Voorwoord voorzitter CvB
Met veel plezier presenteer ik het jaarverslag 2022 van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), een weergave van wat wij met elkaar hebben bereikt. Bij het samenstellen ervan wordt mij nog eens extra duidelijk dat we heel trots mogen zijn.
Na de pandemie konden we eindelijk weer fysiek onderwijs aanbieden en werken op locatie. We zagen hiermee een nieuwe vorm van ‘normaal’ intreden, waar we met elkaar onze weg in probeerden te vinden. Studenten en medewerkers konden elkaar weer ontmoeten en dat betekende een einde aan het sociale isolement waarmee vooral veel studenten te kampen hadden.
2022 markeerde ook het midden van de lopende strategische periode. De midterm-evaluatie die wij in het eerste kwartaal lieten uitvoeren, bevestigt dat wij op de goede weg zijn. De commissie adviseerde dat wij de strategische doelstellingen verder verfijnen, de bedrijfsvoering versterken, impact tot centraal thema maken en de interdisciplinariteit van de EUR nog beter benutten. Voor wat betreft het onderwijs namen we deel aan de landelijke pilot van het project Een slimmer academisch jaar, gericht op kortere en beter ingerichte onderwijsjaarroosters. Met het topkader is geïnvesteerd in nieuw leiderschap en een leiderschapsvisie die in overeenstemming is met de strategie en onze Erasmiaanse waarden.
Na een zeer succesvolle exploratieve fase van de Convergence Alliance, het samenwerkingsverband van EUR, Erasmus MC en TU Delft, is dit consortium nu in een funderende fase beland en wordt gezocht naar een structuur waarmee dit zo belangrijke initiatief op duurzame wijze binnen de drie instellingen verankerd wordt. Binnen een ander samenwerkingsverband, dat van de Cultuurcampus, zijn grote stappen gezet en zal de daarbij nagestreefde fusie van de Rotterdamse kunstopleidingen van de Willem de Kooning Academie en Codarts van grote betekenis zijn voor onze rol voor de stad. De EUR werkt daar, samen met Hogeschool Rotterdam, aan mee.
In financieel opzicht was het afgelopen jaar van blijvend positieve betekenis. Zo konden we in het kader van het bestuursakkoord met de Minister van OCW rekenen op een aanzienlijk deel van de beschikbare middelen, mede ter compensatie van de relatief lage vaste voet in onze overheidsbekostiging. We ontvingen extra middelen voor de starters- en stimuleringsbeurzen en nieuwe sectorplannen voor de vakgebieden binnen de social sciences and humanities (SSH). Samen met de decanen is een blauwdruk gemaakt voor een goede en vernieuwende besteding van deze middelen.
Daarnaast zijn we blij met onze betrokkenheid bij maar liefst drie voorstellen in het kader van het prestigieuze NWO Zwaartekrachtprogramma- waarvan een als coördinator- met een substantiële externe bijdrage voor ons onderzoek. Binnen het Graduate Entrepreneur Fund is, in samenwerking met alumni van de TU Delft, € 50 miljoen binnengehaald, een recordbedrag.
Het welzijn van studenten en medewerkers is een van onze belangrijkste speerpunten. De EUR wil een veilige omgeving zijn, waar iedereen zich vrij kan bewegen. In dat kader zijn we, na de pilot met de Ombudsfunctionaris, overgegaan tot structurele inbedding van deze functie, nog voordat hiertoe door de minister is besloten.
De minister riep op tot een wervingsstop voor internationale studenten. Het is essentieel om het evenwicht te (blijven) bewaren tussen aanbod en toegankelijkheid voor de Nederlandse studenten en het overeind houden van onze uitstekende internationale reputatie en de toegankelijkheid voor internationaal talent.
In 2022 werden we geconfronteerd met een bezetting door studenten en medewerkers. Zij uitten hiermee hun zorg over het klimaat en eisten onder meer dat de universiteit alle banden met de fossiele industrie verbreekt. Hieruit blijkt eens te meer dat de universiteit een belangrijke positie heeft in de ontwikkelingen rondom duurzaamheid en klimaat. Los van het verloop van de bezetting was dit voor ons een belangrijke impuls om onze koers op dit onderwerp verder en op meer zichtbare wijze te bepalen.
De EUR is een actieve en bruisende gemeenschap met co-creatie en samenwerking als uitgangspunt, zowel binnen de universiteit als met externe partijen. Ik ben buitengewoon trots op de impact die we het afgelopen jaar hebben kunnen maken en ik heb er alle vertrouwen in dat we die in 2023, een lustrumjaar, verder zullen vergroten.
Ed Brinksma, Voorzitter van het College van Bestuur Erasmus Universiteit Rotterdam