Onderzoek
Het onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) richt zich van oudsher op de sociale- en gedragswetenschappen en geesteswetenschappen. Sinds de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen (FGG/Erasmus MC) is verbonden aan de universiteit, is het aandachtsveld verbreed naar levens- en gezondheidswetenschappen.
Voor onderzoek geldt bij de EUR een aantal voorwaarden. Ons onderzoek is excellent, we verbinden wetenschappelijke disciplines en we verrichten interdisciplinair onderzoek om complexe maatschappelijk vraagstukken op te lossen. We betrekken daarbij stakeholders nog voor een onderzoek begint. Het onderzoek van EUR en Erasmus MC is sterk internationaal verankerd.
Actualiteit
Sectorplannen
Gedurende het jaar werkten de faculteiten van de EUR in het kader van het bestuursakkoord van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W) aan een uitwerking op grond van de sectorplannen. Binnen het domein Social Sciences and Humanities (SSH) waren er drie (deel)plannen: één voor geesteswetenschappen (faculteiten ESHCC en ESPhil), één voor sociale wetenschappen (faculteiten ESSB en ESHCC) en één interdisciplinair plan voor het hele domein (faculteiten ESPhil, ESHCC, ESSB, ESL, ESE en RSM).
In tegenstelling tot de meeste andere universiteiten was dit laatste plan bij de EUR het grootste. Het plan is gericht op de maatschappelijke gevolgen van digitalisering en dan vooral waar het gaat om werk, welvaart en ondernemerschap. Digitalisering biedt nieuwe kansen, maar creëert ook risico’s – bijvoorbeeld voor de arbeidsmarkt en de aard van ons werk. De EUR levert daarover veel expertise en daardoor een bijdrage aan een maatschappelijk verantwoorde adaptie van nieuwe digitale technologie. In de laatste maanden van 2022 ging een interfacultaire werkgroep aan de slag. Maar liefst 36 nieuwe universitair docenten werkten aan het programma over digitalisering. Ze bevorderden het interdisciplinair debat over dit onderwerp. Het sectorplan beslaat de periode tot eind 2028.
Impact
Evaluating Societal Impact, verbreden van de focus
Evaluating Societal Impact (ESI) is één van de initiatieven binnen de pijler 'Fostering Societal Impact'. Begin 2022 gaf het College van Bestuur ESI opdracht de scope te verbreden. Naast de ontwikkeling van instrumenten en methoden om op een gestructureerde wijze aan maatschappelijke impact te werken, richt het project zich nu ook op het faciliteren van en adviseren over de ontwikkeling van een governance-structuur die activiteiten gericht op impact binnen de EUR ondersteunt.
Het ESI-project ontving van het CvB extra budget om het projectteam uit te breiden. Het team bestaat nu uit verschillende experts op het gebied van impactevaluatie en -governance, enkele (junior) onderzoekers en een design onderzoeker. Met dit veelzijdige team zijn verschillende faculteiten (RSM, ESE en ESHPM) en gezamenlijke onderzoeksprojecten (Erasmus Initiatives, Healthy Start) geholpen om hun impactambitie en -strategie te ontwikkelen. Dit kreeg vorm in workshops, focusgroepen en interviews, die via co-creatie tot stand kwamen. Ook werden de eerste stappen gezet in het evalueren van de maatschappelijke impact van het werk van de afdeling Sociale Verloskunde van het Erasmus Medisch Centrum en de Erasmus Initiatives. Daarnaast is geïnvesteerd in het creëren van duurzame instrumenten en methoden (bijvoorbeeld de ‘Theory of Change game’) die de EUR-gemeenschap helpen en ondersteunen om meer impact te maken.
Aanscherping van de definitie van Impact
Het ESI-project scherpte in 2022 de EUR-definitie over maatschappelijke impact aan. Het belang ervan wordt benadrukt door de slogan van de EUR: ‘Creating positive societal impact’. Een gezamenlijke definitie van wat die impact is, is noodzakelijk en leidt tot meer zichtbaarheid en versterking ervan.
Een bijdrage tot de definitie is geleverd met het document ‘Defining our societal impact at EUR. A common framework for our impact strategy’. Het is opgesteld in overleg met verschillende deskundigen en besproken in diverse gremia binnen de EUR. Het raamwerk biedt een kader dat strak genoeg is om een eenduidige richting te bepalen en ruim genoeg voor verschillen tussen disciplines, soorten van en routes naar impact via onderzoek, onderwijs en maatschappelijke betrokkenheid. De vaststelling van het document kort na het verslagjaar plaats en leidde tot verschillende acties. Voorbeelden zijn het definiëren van impactambities en -strategieën op faculteitsniveau, het organiseren van de portefeuille rond maatschappelijke betrokkenheid in onderzoek en onderwijs, het bevorderen van een doorlopende dialoog over impact en het betrekken van de bredere interne en externe gemeenschap bij de stappen om een impact gedreven universiteit te worden.
Impact journey
In 2022 begon de Erasmus Impact Journey, een initiatief van Erasmus Research Services (ERS), dat onderzoekers ondersteunt bij het impactvol, zichtbaar en concreet maken van onderzoek gericht op actuele maatschappelijke uitdagingen. Zeventien onderzoekers van verschillende EUR-faculteiten werden in het najaar gecoacht, onder meer met workshops. De vijf beste pitches werden verder begeleid en ontvingen een geldbedrag voor de verdere ontwikkeling van hun ideeën:
- Dr Rodrigo Mena (ISS), train de trainer programma ‘Ensuring the safety and security of researchers when carrying out research in crisis and vulnerable conditions’;
- Daphne Voormolen (ESHPM), instrument ‘Better healthcare outcomes called the WIX’;
- Femke Truijens (ESSB), trainingplatform ‘Qualitative research methods for mental healthcare’;
- Rianne Kok (ESSB), kennisplatform ‘Evidence-based knowledge and alternatives for parents to reduce their reliance on lying to their children’;
- Michelle Rasch, programma ‘Community- and bystander-based sexual violence prevention programme’.
Erasmus Initiatives
De Erasmus Initiatives bestaan uit vier programma’s, gericht op het vergroten van sociale en economische impact van het onderwijs en onderzoek. De verbinding en interactie tussen wetenschap en samenleving – tussen theorie en praktijk – zit in het DNA van de EUR. De Erasmus Initiatives bundelen de krachten voor wetenschap die ertoe doen. De vier programma’s:
‘Dynamics of Inclusive Prosperity’
Het Erasmus Initiative ‘Dynamics of Inclusive Prosperity’ (DoIP) onderzoekt hoe zoveel mogelijk mensen van welvaartsgroei kunnen profiteren met een zo min mogelijk negatieve gevolg van die groei. De toename van welvaart vereist een voortdurende afstemming van de veranderende belangen en waarden van overheden, bedrijven, burgers en ondernemers. Om dit dynamische veld in kaart te brengen, zijn wetenschappers van faculteiten ESL, RSM en ESPhil een multidisciplinaire samenwerking aangegaan.
Voor Erasmus Initiative DoIP was 2022 een jaar vol nieuwe projecten. Het gaandeweg verdwijnen van Covid 19-maatregelen maakte het niet alleen beter mogelijk om de ontmoetingen tussen de eigen onderzoekers weer op het oude niveau te brengen en daardoor veel nieuwe ideeën te ontwikkelen, maar ook om verder invulling te geven aan nieuwe samenwerkingen. Daarbij konden we ons beleid voortzetten om partnerships te ontwikkelen met diverse maatschappelijke stakeholders in binnen- en buitenland. Zo werd de samenwerking met de TU Delft geïntensiveerd, in projecten over ongelijkheid in fysieke leefomstandigheden. Met Hanyang University in Zuid-Korea werd een project gestart om vormen van inclusieve welvaart in Europa en Azië met elkaar te vergelijken. Buiten de wetenschappelijke wereld startte in de publieke sector onder andere een project met de gemeente Helmond. Daarin wordt onderzocht hoe de toenemende digitalisering van de (dienstverlening door de) overheid inclusief kan worden opgezet. Digitalisering biedt enerzijds veel mogelijkheden om de band tussen de burger en de overheid aan te halen en procedures sneller te doorlopen, maar dit brengt ook het risico van uitsluiting met zich mee. Dat geldt voor mensen die afhankelijk zijn van traditionele vormen van communicatie en fysiek contact in een kantoor. Verder startte DoIP met een consortium van bedrijven een project over ‘economics of mutuality’ in het midden- en kleinbedrijf. Met kennis van bedrijfskunde en bedrijfsrecht wordt in nauwe samenwerking met de betreffende bedrijven gezocht naar een antwoord op de vraag wanneer een bedrijf voldoende winst maakt, rekening houdend met de belangen van alle stakeholders. Dit alles toont een dynamiek die weerspiegelt dat in de samenleving de aandacht voor het belang van inclusieve welvaart toeneemt.
‘Smarter Choices for Better Health’
De EUR wil bijdragen aan de gezondheid van de wereldbevolking door slimmere keuzes te maken in de gezondheidszorg. Omdat gezondheid en gezondheidszorg complexe thema’s zijn, zet het Erasmus Initiative ‘Smarter Choices for Better Health’ (SCBH) in op meerjarig multidisciplinair onderzoek.
Tegen de achtergrond van een door de Covid 19-crisis wereldwijd sterk gegroeid besef van het belang van goede afwegingen ten aanzien van gezondheid en gezondheidszorg, begon het Erasmus Initiative SCBH in 2022 aan de tweede fase van het programma. SCBH richt zich daarbij nog steeds op preventie, efficiency en (on)gelijkheid in relatie tot gezondheid en zorg, voortbouwend op de resultaten die sinds de start in 2017 zijn behaald. Nieuwe promovendi en nieuwe postdocs nemen deel in de tweede fase. Bij het onderzoek werden in de loop van 2022 meer externe partijen betrokken, variërend van ziekenhuizen tot gemeenten en van verzekeringsmaatschappijen tot instellingen als het Trimbos Instituut en de Gezondheidsraad.
Binnen de EUR is er een grote belangstelling van onderzoekers om rond dit onderwerp in interfacultair verband projecten te starten. Ook buiten de EUR trekt de aanpak van de Erasmus Initiatives de aandacht, met name voor wat betreft de interfacultaire samenwerking en werkwijze. SCBH verzorgde daarom in 2022 een workshop voor faculteiten economie en bedrijfskunde van andere universiteiten over de vergroting van maatschappelijke impact. De University of Southern Denmark bracht in dit kader een bezoek aan de EUR, met het doel om kennis te delen over ontwikkelingen op het snijvlak van maatschappelijke gezondheidszorg en sociale wetenschappen.
Vital Cities & Citizens
Het Erasmus Initiatief Vital Cities & Citizens (VCC) ontplooide verschillende activiteiten voor het stimuleren van interdisciplinair werken met een focus op positieve maatschappelijke impact. Zo riep VCC een ‘Open door call’ uit om interdisciplinair werken tussen faculteiten te stimuleren. Dit leidde tot de lancering van zeven postdoc-projecten waarbij negen faculteiten (inclusief de FGG/Erasmus MC) en instituten betrokken zijn. De projecten begonnen in september en lopen door tot eind 2024. De onderzoeksprojecten richten zich op de vier kernthema’s van VCC: veerkracht, smart city, inclusie & diversiteit en rechtvaardige duurzaamheid. Voor meer informatie: https://www.eur.nl/en/research/research-programme/vcc-projects-page.
Het project ‘Mijn Stad Rotterdam’ is exemplarisch voor waar VCC voor staat. In dit project geven bewoners zelf aan wat voor een hoogwaardig stadsleven belangrijk is. Via de zogenaamde Q-methodologie voor systematische beleidsbeschrijving is een goed inzicht gekregen in de belangen van de verschillende stakeholders. De resultaten worden in het voorjaar van 2023 gepresenteerd en besproken met de gemeente Rotterdam, bestuurders, wetenschappers, bewoners en studenten. Verder is VCC betrokken bij verschillende onderwijsprogramma’s en -initiatieven, zoals het master honours programme ‘Tackling Inequalities’, de minor ‘Shared and Smart Cities’ (in samenwerking met Universiteit Leiden en TU Delft), masterprogramma’s ‘Urban Governance’ en ‘Metropolitan Challenges’ en de EUR-brede transdisciplinaire master ‘Societal Transitions’.
Societal Impact of AI (AiPact)
Societal Impact of AI (AiPact) betreft innovatief en interdisciplinair onderzoek en onderwijs in Artificial Intelligence (AI), waarbij de samenleving centraal staat. Samen met de belangrijkste betrokkenen worden de kaders bepaald voor het gebruik van AI op een manier die mens en maatschappij ten goede komt.
Het AiPact richt zich op vier belangrijke domeinen in de samenleving, waarbinnen verschillende ‘hot topics’ worden besproken zoals urban AI, AI street art, duurzaamheid, gelijke kansen en diversiteit & inclusie. Een interdisciplinair team van jong toptalent, de ‘AiPack’ bestaat uit vijf PhD’s en vier postdoc onderzoekers en richt zich op AI in vier maatschappelijke domeinen (kunst en cultuur, communicatie en verandering, gezondheidszorg, en werk en arbeidsmarkt). De teams werken samen met wetenschappers van verschillende faculteiten (RSM, ESSB, ESHCC, ESE en ESHPM). De Convergence partners (TU Delft en FGG/Erasmus MC) werken samen binnen Convergence initiatieven Health & Technology, AIDA en Centre for Bold Cities. Ook op nationaal niveau zijn de wetenschappers van de EUR betrokken in verschillende initiatieven en dialoogtafels rond AI.
Om de thematiek van AiPact binnen én buiten de EUR te vergroten had AiPact een grote rol in de ontwikkeling en uitvoering van de opening van het academisch Jaar met als thema ‘AI & Us: Imagining the Future’. Met behulp van de Social AI Research Seminars (ESSB/ESE), het AIDocs Film Festival en betrokkenheid bij de minor AI in Society (ESHCC), is een nadrukkelijk brede verbinding gevormd met medewerkers, alumni en studenten. Om het netwerk verder te versterken is het AiPact Spore Fund gelanceerd, waarmee EUR-wetenschappers worden gesteund bij innovatieve onderzoeks- en netwerkactiviteiten die aansluiten bij de AiPact doelstellingen. Zo waren er bijdragen aan de Surveillance & Society Conference (door ESHCC) en de AI World Summit (door RSM). Tot slot wordt in het door AiPact geïnitieerde AICON-kunstproject de dialoog met de samenleving aangegaan. Binnen AICON onderzoeken kunstenaars, wetenschappers en Rotterdammers samen de mogelijkheden en uitdagingen van AI in onze samenleving, waarbij verbinding wordt gevormd met behulp van kunst en AI. Deze trans sectorale co-creatie, te volgen via blogs, podcasts en video’s, zal leiden tot een interactief AI-kunstwerk in de publieke ruimte, gepland in het najaar van 2023.
2022 is ook een succesvol jaar geweest in het werven van middelen om het AiPact Initiative verder te consolideren, voor zowel de korte als langere termijn. AiPact steunde drie initiatieven van het Stichting Erasmus Trustfonds, waaronder een onderzoek vanuit ESSB en ESHPM, gericht op automatisering en de rol van platforms in de verpleegkunde. Het Steering Committee was actief betrokken bij de succesvolle werving van het Health & Technology Convergence flagship project ‘Consultation Room 2030’, over de toekomst van de spreekkamer. € 21,3 miljoen is toegekend aan het zwaartekrachtprogramma ‘Public Values in the Algorithmic Society’ (algosoc). De EUR was daarbij één van de hoofdaanvragers. Het algosoc-programma ontwikkelt interdisciplinaire inzichten over het toenemend gebruik van algoritmische besluitvorming en AI. Met een nationaal consortium van vijf universiteiten wordt de komende tien jaar met behulp van AI een grote bijdrage geleverd aan onderzoek, onderwijs en maatschappelijke impact. Het zorgt voor een aanzienlijke versterking van AiPact.
Om binnen en buiten de muren van de EUR de discussie te stimuleren over de maatschappelijke impact van AI worden alle AiPact-activiteiten en ontwikkelingen actief gedeeld via sociale media.
Strategische allianties
Convergentie
De huidige complexe maatschappelijke uitdagingen – waaronder klimaatverandering en verstedelijking, de gevolgen van digitalisering en de grotere rol van technologie en de houdbaarheid van ons gezondheidszorgstelsel – vragen om grensverleggende wetenschappelijke inzichten en een holistische aanpak. Daarom gingen de EUR, TU Delft en FGG/Erasmus MC in 2019 een intensieve samenwerking aan over de grenzen van disciplines en instellingen heen: de Convergence EUR-TUDelft-Erasmus MC. Binnen deze samenwerking komen kennis en kunde van sociaaleconomische, medische en technische wetenschappen samen. Hierdoor ontstaan de onderzoeks- en onderwijsinfrastructuren en zelfs nieuwe disciplines die nodig zijn om complexe maatschappelijke problemen te doorgronden en op te lossen.
In 2022 is er doorgebouwd op de al gelegde fundamenten. Dankzij de gezamenlijke inspanningen van alle betrokkenen is er binnen de Convergence community veel bereikt. In deze explorerende fase is er geëxperimenteerd met manieren van samenwerking door wetenschappers en professionals uit verschillende vakgebieden en institutionele culturen met verschillende modi operandi. Hieruit kwamen veel nieuwe projecten voort. Daarnaast zijn bestaande samenwerkingsverbanden versterkt en zijn nieuwe partnerschappen aangegaan. Ook zijn nieuwe curricula ontwikkeld en gestart en zijn goed bezochte evenementen, conferenties en workshops georganiseerd.
Deze inspanningen laten zien hoe de Convergence kan bijdragen aan het oplossen van complexe, urgente maatschappelijke problemen als grenzen van instellingen en disciplines worden doorbroken, en onderzoekers, medische experts, beleidsmakers, professionals uit het bedrijfsleven en de samenleving, ondernemers en studenten worden samengebracht.
De inspanningen bleven niet onopgemerkt. De burgemeesters van Rotterdam en Delft ondertekenden november 2022 een partnerschap met de Convergence om 'met de stad, voor de stad' te werken. Het gaat hierbij om co-creatie van vraag gestuurd onderzoek, waarbij de stad wordt gebruikt als een 'living lab' voor de uitdagingen waar grootstedelijke gebieden voor staan.
Daarnaast is in 2022 een voorzet gedaan voor de organisatorische doorontwikkeling van de Convergence. In 2023 leggen we de basis voor het vervolg. Vertegenwoordigers uit academische kringen en professionele diensten uit alle lagen van de drie Convergence instellingen stellen een 'Werkagenda Convergence 2023 - 2026' op. Een belangrijk onderdeel hiervan vormt de start van pilot ‘Schools of Convergence’. Door onderzoek, onderwijs en valorisatie samen te brengen in een concretere organisatievorm, zal het ecosysteem, het verband waarbinnen we samenwerken, verder worden versterkt.
In 2022 is er verder gewerkt aan de ontwikkeling van transdisciplinair onderwijs en onderzoek binnen de vijf programma’s en thema’s die de basis vormen voor de samenwerking binnen Convergence.
Over de stand van zaken bij vijf programma’s:
1. en 2. Resilient Delta en AI, Data & Digitalisation startten nieuwe minors: ‘Impact Space’, ‘Engineering with AI’ en ‘AI and/in society’. De onderzoekssamenwerking van AI, Data & Digitalisation is beloond met twee labs op het gebied van ethische, legal (juridisch) en societal (maatschappelijke) aspecten (ELSA) van de Nederlandse Wetenschapsagenda voor de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO-NWA): ELSA Lab Defense (Delft, Leiden) en ELSA Lab AI for Multi-Agency Public Safety Issues (Rotterdam, Delft). Een mooie stap binnen het thema Resilient Delta is de subsidie van het NWO voor het PATH2ZERO programma over de transitie naar emissievrije binnenvaart.
3. Health & Technology is goed op weg met de start van tien Flagship projecten.
4. Het Pandemic & Disaster Preparedness Center van de Convergence begon aan de werving voor de Frontrunner-projecten, de kick-start voor de lange termijn onderzoeksagenda. De officiële aftrap van de vijf onderzoeksprojecten had plaats na het verslagjaar, op 31 januari 2023.
5. Healthy Start hield zes ‘Sandpits’ met medische, technische en sociale wetenschappers, maatschappelijke partners en de jongeren. Daarmee legden zij de basis voor zes concrete projecten die de jeugd, de stad en de samenleving direct raken. Een resultaat is de aanstelling van de eerste interdisciplinaire Convergence-promovendus. Verder ging de eerste Convergence Fellow, die wetenschap en maatschappij met elkaar verbindt, van start gegaan.
Om vanuit de Convergence verbinding te vinden met regio en maatschappij, zijn evenementen en conferenties georganiseerd die wetenschappers, medische experts, beleidsmakers, professionals uit bedrijfsleven en maatschappij, entrepreneurs en studenten bijeenbrachten. Zo organiseerde Resilient Delta samen met Redesigning Delta-partners de International Redesigning Delta Conference, alsook kennisateliers over sociaaleconomische ongelijkheid en het klimaat. Dat gebeurde in samenwerking met de gemeente Rotterdam en de Hogeschool Rotterdam Kennisateliers. In juni 2022 hield Health and Technology het Science, Education & Innovation Festival. Deelnemers waren meer dan vijfhonderd wetenschappers, medische experts, beleidsmakers, professionals uit het bedrijfsleven en de samenleving, ondernemers, studenten en andere collega's uit de Convergence community.
Het festival, geopend door minister Mark Harbers (ministerie van Infrastructuur en Waterstaat), bood de unieke kans om inspiratie voor verandering op te doen en nieuwe, op ontwerp gebaseerde, paden te creëren voor urgente problemen voor de delta. Daarbij kan worden gedacht aan klimaatverandering en zeespiegelstijging.
Zowel vanuit de politiek, overheid en bedrijfsleven is er in 2022 veel interesse getoond in de Convergence. Dit resulteerde onder meer in een samenwerking met de gemeenten Rotterdam en Delft voor co-creatie van vraag gestuurd onderzoek ‘met de stad, voor de stad’. De steden fungeren hierbij als ‘living lab’. Ministers van OC&W en VWS bezochten het initiatief. Minister Conny Helder (VWS) hield een toespraak bij de Battle of the Minds Hackathon van Health & Technology. Directeur Curatieve zorg van het Ministerie van VWS Barbara Goezinne opende de datahub van Health & Technology. Minister Robbert Dijkgraaf (OC&W) bezocht het Circular Intensive Care project van Health & Technology.
EUR, TU Delft en FGG/Erasmus MC werken binnen de Convergence samen in werkgroepen op het gebied van bedrijfsvoering. Daarnaast zijn er nieuwe initiatieven opgezet om zowel de interne als externe stakeholders beter op de hoogte te houden van wat er speelt binnen de Convergence. Ook is er een heidag gehouden met de voltallige besturen van de drie instellingen. Daarbij staat het opstellen van een werkagenda centraal voor de funderende fase en het toegroeien naar Schools of Convergence.
LDE – samenwerking
De EUR werkt samen met Leiden en Delft in de LDE samenwerking. In 2022 werden de LDE Centres en het LDE-programma PortCitiesFutures geëvalueerd door een commissie onder leiding van oud-NWO-voorzitter Stan Gielen. De commissie is positief over de energie, inzet en bevlogenheid van de medewerkers. De centra vervullen een unieke en belangrijke rol bij de realisatie van vernieuwende inter- en multidisciplinaire onderzoeks- en onderwijssamenwerking. Door mid-career researchers met een vaste positie de ruimte te bieden voor vernieuwend onderzoek op basis van teamscience, lijkt het interuniversitaire onderzoek van de centra te beklijven in de faculteiten.
De LDE Centres en programma’s hebben hun werkzaamheden verder voortgezet, waarbij de onderzoeksresultaten in zogeheten White Papers werden gepresenteerd. De eerste White Paper ging in op kritieke materialen, energietransitie en geopolitiek. Kritieke materialen zijn zeldzaam en belangrijk voor de energietransitie. Een tweede White Paper gaat over de gezonde samenleving. Onderzoekers uit verschillende vakgebieden gaan met elkaar in gesprek over dit thema.
Een nieuw programma is LDE Global Research and Education with the Majority World. De drie universiteiten binnen LDE streven naar maatschappelijke relevantie in de eigen regio en wereldwijd. Voor dat laatste is samenwerking met de Majority World noodzakelijk. Een federatie van verschillende bestaande initiatieven (waaronder TU Delft Global, LUMC Global, LDE Centre for Frugal Innovation, Regiobeleid Leiden, Regiobeleid Delft, ISS, IHS, Afrika Studiecentrum, Rotterdam Global Health Initiative) is hierbij tot stand gebracht. De opgedane ervaring leert dat er enthousiasme voor dit programma bestaat en er veel vraag is naar de beschikbare middelen. Een voorbeeld van een activiteit is de Academy die LDE samen met de nationale wetenschapsorganisatie BRIN organiseerde in Serpong (Indonesië), over de Smart, Sustainable and Healthy City in Post Covid 19 Indonesia. De uitkomsten worden binnenkort in een boek gepubliceerd.
Samenwerking met Rotterdam
In 2022 kwam het partnerschap met de gemeente Rotterdam in een nieuwe fase. Dat is het gevolg van een eerder uitgevoerde evaluatie over die samenwerking, waarin werd geconcludeerd dat er meer verbinding nodig is tussen de diverse samenwerkingsverbanden, zoals kenniswerkplaatsen, de Convergentie, UNIC, Cultuur&Campus (zie verderop in dit hoofdstuk) en andere programma’s in het kader van de impactmissie. Het gesprek over de invulling hiervan is gestart in 2022. De focus ligt op het leggen, verankeren en zichtbaar maken van verbindingen.
De Rotterdam Scriptieprijs is voor de tiende keer uitgereikt. Deze prijs wordt uitgereikt aan een masterscriptie met een cijfer 8 of hoger, over een voor Rotterdam relevant onderwerp. In de jury zitten hoogleraren en UHD’s uit alle faculteiten, vertegenwoordigers van de gemeente Rotterdam en een gemeenteraadslid.
University of the Arts Rotterdam: Cultuur&Campus
Op 20 januari 2022 tekenden de bestuurders van Hogeschool Rotterdam/Willem de Kooning Academie, Codarts Hogeschool voor de Kunsten en de EUR een intentieverklaring om het kunstonderwijs in Rotterdam een flinke impuls te geven, door een nieuwe entiteit te vormen die zowel aan Hogeschool Rotterdam als aan de Erasmus Universiteit verbonden zal zijn. De gemeente Rotterdam steunt dit bijzondere initiatief dat een plek krijgt binnen Cultuur&Campus.
In april is bij de Europese Commissie een aanvraag gehonoreerd van de samenwerkingspartners binnen Horizon Grant Proposal New European Bauhaus. De subsidie van € 25 miljoen is voor de realisatie van de zogeheten Cultuur&Campus. Het Nieuwe Europese Bauhaus-initiatief financiert projecten die de wereld van kunst, cultuur en onderwijs verbinden met wetenschap en technologie. Cultuur&Campus beoogt een duurzame hub op te zetten van onderzoek, kunst, leren en gemeenschap in Rotterdam Zuid.
In de tweede helft van 2022 is in diverse werkgroepen gewerkt aan de ontwikkeling van de randvoorwaarden en content om te komen tot realisatie van de Cultuur&Campus. Daarbij lag de focus vooral op het vastgoed. Zo is er vanuit de Gemeente Rotterdam gewerkt aan een masterplan om ook toekomstige benodigde ontwikkelingen van de directe omgeving in kaart te brengen, bijvoorbeeld op het gebied van toegankelijkheid.
UNIC
De Europese alliantie UNIC is vanwege de internationale samenwerking belangrijk voor de EUR. Binnen UNIC werken tien universiteiten in zogeheten postindustriële steden samen. De missie van UNIC is om door inclusief onderwijs, innovatief onderzoek en de betrokkenheid van lokale partners een positieve impact te hebben op de ontwikkeling van de postindustriële steden. Studenten, onderzoekers, vertegenwoordigers van de steden en het maatschappelijk middenveld namen deel aan het Engaged Research Strategy Forum UNIC4ER. Tijdens de werkconferentie bij partner UCC in Cork, Ierland, zijn met stakeholders aan de hand van gezamenlijke uitdagingen de onderzoeksonderwerpen bepaald. Daarnaast is de Engaged Declaration geformuleerd. Hierin beloven alle UNIC-partners lokale gemeenschappen te betrekken bij onderzoek en innovatie.
Het UNIC4ER Seed Fund biedt kleinschalige financiële steun voor samenwerking rondom engaged research over alle disciplines heen. Dit Seed Fund is opgesteld om samenwerking tussen onderzoekers van verschillende UNIC-partners te stimuleren zodat er opnieuw gezamenlijk een subsidie aangevraagd kan worden. Een belangrijk instrument bij het monitoren en evalueren van de verschillende activiteiten is het Pulse Dashboard, dat regelmatig getoond wordt op de website van UNIC.
UITGELICHT
Maria Leptin bezoekt EUR
Op 16 juni bezocht professor Maria Leptin, voorzitter van de European Research Council (ERC), de EUR. Ze ging in gesprek met het college van bestuur, de Convergence EUR-TUDelft-Erasmus MC executive board, onderzoeksmanagers, ERC-laureaten en potentiële ERC-kandidaten. De gesprekken gingen vooral over nieuwe vormen van onderzoekevaluaties, diversiteit, inclusie en transdisciplinair onderzoek zoals we die bij Convergence EUR-TUDelft-Erasmus MC mogelijk maken.
Professor Leptin reageerde na afloop van het programma: "Ik was zeer onder de indruk van de jonge wetenschappers die ik vandaag heb ontmoet. Goed om te zien dat deze generatie deze ondersteuning, omgeving en vrijheid krijgen om te excelleren. Ik vond het prachtig om te zien hoe de fundamentele wetenschap hier geïntegreerd wordt in een bredere visie. De Convergence is een fantastisch idee en een unieke kans. Ik ben heel benieuwd hoe het zich zal ontwikkelen".
Voor meer informatie: https://www.eur.nl/en/news/president-european-research-council-visits-erasmus-university-rotterdam-i-am-very-impressed.
Open & Responsible Science
Open en verantwoorde beoefening van wetenschap is belangrijk. Daarbij worden data, software, publicaties en andere vormen van wetenschappelijke informatie zo vroeg mogelijk gedeeld en zo mogelijk hergebruikt. Bij de openheid hoort ook dat burgers al in een vroeg stadium worden betrokken. De aandacht daarvoor groeit.
Het programma Open & Responsible Science (ORS) verbindt kwaliteit, efficiëntie, impact en betrouwbaarheid met de missie en onderzoeksdoelstellingen van de EUR. In 2022 vonden twee EUR-brede campagnes plaats ter bevordering van de bewustwording, waardering en ondersteuning van ORS: 'Research Transparency - from Preregistration to Open Access' en ‘Engaged Research and Open Science’. 1.750 mensen woonden bijeenkomsten bij of bekeken ze achteraf online. Ook werden in 2022 voor het eerst de Open & Responsible Science prijzen uitgereikt in drie categorieën:
- Open Research
- Open Education
- Societal Engagement
Behoeften en uitdagingen van de digitale werkomgeving van onderzoekers zijn onderzocht. Op basis van meer dan veertig geïnterviewde onderzoekers en 350 ingevulde enquêtes ontstonden vijf profielen. Deze worden ingezet om de dienstverlening te verbeteren.
De diensten Erasmus Digitalisation & Information Services (EDIS), Erasmus Research Services (ERS) en de Universiteitsbibliotheek zijn gestart met het testen en implementeren van het research datamanagementsysteem Yoda. Meer over Yoda leest u in hoofdstuk 6.
Verder was er in 2022 veel aandacht voor beleid en advies. Dat gebeurde met het project Up-to-Standard, een onderdeel van het programma Next Level RDM-support. Het leidde tot het verbeteren van advies over diensten voor het verzamelen, opslaan en bewerken van (gevoelige) onderzoeksgegevens. Het project droeg ook bij aan een betere afstemming en aanscherping van het beleid op gebied van privacy, dataclassificatie en veiligheid.
Kwaliteitszorg Onderzoek en SEP
Sinds de vaststelling van het nieuwe strategische evaluatie protocol (SEP) zijn er drie EUR-faculteiten extern geëvalueerd. Het betreft de Rotterdam School of Management (RSM, visitatie in september 2021, rapport uitgekomen februari 2022), de Erasmus School of Economics (ESE, visitatie in juni 2022, rapport uitgekomen november 2022) en de Rotterdam School of Law (ESL, visitatie november 2022, rapport uitgekomen februari 2023). Het belangrijkste verschil met het vorige SEP is dat de commissie haar oordeel op de hoofdcriteria (wetenschappelijke kwaliteit, maatschappelijke impact en vitaliteit) in woorden geeft en niet cijfermatig. Ondanks dat dit voor de commissies niet eenvoudig is, heeft iedere visitatie een zeer goed resultaat opgeleverd qua beoordeling en (strategische) advisering.
De kwaliteit van het wetenschappelijke onderzoek van de drie beoordeelde faculteiten is zeer goed met op meerdere vlakken (internationaal) excellent. RSM, dat deel uitmaakte van een nationale evaluatie, kwam bovendien zeer sterk uit de vergelijking met de andere business-en managementfaculteiten.
De rapporten zijn te vinden op: https://www.eur.nl/onderzoek/research-services/onderzoekskwaliteit-en-integriteit/onderzoeksbeoordeling
Iedere beoordelingscyclus wordt afgesloten met een gesprek tussen de Rector Magnificus en het de faculteit waarbij de belangrijkste bevindingen en adviezen besproken worden. Daarnaast stelt iedere faculteit op basis van de aanbevelingen van de commissie een plan van aanpak op waarin wordt omschreven hoe de faculteit de aanbevelingen gaat implementeren.
Wetenschappelijke integriteit
Na de toekenning van de ‘Best Practice Award’ voor de Dilemma App Game door de Council of Europe (CoE) heeft de CoE samen met EUR een conferentie georganiseerd over ‘promoting scientific integrity’. Diverse sprekers uit binnen-en buitenland gaven presentaties waarbij werd ingegaan op de wijze waarop wetenschappelijke integriteit zich verhoudt tot de toenemende toegankelijkheid van AI voor het schrijven van essays en artikelen. De druk die studenten hierbij kunnen ervaren werd geadresseerd, evenals de vaak onderbelichte koppeling tussen mentale gezondheid en wetenschappelijke integriteit. Ook werd tijdens de conferentie de dilemma app nogmaals onder de aandacht gebracht.
In 2022 was er veel aandacht voor de correcte registratie van leerstoelen die (deels) gefinancierd worden door een externe partij. Het belang van transparantie en verantwoording over externe financiering is in lijn met de UNL-code wetensschappelijke integriteit uit 2018.
Promoties en PhD beleid
In 2022 vonden bijna 400 promoties plaats waarbij twee-derde deel voor rekening komt van het Erasmus MC. Van het totaal aantal promovendi was 58% vrouw. Het aantal promoties lag wat hoger dan gebruikelijk en dit kan te maken hebben met kandidaten die hun promotie hebben uitgesteld in 2021 in verband met de Covid-19 crisis. Er waren achttien cum laude promoties en dat betekent dat het aandeel cum laude ten opzichte van 2021 iets verder daalde naar 4,5%. In 2022 zijn er binnen het experiment promotiestudenten drie kandidaat gepromoveerd. Er was geen uitval van kandidaten. Het totaal aantal actieve promotiestudenten is 10.
UITGELICHT
Betekenisvol onderzoek beloond met de Spinozapremie
Professor Thea Hilhorst kreeg de NWO Spinozapremie, de hoogste wetenschappelijke onderscheiding in Nederland. Minister Robbert Dijkgraaf (OCW) reikte deze prijs uit als erkenning voor haar baanbrekende werk op het gebied van humanitaire hulp en sociale wetenschappen. De prijs biedt de professor de kans om haar baanbrekende onderzoek voort te zetten en haar impact op de wereld te vergroten.
Promoties
tabel 7
Faculteit | totaal | man totaal | man niet CL | man CL | vrouw totaal | vrouw niet CL | vrouw CL | CL totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
EMC | 264 | 105 | 99 | 6 | 159 | 153 | 6 | 12 |
ESE | 12 | 9 | 8 | 1 | 3 | 3 | 0 | 1 |
ESHCC | 7 | 2 | 2 | 0 | 5 | 5 | 0 | 0 |
ESHPM | 20 | 6 | 6 | 0 | 14 | 14 | 0 | 0 |
ESL | 20 | 7 | 7 | 0 | 13 | 13 | 0 | 0 |
ESPhil | 2 | 2 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
ESSB | 34 | 12 | 11 | 1 | 22 | 21 | 1 | 2 |
ISS | 16 | 9 | 7 | 2 | 7 | 6 | 1 | 3 |
RSM | 23 | 16 | 16 | 0 | 7 | 7 | 0 | 0 |
TOTAAL | 398 | 168 | 158 | 10 | 230 | 222 | 8 | 18 |
Young Erasmus Academy
Ook in 2022 droeg de Young Erasmus Academy (YEA; 26 leden) actief bij aan beleidsvorming en interdisciplinaire projecten binnen de EUR. Daarnaast hield YEA zich bezig met interinstitutionele netwerken en samenwerkingen buiten de EUR. Zo speelden YEA-leden op beleidsniveau een actieve rol in het EUR-programma Erkennen- en Waarderen (E&W), in het interfacultaire overleg over de invoering van de E&W-agenda, in het traject naar narratieve curriculum vitae en in Team Science. Bovendien nam YEA samen met Erasmus Research Services (ERS) deel aan de raadpleging over de herziening van de EUR-subsidieregelingen voor mentorschap en onderzoekstimulering.
Een aantal eerstejaarsprojecten van nieuwe YEA-leden is goedgekeurd, waaronder Chen Li’s (ESE) podcastseries over het combineren van onderzoek en ouderschap, Lieke Oldenhofs (ESHPM) Thesis Lab Resilient City Rotterdam en Klazina Kooimans (EMC) initiatief over inclusief werkgeverschap aan de EUR. De eURBAN-podcastserie over maatschappelijke uitdagingen in Rotterdam is gecoördineerd door Amanda Brandellero (ESHCC) in samenwerking met studenten, onderzoekers en stakeholders. YEA organiseerde ook de eerste call voor een interdisciplinaire PhD, die werd toegekend aan Jane Murray (ESHPM) voor het project ‘Assessing and improving the District Prevention Network’ dat ze uitvoerde in samenwerking met de Gemeente Rotterdam.
Buiten de EUR werkte YEA samen met andere Jonge Academies, onder meer in de oprichting van de Green Academy, voor de uitwisseling van ervaringen en praktijken op het gebied van duurzaamheid en klimaatbestendigheid. Bovendien namen YEA-leden Dan Schley (RSM) en Iris Landsdorp (EMC) het voortouw om de banden met de Jonge Academies in de LDE-samenwerking van de EUR met universiteit Leiden en TU Delft aan te halen.
Onderzoekssubsidies- en prestaties
ERS ondersteunde acht grootschalige onderzoeksinitiatieven met behulp van Coordinatorship Enablement Packages (CEP). Deze pakketten zijn een strategisch instrument om EUR-onderzoekers te ondersteunen, te stimuleren en in staat te stellen de uitdaging aan te gaan van het coördineren van een groot extern gefinancierd onderzoeksinitiatief.
De acht initiatieven betreffen coördinatorschappen van het Europese onderzoeks- en innovatie initiatief Horizon 2020, de Nationale Wetenschapsagenda NWA en van beurzen gerelateerd aan de zogeheten topsectorprogramma’s. Dit type beurzen kenmerkt zich door een hoge mate van (administratieve) complexiteit in de aanvraag en de uitvoering van de projecten. Dat komt omdat er sprake is van meerdere partners en cofinancieringseisen. Van de acht ondersteunde projecten zijn er uiteindelijk vier toegekend. De gemiddelde omvang van de ontvangen externe financiering is ruim € 3 miljoen, met een EUR-aandeel van ruim € 1 miljoen.
De toegekende projecten zijn:
- IANUS, coördinator Hub Zwart (Horizon 2020 coördinatorschap onder leiding van ESPHil en ESHCC);
- AI MAPS, coördinator Gabriele Jacobs (ELSA lab – NWO NLAIC middelen, onder leiding van ESSB en ESL);
- RECHARGE- EU, coördinator Trilce Navarrete Hernandez (Horizon 2020 coördinatorschap onder leiding van ESHCC);
- Cultuur&Campus (Europese BAUHAUS toekenning).
De toegekende collaboratieve projecten, met veelal meerdere betrokken faculteiten en partners uit binnen- en buitenland zijn qua management complex. Daarom begon ERS met een pool van professionele projectmanagers ter ondersteuning van het post-award proces van deze grote initiatieven.
Zwaartekracht
In 2022 was EUR succesvol in het binnenhalen van NWO Zwaartekracht subsidies. Met die subsidies stimuleert het ministerie van OCW excellent onderzoek in Nederland. Het programma is bedoeld voor wetenschappelijke consortia die de potentie hebben om tot de wereldtop op hun gebied te behoren. Als hoofdaanvrager kreeg de EUR een Zwaartekracht subsidie voor het project ‘Growing Up Together in Society’ (GUTS, Eveline Crone). Daarnaast zijn er drie aanvragen toegekend waarbij de EUR mede-aanvrager was: ‘Public Values in the Algorithmic Society’ (ALGOSOC, Moniek Buijzen), ‘The Dutch Brain Interfaces Initiative’ (DBI2, Chris de Zeeuw) en ‘Stress-in-Action: Advancing the Science of Stress by Moving the Lab to Daily Life’ (Liesbeth van Rossum).
Bijzondere onderzoek-prestaties
- De EUR neemt als Lead Partner deel aan ‘ICE- Innovation by Creative Economy’, een samenwerking van vijf internationale consortia geïnitieerd door het Europees Instituut voor Innovatie en Technologie (EIT). Deze samenwerking is ontworpen om de verborgen waarden van de culturele en creatieve sectoren en industrieën te ontketenen om zo een gamechanger te worden voor Europa’s groene, digitale en sociale transformatie. EIT Culture & Creativity ontvangt ongeveer € 150 miljoen steun van de EIT voor twee keer zeven jaar. Daarna moet ze zelfvoorzienend zijn. Onder het motto ‘Created in Europe’ stelt de ICE-samenwerking een pan-Europees consortium samen van vijftig universiteiten, onderzoeksinstellingen, bedrijven, investeerders en verenigingen die van belang zijn voor Europese culturele en creatieve sectoren en industrieën (CCSI) in twintig landen.
- De EUR is penvoerder van het project ‘Artificial Intelligence for Multi-Agency Public Safety Issues’ (AI-MAPS). Dit consortium van 26 organisaties ontvangt van NWO een subsidie van ruim € 2 miljoen en vormt een zogenaamd ELSA lab (Ethical, Legal, Social aspect of AI-LAB). De partners van AI MAPS komen uit het academisch onderzoek, de overheid, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld, zoals TNO, Nationale Politie, Google, Oditty.ai, Nokia en Security Delta (HSD).
- In september werd het 'Erasmus Center for Sport Integrity & Transition' (ESPRIT) gelanceerd. De doelstelling van de transdisciplinaire onderzoeksgroep is het onderzoeken en aanpakken van complexe integriteitsvraagstukken in de sport, te midden van een postmoderne wereld in transitie.
- SPRING, een consortium van het ‘Resilient Delta Initiative’, is een samenwerkingsverband tussen de EUR, FGG/Erasmus MC, de TU Delft en Hogeschool Rotterdam. Met hun Living Labs maakt SPRING van Rotterdam een ecosysteem voor open innovatie. De wetenschappers onderzoeken een vraagstuk op locatie, samen met betrokken bewoners, de gemeente Rotterdam, maatschappelijke organisaties en andere stakeholders. Initiatiefnemers zijn Renske Keizer (EUR) en Maarten van Ham (TU Delft).
Een overzicht van gewonnen prijzen, persoonlijke en collaboratieve beurzen is opgenomen in de bijlagen.
UITGELICHT
‘Succesvol opgroeien is een puzzel’
Het toegekende Zwaartekracht project ‘Growing Up Together in Society (GUTS) (https://www.eur.nl/nieuws/onderzoeksprojecten-erasmus-universiteit-rotterdam-krijgen-433-miljoen-euro-van-programma) onder leiding van prof.dr. Eveline Crone van Erasmus Universiteit Rotterdam, ontvangt een subsidie van € 22 miljoen. Doel van dit project is om te ontdekken hoe jongeren succesvol kunnen opgroeien en bijdragen aan de huidige en toekomstige maatschappij. “Succesvol opgroeien is een puzzel”, stelt Eveline Crone, hoogleraar Developmental Neuroscience in Society. “Het onderzoek naar hersenontwikkeling bij jongeren is veelal individueel gericht. Maar een kind groeit niet individueel op, het is onderdeel van systemen van familie, vrienden, school en maatschappelijke normen. Daarom heeft het grote meerwaarde om kennis hierover met elkaar te verbinden.”
Er is al vijf jaar gewerkt aan het consortium van psychologen, sociologen, kinderpsychiaters, pedagogen en neurowetenschappers, waar ook de Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit, Amsterdam UMC, Universiteit Leiden, Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht, Radboudumc en het Nederlands Herseninstituut bij betrokken zijn. “Er wordt te makkelijk gedacht over interdisciplinair samenwerken, maar je moet echt elkaars taal leren spreken en elkaar vertrouwen. Daarin hebben wij geïnvesteerd en zo krijg je doorbraken.”