Hoofdstuk 3 Onderwijs - Impact maken

Het onderwijsinnovatieprogramma Impact at the Core startte in 2020 en is gericht op het ontwikkelen van impactgedreven onderwijs. Het doel is om in 2024 iedere student in ieder studieprogramma van de EUR tenminste één keer onderwijs aan te bieden waarbij samen met direct belanghebbenden van buiten de universiteit wordt gewerkt aan maatschappelijke vraagstukken. 

Master Societal Transition

In 2023 kunnen masterstudenten in Nederland voor het eerst een volledige master volgen over duurzame en rechtvaardige maatschappelijke transities. Dit programma is ontworpen door academici van verschillende faculteiten geïnitieerd door het Design Impact Transition (DIT) platform en met hulp van het onderwijsinnovatieprogramma Impact at the Core.

Transdisciplinariteit is de kern van dit programma: door inzichten uit verschillende disciplines – van filosofie tot ecologie – te verbinden met de praktijk, leren studenten complexe en hardnekkige duurzaamheidsproblemen te ontrafelen. Ook ontwikkelen zij competenties om op een ondernemende en ontwerpgerichte manier transities mogelijk te maken. Leiderschap en reflexiviteittrainingen lopen als een rode draad door het programma en ondersteunen studenten bij het navigeren door hun leertraject. In plaats van een masterscriptie te schrijven, creëren studenten en docenten samen met maatschappelijke stakeholders een actiegerichte transitie-interventie.

In co-creatie met de faculteiten zijn in de afgelopen twee jaar al grote stappen gezet in het creëren en implementeren van impactgedreven onderwijs. Bij de Rotterdam School of Management (RSM) is het Transformative Learning Project gestart. Het doel van dit project is het bevorderen van onderwijs in alle masterprogramma’s met realistische vraagstukken als uitgangspunt. Het project richt zich op houding en vaardigheden bij de studenten. Dit onderwijs biedt hen ondersteuning in hun persoonlijke en professionele ontwikkeling om een positieve maatschappelijke impact te kunnen maken.

Samen met de community

Het ontwikkelen van impactgedreven onderwijs is een uitdaging, cultureel en organisatorisch. Daarom wordt met alle faculteiten actief gewerkt aan dit ontwerp- en verandervraagstuk. In bijeenkomsten van Communities of Practice over impactleren produceerde een zeer brede vertegenwoordiging van staf en studenten van de EUR een ‘position paper impactgedreven onderwijs’ voor de EUR. Ook was er de Impact Education Week waarbij docenten, studenten en stakeholders werden geïnspireerd en met elkaar in gesprek gingen over impactgedreven onderwijs. Verder waren er ontbijtbijeenkomsten waarbij zowel de bredere community als de bachelor-directeuren en -coördinatoren met elkaar spraken over impactgedreven onderwijs.

Impactleren wordt inmiddels door de EUR breed gedragen en krijgt in de herziene onderwijsvisie in 2023 een centrale plaats. Het is daarmee verankerd in ons onderwijs.

Impactleren is betrokken leren

Impact vraagt om betrokkenheid bij de samenleving waar de EUR deel van uitmaakt. Alleen door daadwerkelijk betrokken te zijn bij onze omgeving, weten we welke vraagstukken en behoeften er leven en hoe we daarop in kunnen spelen. Daarom investeren we steeds meer in de dialoog met onze omgeving en in het vormgeven van praktische samenwerking op tal van niveaus. We zetten daarbij vooral in op onze directe omgeving – op de stad en de stadswijken. We verbinden de vraagstukken daar met ons onderwijs en moedigen onze studenten aan om na te denken over wat zij kunnen betekenen met betrekking tot die vraagstukken.

Redefining the Classroom met programma ErasmusX 

Leren vanuit betrokkenheid vindt het beste plaats buiten de collegezalen. Het innovatieprogramma Erasmus X pakte daarom de uitdaging op om dit nieuwe leren te ontwerpen. Erasmus X is een onderwijsinnovatieprogramma buiten de kaders van het traditionele universitaire onderwijs. In het HefHouse in Rotterdam-Zuid ontwikkelde Erasmus X een nieuw type klaslokaal, ‘classroom’. Studenten en docenten maken hier kennis met belanghebbenden en bewoners uit de lokale gemeenschap. Samen met hen worden uitdagingen geformuleerd. 

Het CARE-project (Community-oriented Action-based Real-world Education) biedt EUR-studenten de mogelijkheid om theoretische kennis en vaardigheden te integreren in de praktijk. CARE ontving hiervoor een Comenius Senior Fellowship in 2022 en dat werd vertaald naar een zomercursus en een major bij Erasmus Centre for Entrepreneurship (ECE).  Om engagement te vertalen naar de manier waarop we lesgeven, gebruiken we in het CARE-project een experimentele leeromgeving, waarin studenten ook in deze context transdisciplinair en vanuit hun eigen betrokkenheid leren werken. Vanaf 2023 wordt het project verbreed met een samenwerking tussen vmbo-scholen in Rotterdam. Zo pakken studenten samen met leerlingen van het voortgezet onderwijs maatschappelijke problemen in de buurt en de wijk aan.

Meer bruggen bouwen 

Parallel aan het initiatief ‘Redefining the Classroom’ is in 2022 hard gewerkt aan het verder uitbouwen van netwerken in de stad en de regio om zo een infrastructuur te bouwen die onze universiteit duurzaam verbindt met relevante vraagstukken en partners in de stad. Vanuit Impact at the Core en Erasmus Verbindt is een zogeheten ‘Bruggenbouwers-en-Buitenspelers’-netwerk opgericht met als doel om sneller, beter en transparanter met de partners in de stad samen te werken. Er was ook een succesvolle pilot met een nieuw relatiemanagementsysteem. Partners kunnen daarin direct opdrachten plaatsen. De samenwerking tussen het onderwijs en (maatschappelijke) partners binnen de (digitale) leeromgeving wordt zo ondersteund. Dit platform zal in 2023 EUR-breed worden gelanceerd. 

City Deal Kennis Maken 

Met een subsidie van de City Deal Kennis Maken (CDKM) is gewerkt aan een pilot van de Impact Ruimte. De CDKM wil maatschappelijke opgaven van steden versneld uitvoeren door onderzoekers, docenten en studenten te betrekken. De Impact Ruimte biedt mogelijkheden om samen met andere (hoger) onderwijsinstellingen te werken aan maatschappelijke vraagstukken van de regio Rotterdam. 

Twee kennismakelaars organiseerden thematische stakeholdernetwerken. Het leidde tot twee themadialogen over hoe onderwijs kan bijdragen aan de transities binnen de gezondheidszorg en aan stedelijke transities binnen Rotterdam en welke randvoorwaarden daarbij gelden.

In 2022 startten de LDE-minoren Space Missions en (Re)imagining Port Cities: Understanding Space, Society and Culture. De minor Space Missions is actief op het snijvlak van wetenschap en technologie en is bedoeld voor studenten met interesse in ruimtevaart. Experts van de Universiteit Leiden en de TU Delft bieden deze nieuwe generatie wetenschappers en ingenieurs een breed begrip van de belangrijkste betrokken disciplines, waarna multidisciplinaire teams aan een opdracht uit de ruimtevaartsector werken. De minor (Re)imagining Port Cities: Understanding Space, Society and Culture komt voort uit het wetenschappelijke LDE Port City Futures programma en is toegankelijk voor alle bachelor-studenten van de LDE-universiteiten met interesse in havensteden (in het bijzonder de stad Rotterdam) en in onderzoek naar en ontwerp van een sociale, historische en culturele context. Voor studenten zonder achtergrond in ontwerpen betekent dit een introductie in het denken en handelen van ontwerpers en inzicht in de relatie tussen ontwerpen en hun eigen professionele manier van denken.

Steeds meer internationale studenten kiezen ervoor (een deel van) hun studie aan de EUR te volgen. Ook het aantal partnerships groeit. In 2022 is het internationaliseringsbeleid 2021-2024 geëvalueerd. Dit leidde tot een bevestiging van het belang van internationalisering voor de EUR. Tot 2024 wordt ingezet op het optimaliseren van externe samenwerking en partnershipbeleid; het verder ontwikkelen en stimuleren van (inclusieve) mobiliteit voor studenten en werknemers en het verder uitbouwen van support en interne capaciteit voor de ondersteuning van faculteiten. 

Stimuleren van studenten- en medewerker mobiliteit 

Diverse internationale gezamenlijke masters kunnen gebruikmaken van het Erasmus+ Mundus programma. In 2022 ontwikkelde Erasmus School for History and Communication (ESHCC) een nieuwe joint-masteropleiding waarvoor een Erasmus+ Mundus subsidie is toegekend. Na Covid 19 kwam de studentenuitwisseling in 2022 weer op gang. In totaal gingen 1509 studenten vanuit EUR naar het buitenland en kwamen 1208 internationale studenten naar de EUR. Deze uitwisselingen vonden plaats met partners in 66 landen waarvan 23 uit de Europese Economische Uimte (EER). De mobiliteit van studenten wordt niet alleen gefinancierd door het Erasmus+ programma, maar ook door het Study in NL-programma. Daaronder ressorteren het Orange Knowledge Programme (OKP) en het Holland Scholarship Programme (HSP, eventueel aangevuld met budget uit het profileringsfonds). In 2022 kregen vijftig internationale (niet-EER) studenten een beurs om bij de EUR kunnen studeren (zes OKP, 44 HSP) en studeerden 55 studenten via HSP in het buitenland. Om redenen van duurzaamheid is binnen de Europese samenwerking UNIC onderzocht hoe digitale en blended mobiliteit verder kan worden ontwikkeld en geïmplementeerd. 

Met behulp van een interne financiële impuls vanuit de EUR, heeft de EUR in 2022 ook ingezet op een internationale uitwisseling voor onderwijzend en niet-onderwijzend personeel. Samen met ESHCC startte de EUR daarom in 2022 vanuit Human Resources met een kwaliteitsraamwerk voor mobiliteit.

De EUR onderbouwt beleid met onderzoek. Samen met de Community voor Leren en Innoveren (CLI), ESHCC en de Erasmus School for Economics (ESE) is een onderzoek gestart naar het effect van deze internationale programma’s op de ontwikkeling van studenten.

Het Europees perspectief: UNIC & EIT

De Europese alliantie UNIC is vanwege de internationale samenwerking belangrijk voor de EUR. Binnen UNIC werken tien universiteiten in zogenaamde postindustriële steden samen. De missie van UNIC is om door inclusief onderwijs, innovatief onderzoek en de betrokkenheid van lokale partners een positieve impact te hebben op de ontwikkeling van de postindustriële steden. Deelnemende universiteiten zijn, naast de EUR, Koc University Istanbul, Ruhr University Bochum, University of Liège, University College Cork, University of Deusto, University of Oulu, en University of Zagreb. De alliantie wil in de ontwikkeling naar een Europese Universiteit een voorbeeld zijn voor het Europese onderwijs van de toekomst. 

Na een intensief bouwjaar in 2021, heeft UNIC in 2022 grote vorderingen gemaakt. Er zijn twee universiteiten aan het samenwerkingsverband toegevoegd: Malmö Universiteit en de Universiteit van Łódź. In samenwerking met International Office (IO) is gewerkt aan uitbreiding van de partnerovereenkomsten tussen de deelnemende universiteiten.

Om studentenmobiliteit verder te bevorderen, kwamen er op acht universiteiten twee joint-masterprogramma’s en werd een online course-catalogus ontwikkeld. Deze catalogus biedt Europese studenten de mogelijkheid om cursussen te volgen aan de EUR.

Impactgedreven onderwijs is een belangrijk aandachtspunt voor de deelnemende universiteiten binnen UNIC. Vanwege dat belang werken studenten samen aan maatschappelijke uitdagingen die in alle lidstaten een rol spelen. In het kader van Redefining the Classroom ontwikkelde Erasmus X twee city labs waarin studenten zich onder meer bogen over ongelijkheid in stedelijke gebieden. Verder zijn er in het kader van het honours-programme ‘Tackling Inequalities’ onderwijsactiviteiten georganiseerd bij onze partners. In het najaar zijn Virtual Meeting Platforms georganiseerd rondom de thema’s Renewable Energy en Ageing Well. Sprekers waren Julia Witmayer (DIT Platform) en Warsha Jagroep.

De samenwerking tussen docenten en medewerkers van de deelnemende universiteiten werd geïntensiveerd. Samen met de Ruhr Universitat Bochum ontwikkelde CLI een korte cursus, ook wel microlab genoemd, gericht op vaardigheden om deel te nemen aan een virtuele uitwisseling. Verder verzorgde de EUR een succesvolle training over diversiteit en inclusie voor medewerkers van de UNIC-partneruniversiteiten.

De opgedane kennis en ervaringen in UNIC zijn relevant voor de te ontwikkelen activiteiten binnen Erasmus Institute of Innovation & Technology (EIT) Culture & Creativity. Dat geldt vooral voor  ontwikkelingen van internationale onderwijsprogramma’s, het creëren van societal impact en multi-stakeholder samenwerking. Een verbinding tussen deze twee grootschalige strategische Europese programma’s is ook genoemd in de UNIC 2.0 extension proposal waaraan hard is gewerkt najaar 2022. Het formele startschot was een succesvolle strategische conferentie met alle UNIC-partners.

De EUR is met ESHCC en Rotterdam School of Management (RSM) onderdeel van een alliantie die afgelopen zomer een bieding voor de nieuwe EIT Culture & Creativity won. Deze, door Horizon Europe gefinancierde Knowledge and Innovation Community (KIC) ging direct van start en biedt, net als UNIC (in combinatie met UNIC Engaged Research (UNIC4ER), een strategisch kans om onderwijs en onderzoek samen te brengen, societal impact te creëren en samenwerking met een grote verscheidenheid aan stakeholders op te zetten. De impact is vooral structureel en systemisch gericht en vraagt om goede inbedding in de organisatie als geheel waarbij alle faculteiten worden betrokken. Op deze wijze dragen dit soort strategische initiatieven in belangrijke mate bij aan de EUR Strategie 2024 en de EUR core values.

Het programma Studentenwelzijn boekte in 2022 flinke vooruitgang in de uitvoering van haar missie ‘Van studiesucces naar studentsucces’. Tijdens de opening van het academisch jaar 2022-2023 is een manifest over studentenwelzijn ondertekend door rector magnificus Annelien Bredenoord en de vice-decanen onderwijs van alle faculteiten. Het manifest bevat zeven punten voor een beter welzijn voor alle studenten aan de EUR en biedt een stevig draagvlak voor de projectactiviteiten van het programma Studentenwelzijn. 

Een goed voorbeeld van de implementatie van dit manifest is de korte, pakkende animatie over studentenwelzijn die in 2022 is ontwikkeld en die faculteiten elk studiejaar drie keer tonen aan alle studenten, steeds voorafgaand aan een college of werkgroep. Deze animatie pakt het taboe aan op mentale problemen en verwijst naar het eveneens in 2022 ontwikkelde overzicht van support-aanbod. Via de animatie worden studenten aangemoedigd hier tijdig gebruik van te maken.

In 2022 vonden steeds meer studenten de weg naar de Student Living Room, waar ze kunnen ontspannen, medestudenten ontmoeten of informatie over persoonlijke ontwikkeling en welzijn krijgen. De ‘huiskamer’ wordt dagelijks bezocht door ruim honderd studenten. Ze beoordelen het initiatief met een 4,7 op een schaal van 5. Uit de EUR-monitor Studentenwelzijn blijkt dat 62% van de studenten de Student Living Room kent. De huiskamer was gehuisvest in de tent Aluhal op de campus en is in november verhuisd naar een mooie, vaste locatie in het nieuwe Langeveldgebouw. Gastheren en -vrouwen zijn getrainde studenten die een luisterend oor bieden en studenten zo nodig kunnen doorverwijzen.

In 2022 zijn welzijn en persoonlijke ontwikkeling geïntegreerd in de nieuwe onderwijsvisie. Reaching-out naar studenten in de classroom is van groot belang, enerzijds omdat de jaarlijkse EUR-monitor Studentenwelzijn aantoont dat de helft van de studenten bovengemiddelde stress en mentale problemen ervaart en anderzijds omdat welzijn en persoonlijke ontwikkeling bijdragen aan studentsucces. Docenten hebben daarin een rol. Daarom komt er in 2023 de training ‘Studentenwelzijn’ voor docenten van alle faculteiten.

In 2023 gaat het programma Studentenwelzijn door op de ingeslagen weg en bouwt daarbij de samenwerking met de faculteiten verder uit met als doel meer studenten te kunnen bereiken met het welzijnsaanbod. Het streven is om een wellbeing officer binnen iedere faculteit aan te stellen. Uiteindelijk draagt deze bij aan succesvolle implementatie van activiteiten binnen de faculteiten, zoals een training over studentenwelzijn voor docenten en tutoren die voor 2023 gepland staat.

De innovatiekracht van docenten wordt door de CLI ondersteund binnen het thema ‘Professionele ontwikkeling van docenten’. Door docenten permanent op een stimulerende, inspirerende manier op te leiden zijn en blijven ze niet alleen continu bezig met de versterking van de kwaliteit en innovatie van hun onderwijs. Daarnaast kunnen ze zich ook voortdurend aanpassen aan maatschappelijke veranderingen, nieuwe didactische inzichten uit wetenschap en praktijk en nieuwe technologische mogelijkheden.

Docenten kunnen deelnemen aan de standaard opleidingen. Dat zijn de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO), de Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) en de Leergang Onderwijskundig Leiderschap (LOL). In 2022 werden 118 BKO-certificaten, 32 SKO-certificaten en zes LOL-certificaten uitgereikt. In aanvulling op de standaardopleidingen worden microlabs aangeboden. Dit zijn korte how-to modules voor EUR-docenten over specifieke onderwijskundige vraagstukken. In 2022 zijn er 21 verschillende microlabs in totaal 92 keer uitgevoerd en hebben er 378 docenten deelgenomen. Door drie microlabs over toetsing te volgen kan een certificaat Basis Kwalificatie Examineren (BKE) worden behaald. In 2022 zijn er zeven van deze certificaten uitgereikt. Eén keer is het Senior Kwalificatie Examineren (SKE) certificaat uitgereikt. Naast dit opleidingsaanbod kunnen docenten ook inspiratie halen uit TeachEUR met werkvormen voor activerend onderwijs. Dit digitale hulpmiddel bevat 56 praktische voorbeelden en wordt regelmatig aangevuld met werkvormen die door docenten aandragen.

Docenten worden uitgenodigd om deel te nemen aan de Community of Practice: Innovation Capacity of Lecturers (CIC). Deze community verkent manieren om het innovatievermogen van docenten te vergroten. Waar mogelijk zet de CIC zich in samenwerking met faculteiten en andere stakeholders in voor de implementatie van innovatieve manieren van werken. Doel van het CIC is docenten tot sleutelfiguren te maken bij het realiseren van de strategische doelen, met betrekking tot toekomstgericht onderwijs. CIC doet ook voorstellen over de wijze waarop de taken van docenten verder kunnen worden gedifferentieerd en gedeeld met bijvoorbeeld coaches of onderwijsontwerpers. Deze zogeheten ‘ontbundeling’ wordt mogelijk gemaakt door het netwerk van Learning Innovation consultants in de faculteiten en de ondersteuning van de CLI en biedt ook technische oplossingen. CIC specificeert de ondersteuning die docenten nodig hebben in verschillende onderwijsfasen (van ontwerp tot beoordeling) en tijdens verschillende fasen in hun loopbaan aan de universiteit.

Verder is er een werkgroep opgezet die beleid en praktijk rond docentprofessionalisering samenbrengt. Het beleid vloeit voort uit de Onderwijsvisie en uit Erkennen en Waarderen. De werkgroep wil het aanbod voor docenten in de vorm van trainingen en support nog overzichtelijker en laagdrempeliger maken. De introductie (onboarding) van nieuwe docenten aan de EUR wordt verbeterd zodat zij direct weten wat er van hen wordt verwacht, waar ze informatie kunnen vinden en waar zij terecht kunnen voor hulp. De managementinformatie over docentprofessionalisering wordt ook verbeterd. Op deze manier draagt de CLI met zijn partners bij aan een stimulerend klimaat waarin docenten zich permanent kunnen ontwikkelen.

In 2021 begon de voorbereiding van projecten in het kader van ErasmusU_Online. Het College van Bestuur vroeg aan de CLI om dit initiatief te ontwikkelen als integraal onderdeel van Strategie 2024. ErasmusU_Online vergroot de toegankelijkheid van het onderwijs en doet dat door samen met faculteiten onlineprogramma’s te ontwikkelen als aanvulling op het reguliere campusonderwijs. De programma’s zijn bedoeld voor studenten die niet naar de campus kunnen komen, bijvoorbeeld vanwege afstand of drukte door de combinatie van werk en gezin. In het kader van UNIC helpt de CLI ook mee om online vakken te ontwikkelen voor Nederlandse en internationale studenten. Ze dragen bij aan het verhogen van de kwaliteit van het onlineonderwijs, het vergroten van toegankelijkheid en verruimen van keuzemogelijkheden voor studenten. Ook zorgen de vakken voor een betere balans tussen verschillende manieren van het aanbieden van onderwijs (op de campus, hybride en online).

In september 2022 ging de eerste online master van start: Psychology of the Digital Media. Dit is een fulltime masterprogramma dat wordt gevolgd door 23 studenten. De ervaringen van studenten, docenten en professional supporters met de online setting worden gedurende het studiejaar geëvalueerd. Een tweede programma dat van start ging, is de premaster Health Sciences dat door 22 online studenten wordt gevolgd. Vier vakken zijn geheel online en acht vakken worden hybride aangeboden. In het volgende studiejaar is het hele programma ook online beschikbaar zijn, zodat studenten kunnen kiezen. Aan andere online premaster- en masterprogramma’s wordt gewerkt zodat het onlineaanbod geleidelijk groeit.

Onderwijsinnovatieprojecten bij faculteiten

In 2022 hielpen de CLI de faculteiten bij de uitvoering van 43 innovatieprojecten. Dat gebeurde meestal op verzoek van docenten en de Learning Innovation-teams die een onderwijsonderdeel willen herontwerpen. Een mooi voorbeeld is de transitie naar Team Based Learning bij ESSB. Deze nieuwe manier van de organisatie van onderwijs is ook inspirerend voor andere faculteiten. Kennisdeling via netwerkevents wordt door de CLI dan ook gestimuleerd. Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van een operationeel kader voor de uitreiking van Edubadges, digitale bewijzen van kennis en vaardigheden die buiten de gewone cursussen zijn opgedaan. Een student kan hiermee makkelijker zijn kennis en ervaring met werkgevers en/of andere onderwijsinstellingen delen. De Vice Deans of Education besloten om dit instrument selectief in te zetten voor het erkennen en waarderen van extra activiteiten van studenten en docenten.  

De CLI organiseert ook digitaliseringsprojecten in samenwerking met Erasmus Digitalisation & Information Services (EDIS), de afdeling informatisering van de EUR. In 2022 is aan vier digitaliseringprojecten gewerkt. Een belangrijk project was het experiment met hybride onderwijszalen. Dat gebeurde op verzoek van de faculteiten. Op basis van de ervaringen is de technische en praktische ondersteuning van docenten verbeterd. Ook is besloten om het project voort te zetten onder de noemer Future Learning Spaces. Een ander voorbeeld is het bij elkaar brengen van wensen en initiatieven voor een E-portfolio dat onder meer kan worden ingezet bij programmatisch toetsen. Meer voorbeelden van innovatie- en digitaliseringsprojecten vindt u hier.

Co-creatie met studenten is een belangrijk onderdeel van de innovatie aanpak van de EUR. Students-for-Students faciliteert de CLI-initiatieven ter verbetering en aanvulling van het onderwijs. Een mooi voorbeeld is LifeVersity. Studenten organiseren daarbij online vaardigheidscursussen voor studenten. In 2022 namen ongeveer tweeduizend studenten deel aan cursussen, gericht op onder meer spreken in het openbaar, leiderschap, wellbeing, creativiteit & innovatie en carrière.

Docenten die een onderwijsinnovatie willen invoeren en evalueren, kunnen gebruik maken van CLI-fellowships. Er zijn jaarlijks twee rondes waarin aanvragen kunnen worden ingediend. Na een positief besluit financiert de CLI een deel van hun salaris, zodat zij één dag per week vrijgesteld zijn om hun project uit te voeren. Tijdens de looptijd houdt de fellow contact met de CLI en de andere fellows. Voorbeelden, lessen en resultaten delen ze met de community. In 2022 waren er dertig CLI-fellows actief. Het onderzoek van de fellows concentreert zich vooral rondom online en blended onderwijs, motivatie en welbevinden van studenten en docenten en vaardigheidsonderwijs.

In het kader van Erasmus Education Research zijn er ook twee PhD-studenten actief met steun van de CLI. Het eerste onderzoek gaat over ‘Intercultural Communication Competence and Global Citizenship in Higher Education’ en het tweede onderzoek heeft als titel: ‘Lost in transition? Access and academic success of diverse students in higher education’.

Met dit onderzoek profileert de EUR zich als een universiteit die niet alleen belang hecht aan de innovatie van onderwijs, maar ook aan de empirische evaluatie van de effecten van dergelijke innovaties. Versterking van onderwijsonderzoek draagt bij aan de onderwijskundige kennis en daarmee aan de kwaliteit van het onderwijs aan de EUR. Onder leiding van een ambassador is een interessante reeks researchlunches georganiseerd waarbij zowel de CLI-fellows als de PhD-studenten actief worden betrokken en zij de gelegenheid krijgen de voortgang of resultaten van hun werk te presenteren. Meer informatie over de CLI-fellows en onderzoekers, hun projecten en resultaten vindt u hier.

Om docenten op een laagdrempelige wijze toegang te geven tot toolkits, gidsen, handleidingen (over inclusief onderwijs en een inclusieve klas), is een online kennisplatform ontwikkeld met eenvoudig toepasbare best practices. 

Academic Outreach Program

In 2022 heeft het Academisch Outreach Programma ‘Onze Toekomst Verbinden’ grote stappen gezet om de toegankelijkheid van het hoger onderwijs te bevorderen. In co-creatie met schoolleiders, docenten, ouders en leerlingen van tien partnerscholen hebben wij een inclusief curriculum ontwikkeld. Het programma maakte verbindingen met meer dan dertig organisaties in de stad, waarmee activiteiten werd ontworpen die kinderen, jeugd en ouders op laagdrempelige wijze bekendmaken met de universiteit, studenten en onderzoek. 

De inspanningen op scholen en in de stad werden grotendeels verzorgd door studenten (rolmodellen). Zij kregen training op thema’s als kansen(on)gelijkheid in het onderwijs, rolmodel zijn, pedagogiek en didaktiek. De positieve impact daarvan blijkt uit reacties van de leerlingen: “Juf, over zeven jaar kom ik hier ook studeren, beloofd!”.

In 2022 zijn ook de eerste vier projecten van medewerkers en studenten afgerond die in 2020-2021 financiële steun ontvingen van het subsidieprogramma ‘Building New Blocks’. Twee projecten zijn inmiddels geïnstitutionaliseerd: het CARE onderwijsproject, een minor, en de Dutch Caribbean Association (DCA) een officiële studentenvereniging. De EUR startte verder de werkgroep Soft Landing binnen het lokale aansluitingsnetwerk van middelbare scholen en hogere onderwijsinstelling in Rotterdam (VO-HO netwerk). Samen met dit netwerk, met input van studenten, brengt de EUR in kaart welke factoren een zachte landing in het hoger onderwijs bevorderen.

Sociale veiligheid/studenten

Een veilige leeromgeving voor iedere student is essentieel. Het voorkomen van seksueel geweld is ook voor de EUR een belangrijk doel. Amnesty International riep in 2022 hogescholen en universiteiten op om een manifest te ondertekenen. De EUR ondertekende dit manifest en committeerde zich aan de actiepunten uit dit manifest. Aanvullend op het eigen lopende plan, werden er onder meer trainingen en workshops gegeven over het geven en vragen van goedkeuring, (consent), en er is een bewustwordingscampagne gestart over ongewenst seksueel gedrag, o.a. getoond tijdens de Eurekaweek. 

In 2022 zijn de nieuwe opleidingen Genomics in Society (onderzoek) en Master Societal Transitions door de NVAO geaccrediteerd. Twee postinitiële masteropleidingen werden beëindigd: de master Ethiek, Recht en Zorg en Commercieel Privaatrecht. De wo-master Tinbergen Institute Research Master in Economics werd omgezet in een joint degree. Het onderwijsportfolio zal in 2023 verder worden uitgebreid vanuit onder andere diverse samenwerkingen met internationale partners. 

Positieve besluiten accreditaties onderwijskwaliteit 

In 2022 zijn veertien opleidingen in het kader van de externe accreditatie volgens het NVAO-beoordelingskader gevisiteerd en positief beoordeeld.  

Opleidingskwaliteit borgen: tussentijdse evaluaties 

Acht opleidingen nodigden een panel uit voor peer-review in het kader van de tussentijdse opleidingsevaluaties. Die zijn een vast onderdeel van de kwaliteitszorg binnen de EUR. Opleidingen houden zo zicht op de kwaliteit van het onderwijs. Ook kunnen ze aan de slag met ontwikkelgerichte aanbevelingen. De manier waarop de EUR de tussentijdse opleidingsevaluatie uitvoert, is geëvalueerd en wordt met het oog op instellingsaccreditatie in 2023 verder doorontwikkeld.  

Evaluatie van initiatieven om onderwijskwaliteit te verbeteren 

Op basis van de onderwijsvisie van de EUR voeren faculteiten innovaties uit in hun onderwijs op verschillende thema’s. Die thema’s zijn verbonden aan impactleren, de professionele ontwikkeling van de student, het welzijn van de student en docentprofessionalisering. Begin 2022 verscheen een rapport van een panel van peers. Zij adviseerden de onderwijsvisie verder aan te scherpen op drie thema’s. Op basis hiervan werden eind 2022 dialogen gevoerd die faculteiten overstegen. Het leidde tot aanscherping van de onderwijsvisie. Tijdens drie conferenties spraken studenten, docenten, beleidsmedewerkers en bestuurders vanuit alle faculteiten met elkaar over het belang van de Erasmian Values, Impact, en de Erasmian Classroom. Deze gesprekken geven voeding aan de visie die in 2023 definitief wordt opgesteld.  

Kwaliteitscultuur 

Faculteiten die deelnemen aan dialogen die de faculteit overstijgen, is een belangrijk onderdeel van de wijze waarop de EUR de kwaliteitscultuur vormgeeft. Die cultuur kenmerkt zich immers door het ‘goede gesprek’. Naast het halfjaarlijks overleg van het College van Bestuur met de faculteiten, wordt tussen de faculteiten ontwikkelingsgericht geleerd in de ‘Communities of Practice.’ Deze communities worden geleid door academische leiders. De uitkomsten hiervan worden gedeeld met de leiders van de gezamenlijke faculteiten.