderzoek verplicht. Steeds meer onderzoekers weten de ethische toetsingscommissies te vinden. In 2021 zijn 378 onderzoeksprojecten getoetst ten opzichte van 225 in het voorgaande jaar.
Informatievoorziening aan deelnemers in het onderzoek is een belangrijk element binnen de ethische toetsing. Een samenwerking met het privacy office en onderzoekers leidde tot verschillende documenten die onderzoekers helpen bij dit proces. Zo zijn er een informatiebrochure, een standaard template, iconen voor gebruik in de templates en good practices. Bovendien is er in 2021 een training voor de leden van de ethische toetsingscommissies georganiseerd.
Wetenschappelijke integriteit
Beleid
In 2021 is de in 2019 opgestelde road map voor de implementatie van de nieuwe code wetenschappelijke integriteit verder uitgerold. De belangrijkste concrete stap was het opstellen en vaststellen van een algemene EUR integriteitscode waarbinnen de verschillende aspecten van integriteit in samenhang worden behandeld. De integriteitscode grijpt terug op de ‘Erasmiaanse waarden’ die ook in Strategie24 centraal staan.
De nieuwe code wetenschappelijke integriteit gaat uitgebreid in op de zorgplicht van de EUR. Een van de aspecten van de zorgplicht is zorgen voor een onderzoekscultuur waarbinnen onderzoekers zich voldoende op hun gemak voelen om vragen, problemen en dilemma’s met elkaar en met hun leidinggevenden of onderzoeksleiders te bespreken. Omdat de EUR het belangrijk vindt dat wetenschappers, jong en oud, dilemma’s met elkaar kunnen bespreken in een open en veilige omgeving is in 2020 de vernieuwde Dilemma
Game app gelanceerd. De Raad van Europa beloonde de inspanningen van de EUR om wetenschappelijke integriteit beter bespreekbaar te maken door de ‘Dilemma App’ te verkiezen tot de beste ‘best practice’ op het gebied van wetenschappelijke integriteit.
Commissie wetenschappelijke integriteit
In 2021 is de commissie wetenschappelijke integriteit helemaal vernieuwd. Zoals geadviseerd door de KNAW kreeg de commissie een voorzitter van buiten de universiteit.
In 2021 zijn geen klachten ingediend bij de CWI en zijn alle lopende klachten afgehandeld.
Promoties en promovendibeleid
In 2021 vonden in totaal 360 promoties plaats. Exact twee-derde deel daarvan komt voor rekening van Erasmus MC. Dit is in overeenkomstig met de verdeling van het totaal aantal promovendi dat verbonden is aan de EUR en het Erasmus MC. Het totaal aantal promoties is vrijwel gelijk aan het langjarig gemiddelde. Er waren achttien cum laude promoties en dat betekent dat het aandeel cum laude ten opzichte van 2020 iets daalde naar 5%. In 2021 is er binnen het experiment promotiestudenten één kandidaat gepromoveerd. Er was geen uitval van kandidaten. Het totaal aantal actieve promotiestudenten is 13.
Promoties
tabel 4.1
Faculteit | Totaal | man totaal | man niet CL | man CL | vrouw totaal | vrouw niet CL | vrouw CL | CL Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Erasmus MC | 240 | 95 | 89 | 6 | 145 | 141 | 4 | 10 |
ESE | 12 | 6 | 4 | 2 | 6 | 5 | 1 | 3 |
ESHCC | 11 | 6 | 5 | 1 | 5 | 5 | 0 | 1 |
ESHPM | 17 | 3 | 3 | 0 | 14 | 14 | 0 | 0 |
ESL | 20 | 12 | 12 | 0 | 8 | 7 | 1 | 1 |
ESPhil | 7 | 6 | 6 | 0 | 1 | 1 | 0 | 0 |
ESSB | 22 | 8 | 8 | 0 | 14 | 14 | 0 | 0 |
ISS | 12 | 4 | 4 | 0 | 8 | 7 | 1 | 1 |
RSM | 19 | 14 | 12 | 2 | 5 | 5 | 0 | 2 |
TOTAAL EUR | 360 | 154 | 143 | 11 | 206 | 199 | 7 | 18 |
Beleid
In 2021 zette de EUR een belangrijke stap in het verbeteren van de opleiding aan en begeleiding van promovendi. Dat gebeurde door PhD-beleid vast te stellen dat voor de hele universiteit geldt. Het 'UNL gezonde praktijkdocument’ is een van de inspiratiebronnen voor de beleidsafspraken. Ze gaan onder meer over het aantal begeleiders, inschrijving en inbedding van promovendi en ondersteuning op verschillende vlakken. In 2021 is een begin gemaakt met een verdere uitwerking van het PhD-beleid voor bijvoorbeeld de groep buitenpromovendi.
Convergentie
Convergence TU Delft, Erasmus Universiteit Rotterdam en Erasmus MC
Klimaatverandering en verstedelijking, de gevolgen van digitalisering en de grotere rol van technologie, en de houdbaarheid van ons gezondheidszorgstelsel: het zijn de complexe maatschappelijke uitdagingen van deze tijd. Ze vragen om grensverleggende wetenschappelijke inzichten met oplossingsrichtingen. Dat is waarom de TU Delft, de Erasmus Universiteit en het Erasmus MC sinds 2019 hun krachten bundelen. Binnen deze samenwerking convergeren kennis en kunde op het gebied van alfa, bèta, gamma, medische en technische en construerende wetenschappen, waarmee nieuwe onderzoeks- en onderwijsinfrastructuren en mogelijk zelfs nieuwe disciplines worden gerealiseerd.
In 2021 zijn de drie pijlers van convergenties – Resilient Delta, Health & Technology en AI, Data & Digitalisation – begonnen met de implementatie van hun strategische plannen, het vinden van samenwerkingspartners en het verder verbinden van wetenschappers. Ook zijn twee nieuwe programma’s van onderop gestart. Eén hiervan is het Pandemic and Disaster Preparedness Center (PDPC) dat als doel heeft beter voorbereid te zijn op nieuwe virusuitbraken en rampen. Het PDPC is in mei 2021 geopend in bijzijn van de burgemeesters Ahmed Aboutaleb van Rotterdam en Marja van Bijsterveldt van Delft. Het meest recente programma is Healthy Start. Het is opgezet door drie enthousiaste wetenschappers die onderzoek doen naar het verbeteren van de kansen voor kinderen en jongvolwassenen om hun volledige ontwikkelingspotentieel te bereiken. Het uiteindelijke doel van Convergence is het creëren van maatschappelijke impact door samen te werken over grenzen van disciplines en instituten heen, met de regio als living lab. Een goed voorbeeld van deze co-creatieve aanpak is het Healthy Start congres dat in november plaatsvond. Op dit congres kwamen wetenschappers uit het sociale, medische en technische domein samen met maatschappelijke partners die werken met kinderen en jeugd om bij te dragen aan kansengelijkheid voor de jeugd.
De drie Convergence instellingen boekten niet alleen inhoudelijk resultaat, maar groeiden ook naar elkaar toe op het gebied van bedrijfsvoering. De basis hiervoor wordt gevormd door de Raamovereenkomst die in 2021 is getekend en waarin nadere afspraken voor de samenwerking zijn vastgelegd. Gecoördineerd vanuit het Convergence Office zijn op verschillende gebieden (HR, financiën, juridisch, communicatie, data en IP, public affairs) werkgroepen opgezet om barrières weg te nemen en samenwerking te faciliteren. Vanwege het groeiend enthousiasme binnen de instellingen heeft de Convergence Executive Board besloten het beschikbare budget voor 2022 te verdubbelen. Daarnaast is geïnvesteerd in communicatie. Zo is de Convergence website gelanceerd. Ook is het eerste Convergence Square geopend in het Erasmus MC. Dit is een ontmoetingsruimte waar collega’s van de drie instellingen kunnen samenwerken en elkaar in levenden lijve ontmoeten. Zowel vanuit de politiek als het bedrijfsleven is er in 2021 veel interesse getoond in de Convergence, wat zich heeft geuit in diverse werkbezoeken.
LDE-samenwerking
De universiteit werkt nauw samen met de twee andere universiteiten in de provincie Zuid-Holland, de Technische Universiteit Delft (TUD) en de Universiteit Leiden (LEI). Dit samenwerkingsverband wordt LDE Universities genoemd.
In Medical Delta werken de TUD, LEI en de EUR met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en het Erasmus Medisch Centrum (Erasmus MC) aan technologische oplossingen voor duurzame zorg. Dat doen ze samen met regionale onderwijsinstellingen en bedrijven.
Onderzoek
In 2019 is de LDE-strategie voor de periode tot en met 2024 bepaald. Daarin is ook een aantal profileringsthema’s benoemd. Ze zijn de basis voor verdere invulling van de gezamenlijke ambitie om als regionale kennispartner bij te dragen aan de maatschappelijke en economische agenda’s van regionale en lokale stakeholders. De profileringsthema’s zijn: Digital Society, Healthy Society, Inclusive Society and Sustainable Society. Zes zogeheten LDE Centres zijn actief op die terreinen: Centre for BOLD Cities, Centre for Education and Learning, Centre for Frugal Innovation in Africa, Centre for Global Heritage and Development, Centre for Governance of Migration and Diversity en het Centre for Sustainability. Daarnaast werken de LDE-universiteiten samen in het onderzoeksprogramma Port City Futures.
Andere ontwikkelingen en resultaten in 2021
In 2021 zijn binnen het in 2020 nieuw opgerichte LDE Research Development Support-initiatief vier projecten gesteund. Bij de drie instellingen zijn vrijwel alle disciplines aanwezig om succesvolle transdisciplinaire onderzoeksvoorstellen te ontwikkelen, al dan niet met maatschappelijke partners. LDE Research Development Support stimuleert de vorming van interdisciplinaire consortia voor grote, complexe subsidieaanvragen. Inmiddels is één van de ondersteunde projecten erin geslaagd een NWO-subsidie te verkrijgen: het ELSA-lab AI for Multi-Agency Public Safety issues (AI-MAPS).
LDE-programma Cyber Security ontwikkelde een nieuw Leiden-Delft-Erasmus Cyber Security PhD-programma. Dit vierjarige doctoraatsprogramma koppelt de wetenschappelijke kennis van de drie universiteiten aan de ervaring van partners Ahold Delhaize, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Agentschap Telecom. Het doel van deze samenwerking is het verkrijgen van een breed inzicht in de governance, de risico's en kosten van cyber security en het vinden van multidisciplinaire oplossingen.
In juni 2021 hebben de LDE-universiteiten en NL Space campus het samenwerkingsprogramma Space for Science and Society gelanceerd. Deze nieuwe samenwerking heeft als doel onderwijs, onderzoek en innovaties op ruimtevaartgebied te stimuleren en wetenschappelijke, technologische en maatschappelijke doorbraken te realiseren.
In september zijn Medical Delta en LDE gestart met een samenwerking in het programma Healthy Society: een interdisciplinair initiatief gericht op gezondheid en preventie. Veel huidige en toekomstige urgente maatschappelijke gezondheidsontwikkelingen komen samen in het programma Healthy Society. Ze vragen om een nieuwe en integrale aanpak, onderbouwd vanuit de wetenschap. De samenwerkingspartners LDE en Medical Delta, met de hieraan verbonden universiteiten, UMC’s en hogescholen, zoeken sinds het najaar 2021 naar nieuwe mogelijkheden om het thema Healthy Society vanuit een gezamenlijk perspectief te belichten in onderwijs, onderzoek en innovatie.
Het Centre for Frugal Innovation in Africa ontwikkelde zich tot het International Centre for Frugal Innovation (ICFI). De nieuwe naam weerspiegelt de vooruitgang en ambities van de organisatie. Samen met een internationaal netwerk richt het ICFI zich op lokale projecten met lokale partners. De naamsverandering is een onderdeel van de transitie van het centrum en is gericht op kennis vergaren en verspreiden met onderzoekers over de hele wereld. Zo wordt de toegevoegde waarde van ISFI vergroot.
Het Centre for BOLD Cities heeft een belangrijk onderzoek over veiligheid en privacy in de Smart City gepubliceerd in een voor iedereen toegankelijk e-Book. Hierin zijn de uitkomsten van het onderzoeksproject Managing Privacy in the Smart City gebundeld. De uitgave bevat ook aanbevelingen voor gemeenten. Er worden voorbeelden gegeven van nieuwe technologieën op het gebied van veiligheid, zoals WhatsApp-groepen voor burgers, Spitter voor straathandhavers en Dataplattegrond voor beleidsmakers. Ook wordt de onbekendheid van nieuwe technologieën in de openbare ruimte door zowel burgers als bestuurders benoemd.
Samenwerkingsverbanden in Zuid-Holland - Impact
De samenwerking van de drie Zuid-Hollandse universiteiten krijgt op medisch-technologisch gebied niet alleen gestalte in Medical Delta, maar ook in Cleantech Delta en The Hague Security Delta. De thematische centra van LDE werken ook samen met regionale partners.
De samenwerking van de drie Zuid-Hollandse universiteiten en de communicatie daarover vindt in principe plaats onder de noemer LDE, Leiden-Delft-Erasmus Universities. De governance daarentegen blijft een zaak van de drie instellingen afzonderlijk. LDE is meer dan alleen de zes centra en het onderzoekscentrum; de essentie zit in de totaliteit van de samenwerkingsverbanden in Zuid-Holland en dat is ook het geval als slechts twee van de drie universiteiten participeren. Hierover zal in de communicatiestrategie meer helderheid worden geboden. In lijn daarmee besloot het bestuur de LDE onder die naam te presenteren.
Het LDE Meerjarenplan 2020-2024 en het Werkplan LDE Bureau 2021 geven richting aan de speerpunten in de uitvoering van de LDE-strategie. Voor de Groeiagenda van de provincie Zuid-Holland is LDE de betrokken bij thema’s als Artificial Intelligence, Quantumtechnologie en Space for Science and Society. Uitgangspunt bij dit alles is steeds dat de LDE-universiteiten bij veel disciplines tot de Nederlandse wetenschappelijke top behoren, grotendeels complementair zijn en met hun sterke verwevenheid van alfa, bèta, gamma en techniek in een sterk verstedelijkte regio opereren.
InnovationQuarter (IQ) is de Zuid-Hollandse ontwikkelingsmaatschappij die mede op initiatief van de drie universiteiten is opgericht. De EUR is medeaandeelhouder van IQ. Sinds november 2016 is IQ namens de Zuid-Hollandse startup-hubs officieel partner van StartupDelta, dat sinds juli 2019 doorgaat onder de naam TechLeap.nl.
Voorts zijn de LDE-universiteiten vertegenwoordigd in de Economic Board Zuid-Holland (EBZ).
Young Erasmus Academy
De Young Erasmus Academy (YEA) is een netwerk van jonge wetenschappers, opgericht in april 2013 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Young Erasmus had in 2021 22 leden, afkomstig uit de verschillende wetenschappelijke disciplines binnen de universiteit. Dit netwerk versterkt de interdisciplinaire samenwerking binnen de universiteit en geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het bestuur. Door middel van lezingen en onderzoeksprojecten zoekt YEA de verbinding met de samenleving en draagt daarmee bij aan de sociale impact van de EUR.
In 2021 zijn drie nieuwe leden benoemd.
Lancering onderzoeksprogramma ‘UNIC4ER’ van de Europese Universiteit van Post-Industriële Steden (UNIC)
Op 1 september is het onderzoeksprogramma ‘UNIC4ER’ van de Europese Universiteit van Post-Industriële steden (UNIC) gestart. Gecoördineerd en geleid door de EUR werken de acht UNIC partners[1] samen aan een onderzoeksprogramma gericht op Engaged Research. Dit is een onderzoeksmethode waarbij de nadruk ligt op een nauwe samenwerking met externe partners zoals de Gemeente Rotterdam, stadsorganisaties, bedrijven en burgers. Deze onderzoeksvorm draagt bij aan de democratisering van wetenschappelijk onderzoek door de verdieping van onze samenwerking met stadsbewoners. Zo streven onze universiteiten ernaar om meer impact te maken met haar onderzoek en een concrete bijdrage te leveren aan het aanpakken van grootstedelijke problematiek in postindustriële steden.
Het programma wil nieuwe en bestaande Engaged Research onderzoeksinitiatieven ondersteunen en een sterk samenwerkingsverband bouwen tussen de onderzoekers van de acht UNIC partneruniversiteiten. Dit wordt gedaan door:
- het formuleren van een gezamenlijke Engaged Research onderzoeksstrategie;
- het opzetten van Engaged Research onderzoeksinfrastructuur (zoals seed funding en lokale roadmaps met onze steden) en een Post-Industrial Transitions Academy;
- het opzetten van een Community of Research Excellence, met diverse mogelijkheden voor onderzoekers om methodologische trainingen te volgen en kennismakingsactiviteiten bij te wonen.
- de promotie van open science principes door middel van een Engaged Research Platform op de UNIC Virtual Campus.
In de eerste zes maanden van het Horizon-gefinancierde programma, hebben de UNIC partners alle projectmanagementplannen opgesteld en is het programma binnen onze faculteiten en relevante afdelingen gepromoot. Ook zijn synergieën gezocht met strategische projecten en initiatieven. Voorbeelden zijn Evaluating Societal Impact en Design Impact Platform en Impact at the Core. Strategische inbedding bij Erasmus Research Services wordt ook onderzocht.
Op 1 september startte het onderzoeksprogramma ‘UNIC4ER’ van de Europese Universiteit van Post-Industriële steden (UNIC). Gecoördineerd en geleid door de EUR werken de acht UNIC partners samen aan een onderzoeksprogramma gericht op Engaged Research. Dit is een impact-gedreven onderzoeksmethode waarbij de nadruk ligt op een nauwe samenwerking met externe partners zoals stadsorganisaties, bedrijven, burgers en de gemeente. Deze onderzoeksvorm draagt bij aan de democratisering van wetenschappelijk onderzoek door de verdieping van onze samenwerking met stadsbewoners. Met dit programma streeft de EUR, samen met Europese partneruniversiteiten naar om meer impact. Die impact komt van het onderzoek en concrete bijdragen aan het aanpakken van grootstedelijke problematiek in postindustriële steden. Er worden nauwe samenwerkingsverbanden gezocht met andere EUR-initiatieven die ieder voor zich ook al nauw samenwerken met de stad. Voorbeelden zijn de Convergentie en de Erasmus Initiatives.
Het programma wil nieuwe en bestaande Engaged Research onderzoeksinitiatieven ondersteunen en een sterk samenwerkingsverband bouwen tussen de onderzoekers van de acht UNIC partneruniversiteiten. Dit wordt gedaan door:
● het formuleren van een gezamenlijke Engaged Research onderzoeksstrategie;
● het opzetten van Engaged Research onderzoeksinfrastructuur (zoals seed funding en lokale roadmaps met onze steden) en een Post-Industrial Transitions Academy;
● het opzetten van een Community of Research Excellence, met diverse mogelijkheden voor onderzoekers om methodologische trainingen te volgen en kennismakingsactiviteiten bij te wonen.
● de promotie van open science principes door middel van een Engaged Research Platform op de UNIC Virtual Campus.
In de eerste zes maanden van het Horizon-gefinancierde programma stelden de UNIC-partners alle projectmanagement-plannen op en is het programma binnen de faculteiten en relevante afdelingen gepromoot. Ook zijn synergieën gezocht met strategische projecten en initiatieven. Voorbeelden zijn Evaluating Societal Impact, Design Impact Platform en Impact at the Core. Strategische inbedding bij Erasmus Research Services wordt ook onderzocht.
[1] Koç University (Turkije), the Ruhr University Bochum (Duitsland), the University College Cork (Ierland), the University of Deusto (Spanje), the University of Liège (België), the University of Oulu (Finland) and the University of Zagreb (Kroatië).
Voorbeelden
Optimalisering van het spoor
De NS is veruit het grootste spoorwegbedrijf in Nederland en vervoerde in 2019 iedere werkdag zo’n 1,3 miljoen passagiers. Aangezien spoorwegvervoer nauwelijks emissies produceert, speelt de NS een belangrijke rol op het gebied van duurzame mobiliteit in Nederland. Voor de NS is het van belang om op efficiënte wijze een kwalitatief hoogstaand spoorwegsysteem te bieden. Optimalisering van het logistieke proces speelt hierbij een belangrijke rol. De operationele uitdagingen bij de NS leveren diverse uitdagende wetenschappelijke vragen op.
De gemeenschappelijke belangen van de NS en Erasmus School of Economics (ESE) hebben een langlopende samenwerking tussen de NS en de capaciteitsgroep Econometrie opgeleverd. Via de samenwerking tussen de NS en ESE hebben verschillende PhD-studenten academisch onderzoek gedaan naar vraagstukken die in de toekomst van invloed zullen zijn op de bedrijfsvoering van de NS. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek van Thomas Breugem op het gebied van de dienstroosters van machinisten en conducteurs, waarbij hij de uitruil tussen efficiëntie, rechtvaardigheid en aantrekkelijkheid bestudeerde. Naast een publicatie in Management Science (Breugem et al., 2021) leidde dit onderzoek tot een pilotonderzoek op zijn thuisbasis te Amersfoort. Tijdens deze pilot werden de roosters van conducteurs gemaakt met behulp van een tijdens dit onderzoeksproject ontwikkelde planningstool. De planningstool bracht niet alleen de tijd die nodig was voor het roosteren terug met een factor drie, maar leverde volgens de planners en managers ook roosters op van zeer hoge kwaliteit.
Bronnen: T. Breugem (2020), ‘Crew Planning at Netherlands Railways: Improving Fairness, Attractiveness, and Efficiency’, PhD-dissertatie. en T. Breugem, T. Dollevoet en D. Huisman (2021), ‘Is Equality Always Desirable? Analyzing the Trade-Off between Fairness and Attractiveness in Crew Rostering’, Management Science.
Menstruele gezondheid en gendergelijkheid
Maria Carmen Punzi is derdejaars PhD-onderzoeker aan het Erasmus Research Institute of Management (ERIM), docent en activist. Met haar onderzoek, dat vanaf het begin interdisciplinair van opzet is en gedeeltelijk wordt gefinancierd door het Erasmus Initiative on Dynamics of Inclusive Prosperity, kijkt ze naar de belangrijke rol die menstruele gezondheid kan spelen bij het bereiken van gendergelijkheid.
Ze brengt de literatuur over maatschappelijk ondernemen, maatschappelijke bewegingen en institutionele verandering samen en onderzoekt hoe verschillende belanghebbenden omgaan met menstruele gezondheid en hoe menstruele gezondheid van invloed is op de kansen en de gezondheid van vrouwen en de inclusieve participatie van vrouwen in de samenleving. Maria Carmen vertaalt hierbij de inzichten uit haar academische werk naar het mediadebat en projecten gericht op maatschappelijke verandering. Ze draagt bij aan het debat in de Nederlandse media over menstruatieverlof en gratis menstruatieproducten. Haar inbreng werd tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer aan de orde gesteld. Sinds het voorjaar van 2021 heeft ze in samenwerking met de Erasmus Universiteitsraad en Erasmus Verbindt met succes gepleit voor de financiering van een eenjarig project waarbij op de campus van Erasmus gratis menstruatieproducten werden verstrekt. Het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit buigt zich momenteel over dit initiatief met het oog op langdurige structurele integratie en financiering. In december 2021 won ze de RSM Positive Change Award en momenteel zet ze trainingen op het gebied van menstruele gezondheid op voor studenten en medewerkers, zowel binnen de EUR als daarbuiten.
When Disaster Meets Conflict
When Disaster Meets Conflict (Discord), een project vanuit International institute of Social Studies (ISS), onderzocht het verband tussen humanitaire hulp en rampenbeheer. Er is geanalyseerd hoe gouvernementele, niet-gouvernementele en humanitaire actoren in drie conflictsettings (high-, low-medium- en post-conflictsettings) reageren op rampen om te begrijpen hoe het type conflict van invloed is op gemeenschappen en op de geboden hulp voor de getroffenen. Met een internationaal panel van dertig deskundigen (waarvan de helft uit het mondiale zuiden) en casestudies van negen landen werden in het kader van het project de uitdagingen, ervaringen en succesfactoren voor hulp in elk van de drie settings onderzocht. Er werd ook getracht te begrijpen hoe de politisering van rampenbestrijding van invloed is op de legitimiteit en de bevoegdheden van beheeractoren en de relaties tussen hen. Het onderzoeksteam streefde niet alleen naar een wetenschappelijk robuust onderzoek, maar ook naar maatschappelijke relevantie en betrokkenheid. Het team produceerde verschillende onderzoeksopdrachten, nam deel aan diverse internationale advies- en samenwerkingsverbanden, evenementen en congressen, en schreef meer dan honderd opiniestukken en blogteksten voor een breder publiek. Meer informatie: https://www.iss.nl/en/research/research-projects/when-disaster-meets-conflict.
Het TRESCA-project werkt samen met een YouTube-kanaal dat liegt tegen 17 miljoen mensen
Animatiestudio Kurzgesagt-In a Nutshell geeft in een video tegenover zijn zeventien miljoen YouTube-volgers toe dat hij tegen zijn publiek liegt. In de video buigt het grote wetenschapskanaal – dat zich bezighoudt met het uitleggen van complexe wetenschappelijke onderwerpen in korte, geïllustreerde, geanimeerde video’s – zich over wetenschapscommunicatie en de uitdagingen die daarmee gepaard gaan. De video komt voort uit een samenwerking met het TRESCA-project. Het TRESCA-project wordt gecoördineerd door de onderzoekers Jason Pridmore, Marina Tulin en Tessa Oomen van de Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC). Het is opgezet om vertrouwen in de wetenschap te creëren door de communicatie door wetenschappelijke onderzoekers, journalisten en beleidsmakers te verbeteren.
Wat kunnen we doen wanneer we zien dat wetenschap en feiten in twijfel worden getrokken? Het TRESCA-project ontwikkelt een Massive Open Online Course (MOOC) om deze vraag rechtstreeks te verkennen. De huidige overvloed van informatie maakt het moeilijk voor het publiek om te ontcijferen welke informatie klopt en welke niet. In deze MOOC ontdekken studenten hoe het vertrouwen van het publiek wordt gewonnen en hoe verschillende mensen en organisaties dit vertrouwen door middel van verbeterde communicatiepraktijken kunnen verdienen en vasthouden.
Zorgsystemen en -verzekeringen
In het kader van het Erasmus-initiatief ‘Smarter Choices for Better Health’ is de actielijn Value-Based Health Care (VBHC) opgezet. Doel is een wetenschappelijke basis te bieden voor de stap naar VBHC, een relatief recente, veelzijdige benadering die erop gericht is patiëntuitkomsten tegen zo laag mogelijke kosten te optimaliseren. Om dit doel te bereiken worden binnen de actielijn methoden ontwikkeld en beoordeeld om waarde te meten en te sturen op waarde, met als uiteindelijke doel op financieel duurzame wijze bij te dragen aan betere zorg.
In 2021 is aanzienlijke vooruitgang geboekt door inzichten op medisch, epidemiologisch, statistisch en economische gebied op consistente wijze te combineren. Deze voortgang komt tot uiting in publicaties in toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften op het gebied van meetmethoden (zie bijvoorbeeld hier,hier,hier en hier) en sturen op waarde (zie bijvoorbeeld hier,hier,hier,hier en hier). Daarnaast zijn consistente pogingen ondernomen om onderzoeksresultaten en lopende projecten onder een breder publiek te verspreiden via blogs en interviews op nieuwswebsites (zie bijvoorbeeld hier,hier,hier,hier en hier), publicaties in vakbladen (zie bijvoorbeeld hier), actieve deelname aan relevante netwerken (zie bijvoorbeeld hier,hier en hier) en presentaties tijdens (inter)nationale congressen. Noemenswaardig is dat bij alle in het kader van de actielijn VBHC uitgevoerde onderzoeksprojecten sprake is van actieve samenwerking met externe maatschappelijke partners, waaronder ziekenhuizen, zorgverzekeraars, overheidsinstanties, patiëntenorganisaties en klinische registers.
Aandacht seksuele straatintimidatie blijft noodzakelijk
Nog altijd heeft 47% van de Rotterdamse vrouwen te maken met seksuele intimidatie op straat, blijkt uit het rapport ‘Seksuele Straatintimidatie in Rotterdam 2016-2020’ van Tamar Fischer, universitair hoofddocent Criminologie, en Gabry Vanderveen, universitair docent Criminologie, van Erasmus School of Law (ESL). Intensieve trainingen voor handhavers hebben geleid tot positieve veranderingen, maar veel vrouwen zijn toch in de avond liever niet op straat of kleden zich dan bewust anders.
Het rapport laat zien dat het intimiderend gedrag nagenoeg gelijk is ten opzichte van eerder onderzoek uit 2016. Wel is er veel veranderd in de bewustwording rond seksuele straatintimidatie. De maatschappij keurt dit duidelijk af. Ook wordt een positieve verandering gezien in de houding van professionals in de handhaving en beveiligers in de particuliere sector.
Dit rapport werd in opdracht van de Directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam in samenwerking met de Kenniswerkplaats Leefbare Wijken opgesteld. Het rapport genereerde media-aandacht, onder andere in de actuele discussie over omgangsvormen. Daarnaast werd vaak aan dit onderzoek gerefereerd tijdens de invoering van de nieuwe zedenwet.
Meer informatie is te lezen in het rapport.
Erasmus Rotterdam Research Centre (ERRC)
Het ERRC wil de ontwikkeling van het begrip ‘Erasmiaanse waarden’ bij EUR bevorderen, onderzoek naar de historische figuur Erasmus van Rotterdam stimuleren en mogelijk maken en zo discussiëren en nadenken over de vraag hoe onze waarden ons kunnen leiden bij het benaderen van de huidige maatschappelijke vraagstukken. Om deze doelstellingen te bereiken heeft het ERRC een leerstoel Erasmiaanse waarden ingesteld (Ronald van Raak) en een promotieplaats gecreëerd (Sanne Steen) om onderzoek te doen naar de historische toe-eigening van Erasmus van Rotterdam. Andere betrokkenen van Erasmus School of Philosophy (ESPhil) zijn drs. Ticia Herold en prof. Han van Ruler, die samen een reeks wetenschappelijke bijeenkomsten hebben geïnitieerd voor het academische onderzoek naar Erasmus en die momenteel met studenten, wetenschappers, medewerkers en alumni van EUR alsook met leerlingen, studenten en andere partijen van buiten EUR nieuwe evenementen en workshops met betrekking tot Erasmus en de Erasmiaanse waarden aan het programmeren zijn.
Hoe versterk je de meervoudige democratie op wijkniveau in Rotterdam?
Om tot een antwoord op bovenstaande vraag te komen hebben bestuurskundigen van de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB) een lerende evaluatie gemaakt voor de gemeente Rotterdam. Deze evaluatie moest vaststellen of het huidige bestuursmodel bijdraagt aan een vitale Rotterdamse democratie. Het onderzoek laat zien dat de huidige gebiedsorganen niet voldoende gepositioneerd en toegerust zijn om echt zaken te beïnvloeden. De onderzoekers adviseren daarom de wijkagenda veel centraler te stellen dan nu gebeurt en daaromheen vernieuwende vormen van participatie toe te passen. De beweging van de gemeente Rotterdam naar meer wijk- en opgavegericht werken is echter ook gebaat bij een vitale gebiedsdemocratie die voldoende geëquipeerd is om tegenspraak te geven en die kracht bij te zetten. De onderzoekers stellen dat het bestuursmodel gebaat is bij rust en continuïteit. Daarom raden zij aan het roer niet (weer) compleet om te gooien, maar vooral bij te sturen en voort te borduren op hetgeen al is bereikt. De aanbeveling hierbij is om met alle betrokken partijen de dialoog aan te gaan over welke aanpassingen aan het model gewenst zijn. Het onderzoek is uitgevoerd door Prof. Dr. Arwin van Buuren, Dr. Ingmar van Meerkerk, Drs. Floris Hager, Drs. Wijnand Kerklaan, Drs. Marn van Rhee (afdeling OBI, gemeente Rotterdam), Drs. Lucy van Eck en Drs. Karlijn Schipper (Drift/EUR) en is een mooi voorbeeld van hoe de EUR een maatschappelijke impact kan hebben op de stad Rotterdam. Mede op basis van deze adviesnotitie wordt een besluit genomen over het bestuursmodel voor de nieuwe bestuursperiode (2022-2026).Meer informatie via: https://www.eur.nl/essb/nieuws/versterk-de-meervoudige-democratie-rotterdam-op-wijkniveau.