
Onderwijs
Inleiding
Het jaar 2024 was een mijlpaal voor de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Het markeerde het einde van zowel de strategische periode (EUR 20-24) als de Kwaliteitsafspraken. De afgelopen vier jaren waren enerverend. We gaven in deze jaren invulling aan onze onderwijsagenda en werkten hard aan impactgedreven, inclusief en toekomstbestendig onderwijs en het verder verbeteren van onze onderwijskwaliteit.
We hebben mooie en grote stappen gezet. Binnen alle faculteiten ontwikkelden we onderwijs dat recht doet aan het concept van impactgedreven en engaged onderwijs. Dit onderwijs stimuleert studenten zich in te leven in andere zienswijzen en een eigen visie te ontwikkelen op complexe vraagstukken. Dit doen ze in samenwerking en afstemming met maatschappelijke stakeholders, variërend van het bedrijfsleven tot wijkbewoners.
Daarnaast zijn we een Rotterdamse universiteit die vanuit een regionale kracht opereert in een landelijke en internationale context. Dit doen we in verschillende (internationale) strategische allianties, zoals Convergence, LDE Universities en Unic. Internationalisering stond in 2024 opnieuw in de schijnwerpers, met name door de Wet Internationalisering in Balans (WIB) en de daaruit voortvloeiende Toets Anderstalig Onderwijs (TAO). De EUR nam de uitdaging aan om opnieuw te onderzoeken hoe internationalisering past bij de manier waarop we onze studenten willen opleiden en hoe we om willen gaan met anderstalige programma's.
Onze herijkte onderwijsvisie uit 2023 gaf tevens aanleiding om ons integrale beleid rondom toegankelijkheid – Access & Equity – te herzien. We willen een universiteit zijn waar iedereen welkom is en volledig tot zijn recht komt. Daarom blijven we hard werken aan een krachtige leeromgeving. We evalueerden en wijzigden onze toelatings-en selectieprocedures. Het leidde tot vernieuwde ambities voor Access & Equity. De komende jaren zetten we deze ambities om naar een nieuwe beleidsagenda. De daaruit voortvloeiende praktische implicaties dragen bij aan een toegankelijkere universiteit te werken. In het verlengde daarvan werken we ook aan toegankelijkheid voor een bredere doelgroep: Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Zie: Uitgelicht.
Verder blijven we werken aan de condities voor een krachtige onderwijsomgeving. We pakken de werk- en studiedruk aan richten het onderwijs slimmer in. Een grote stap hierin is een Slimmer Academisch Jaar, gerealiseerd in 2024. Adviezen over dat jaar zijn opgenomen in een strategisch implementatieplan. De adviezen vormden de basis voor een implementatietraject dat in 2024 begon en dat leidt tot slimmere jaarroosters en curricula vanaf 2025-2026. Verder participeren wij in een vierjarig landelijk OCW-traject ‘Een Slimmer Collegejaar”. In 2024 hebben een aantal opleidingen hun pilots verder ontwikkeld.
Docentkwaliteit is een andere belangrijke voorwaarde voor een krachtige leeromgeving. In 2024 hebben CLI en haar partners verdere stappen gezet in docentontwikkeling, onderwijsinnovatie en de ondersteuning van studenten. Dankzij de toekenning van de Npuls-subsidie konden we onderwijsinnovatie (waaronder AI) en de kwaliteit van het hoger onderwijs stimuleren en verbeteren. Daarnaast maakte de werkgroep Docentontwikkeling een start met de implementatie van het in 2024 opgeleverde beleidskader Docentontwikkeling.
Verder kunnen twee transversale thema’s, Studentwelzijn en Inclusiviteit, niet onbenoemd blijven. Ze hebben een plek in het onderwijs en in projecten en zijn daarnaast een randvoorwaarde voor het realiseren van een krachtige leeromgeving. In 2024 kreeg Studentwelzijn een impuls met de ROOM-app en een docententraining. Bij inclusiviteit is de nadruk gelegd op de zachte landing van nieuwe studenten, docentontwikkeling, sociale veiligheid en een betere informatievoorziening aan specifieke studentgroepen over het reilen en zeilen binnen een universiteit.
Ook gaan we dieper in op ons onderwijsaanbod en de onderwijskwaliteit in 2024. Zo troffen we in 2024 voorbereidingen voor nieuwe opleidingen gericht op impact en engagement en werden er 22 opleidingsevaluaties gehouden. Verder is de nieuwe EUR-kwaliteitszorgvisie vastgesteld en is er gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteitscultuur. Tot slot, ontwikkelden we de medezeggenschap verder.
Impact gedreven onderwijs voor alle studenten
De EUR zet zich in voor onderwijs waarin studenten actief samenwerken met mensen buiten de universiteit om lokalen, regionale en internationale maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Voorbeelden zijn energiearmoede en de toegang tot de gezondheidszorg. Met de focus op ‘impactgedreven onderwijs’ zet de EUR sinds 2020 in op onderwijs waarbij studenten voorbereid worden om een bijdrage te leveren aan het begrijpen en waar mogelijk oplossen van deze complexe uitdagingen.
Impactgedreven onderwijs: overdracht naar ‘the core’
Het onderwijsprogramma Impact at the Core werd eind 2024 afgerond en overgedragen aan het CLI. De komende jaren werken we verder aan het implementeren van impactgedreven onderwijs. De focus ligt dan op uitdagingen als energietransitie, toegankelijke gezondheidszorg en inclusieve welvaart.
Zichtbare betrokkenheid bij onze omgeving
De EUR werkte in 2024 samen met een groeiend aantal lokale partners aan maatschappelijke vraagstukken. Studenten van ESSB organiseerden tijdens een werkweek activiteiten voor nieuwkomers in Rotterdam in samenwerking met MDT op Zuid en De Werkshop. Verder gingen studenten met vraagstukken van Werkplaats Crooswijk aan de slag. Twaalf tweedejaarsstudenten Gezondheidswetenschappen van ESHPM brachten de gevolgen in kaart brengen van het wegvallen van de Crooswijkcoach voor professionals en bewoners. Daarnaast werkten 24 bestuurskundestudenten voor hun bachelor scriptie aan participatievraagstukken van verschillende organisaties in Crooswijk.
Krachten bundelen
Veel docenten lopen tegen vergelijkbare uitdagingen aan binnen impactgedreven onderwijs. Binnen de Impact Community Health brengt werken docenten samen met stakeholders in de welzijns- en zorgsector. Ze onderzoeken hoe de impact van de verschillende inspanningen verder vergroot kan worden, hoe betekenisvolle partnerschappen bevorderd kunnen worden en welke kansen voor samenwerking bestaan.
Daarnaast lanceerden we in 2024 het kennisplatform voor impactgedreven onderwijs. Het platform biedt inspirerende kennis en hulpmiddelen om positieve maatschappelijke verandering in het hoger onderwijs te stimuleren. Een voorbeeld hiervan zijn de e-modules van de ESSB, die studenten voorbereiden op samenwerking met externe partners.
Strategische allianties
De EUR investeert in belangrijke samenwerkingen die het onderwijs beter verbinden met de maatschappelijke context verbinden.
Leiden-Delft-Erasmus Universities
De EUR werkt binnen de alliantie Leiden-Delft-Erasmus Universities (LDE) samen met de Universiteit Leiden en de TU Delft en doet dat vooral in het aanbod van gemeenschappelijke keuzevakken en afstudeeropdrachten. In het afgelopen realiseerde LDE onder meer:
- Het LDE Centre for Sustainability organiseerde Interdisciplinary Thesis Labs
- Twee nieuwe LDE-minors gestart: Future Challenges Lab: Co-creating sustainable practices in and beyond the Indonesian City en SDG-based entrepreneurship in organizations.
- De nieuwe bacheloropleiding Economie & Samenleving (accreditatie en start).
- Het samen met de Haagse Hogeschool, Vereniging Nederlandse Gemeenten en andere externe partijen indienen van een voorstel bij het LLO Katalysator subsidieprogramma voor een gezamenlijk aanbod op het gebied van warmtetransitie in bebouwde omgeving.
- De publicatie door leden van de LDE Community of Practice Inter- en Transdisciplinair onderwijs van de Position Paper gepubliceerd ‘Sturen op Transdisciplinair Onderwijs’. Deze bevat aanbevelingen om transdisciplinair onderwijs op een duurzame manier te verankeren binnen de drie partneruniversiteiten en daarbij gezamenlijk op te trekken binnen de regio.
Convergence: samenwerking tussen EUR, Erasmus MC en TU Delft
Binnen de Convergence alliantie bundelen de EUR, Erasmus MC en TU Delft hun krachten om urgente maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. In 2024 werden verschillende initiatieven ontwikkeld:
- Het Health & Technology programma zette de eerste stappen voor de ontwikkeling van de transdisciplinaire research master Sustainable Health.
- Healthy Start ontwikkelde het vak Local to Global, waarin studenten onder begeleiding van maatschappelijke partners de gevolgen van wereldwijde uitdagingen voor lokale gemeenschappen onderzoeken.
- Het Pandemic & Disaster Preparedness Center organiseerde een Winter School over transdisciplinair en transformatief onderzoek voor PhD’s en Postdocs.
- Ook werkten onze programma’s met andere partners samen aan Summer Schools. Zo sloeg Resilient Delta de handen ineen met Erasmus Verbindt om de praktijk naar de collegezaal te brengen en studenten zo klaar te stomen om complexe maatschappelijke vraagstukken op te lossen.
Opereren in een internationaal speelveld
De EUR is een toonaangevende, internationale en grensverleggende wetenschappelijke instelling van wereldformaat en heeft dus een sterke internationale reputatie in het SSH-domein. Internationalisering zit in het DNA van de universiteit. Tegelijkertijd zijn we sterk lokaal en regionaal verankerd.
Internationalisering gaat over samenwerking, kennisdeling en mobiliteit over de lands- en cultuurgrenzen heen. Het is essentieel voor onderwijs, onderzoek en innovatie. We versterken onze zichtbaarheid en ons concurrentievermogen, mede door gebruik te maken van Europese subsidieprogramma’s, zoals Horizon Europe en het Erasmus+ programma.
De huidige (geo)politieke uitdagingen en maatschappelijke dynamiek vragen om adaptief en toekomstgericht acteren op internationale partnerschappen en samenwerking. De EUR komt aan die behoefte tegemoet.
De Wet Internationalisering in Balans als uitdaging (WIB)
In 2024 organiseerden we werksessies om de faculteiten voor te bereiden op de verwachtte Toets Anderstalig Onderwijs (TAO). In 2024 was er hierover onzekerheid. De verwachting is dat de impact van de WIB op het hoger onderwijs groot zal zijn. Dat geldt voor de financiën, de doorstroom van studenten naar masters en het verlies van talent, onderzoekspotentieel, personeel, onderwijskwaliteit, samenwerkingen met diverse externe en internationale partners en van inter- en transdisciplinair onderwijs.
Verbinden van perspectieven
De EUR onderscheidt zich door een inter- en transdisciplinaire focus op relevante mondiale vraagstukken en het opleiden van een diverse gemeenschap van wereldburgers die oplossingen bieden voor stedelijke en mondiale uitdagingen.
De actieve deelname aan platforms en netwerken binnen en buiten Europa en de internationale samenwerkingen binnen diverse allianties, maken het mogelijk om onze globale oriëntatie te verbinden met het creëren van lokale en regionale positieve maatschappelijke impact en het versterken van het EUR-profiel. In 2024 had de EUR 215 unieke partnerschappen op basis van een memorandum of understanding of een bilateraal Erasmus+ overeenkomst. Vaak betrof het hier een uitwisseling. Ook kent de EUR veel overeenkomsten die gebonden zijn aan subsidie voor samenwerking binnen onderwijs en onderzoek.
Internationale allianties die voor EUR belangrijk zijn in het kader van het Europese perspectief en internationalisering in onderwijs en onderzoek, zijn onder meer het European Universities Initiative – waarbinnen EUR coördinator is van UNIC – en de European Institute of Innovation & Technology (EIT) – waarbinnen EUR betrokken is bij de EIT Health en de EIT Culture & Creativity.
UNIC als toegangspoort voor geëngageerd onderwijs en onderzoek in Europa
De EUR coördineert de UNIC European University Alliance. Dit is een alliantie van tien universiteiten in postindustriële steden, financieel gesteund door de Europese Commissie. UNIC versterkt internationale samenwerking, draagt bij aan de EUR-strategie en biedt studenten en medewerkers nieuwe kansen op het gebied van onderwijs, onderzoek en maatschappelijke betrokkenheid.
Sinds 2024 is de gezamenlijke MSc 'Redesigning the Post-Industrial City' officieel geaccrediteerd door het ministerie van OCW. Dit tweejarige, interdisciplinaire masterprogramma, uitgevoerd in samenwerking met zeven UNIC-partners, richt zich op stedelijke transformatie in een veranderende economie en klimaatcontext.
UNIC bevordert samenwerking via zogeheten Thematic Lines. Onderzoekers en docenten ontwikkelen innovatieve oplossingen rond maatschappelijke uitdagingen zoals superdiversiteit, duurzaamheid, kunst en ondernemerschap. In 2024 zijn verschillende projecten uitgevoerd. Voorbeelden:
- Superdiversiteit: samenwerking met de Gemeente Rotterdam aan mapping diversiteit. De EUR participeert met haar IDEA Center.
- Duurzaamheid: integratie van stedelijke uitdagingen in de UNIC Summer School. De EUR is vertegenwoordigd door IHS.
- Kunst & Creativiteit: Trainingen voor stedelijke probleemoplossing en artistiek onderzoek (ESHCC).
- Ondernemerschap & Innovatie: PhD-netwerk en samenwerking met de Gemeente Rotterdam (ECE).
Ook lanceerden we een online course-catalogus, waardoor Europese studenten cursussen aan de EUR kunnen volgen. Innovatieve onderwijsinitiatieven, zoals de ESSB Summer School over onderwijsvernieuwing, versterken de samenwerking binnen de alliantie.
De EUR intensiveerde de samenwerking tussen medewerkers en docenten van UNIC-partners. CLI en Ruhr Universität Bochum ontwikkelden een microlab voor virtuele uitwisseling en de EUR gaf trainingen over diversiteit en inclusie. Bovendien werd binnen het UNIC Capacity Building Center een netwerk opgezet voor Research/Funding services, International Offices, IT-services en Learning & Innovation.
Deze strategische samenwerking versterkt de positie van de EUR en draagt bij aan de ontwikkeling van een toekomstbestendige Europese Universiteit.
EIT Health
EIT Health stimuleert samenwerking tussen onderzoek en industrie op het gebied van gezondheidsinnovatie. Rotterdam was, met medewerking van DRIFT en ESHPM, in april 2024 gastheer van de jaarlijkse EIT Health Summit. Daarnaast namen ESHPM-onderzoekers deel aan het flagship project InEurHeart.
In een nieuwe ronde werden twee nieuwe projecten gehonoreerd: PregnaDigit EU en MORESCREEN. Dankzij EIT Health en deze projecten kon ESHPM veel nieuwe internationale samenwerkingen aangaan.
EIT Culture & Creativity
EIT Culture & Creativity, het consortium voor culturele en creatieve sectoren waarin ESHCC en RSM participeren, werd in 2024 ondanks hoge verwachtingen geplaagd door operationele vertragingen, kwesties rondom leiderschap en bestuur, en bestaansonzekerheid. Het netwerk van partners zelf en de mogelijkheden om samen te werken buiten de formele structuur van het consortium blijven de belangrijkste bron van (potentiële) waarde.
Verantwoorde partnerships en samenwerking
In 2024 startten twee adviescommissies die zich richten op gevoelige samenwerkingen en op samenwerken met de fossiele industrie. We vinden het belangrijk om niet alleen de risico’s van samenwerking te onderzoeken, maar ook die van niet samenwerken. De commissies ontwikkelden kaders om wel en niet samenwerken te beoordelen en startten met case-based assessments en de ontwikkeling van gerichte en gewogen adviezen. Ten aanzien van gevoelige samenwerkingen, kreeg de oorlog tussen Israël en Palestina prioriteit. Tegelijkertijd werkte de afdeling Bestuurlijke Zaken (BZ) de kaders voor kennisveiligheid en integrale veiligheid verder uit, met als doel gericht te besluiten over adviesaanvragen voor verantwoorde samenwerking.
Bevorderen van internationale mobiliteit
We stimuleren de inkomende en uitgaande mobiliteit voor studenten, docenten, onderzoekers en ondersteunende medewerkers. In 2024 maakten ongeveer 600 studenten, 50 docenten, 65 ondersteunende medewerkers gebruik van een uitwisselingsprogramma met financiële ondersteuning vanuit het Erasmus+ programma. Daarnaast ontving de EUR ruim €2,5 miljoen subsidie voor drie jaar. Ook is ingezet op diverse hybride vormen van mobiliteit, zoals virtuele uitwisselingen en digitaal samenwerken.
Internationalisering en onderwijs
Naast samenwerking binnen UNIC en gezamenlijke internationale opleidingen (zoals joint programmes), werken de faculteiten aan het verder integreren van de internationale context in studieprogramma en uitwerken van de international classroom. Een belangrijke ontwikkeling is ondersteund en gestimuleerd door Europees beleid (EU Pact for Skills) en betreft leven-lang-ontwikkelen en microcredentials, waarvoor in 2024 ook een subsidie van € 2 miljoen is toegekend vanuit het Nationaal Groeifonds. Daarnaast ontvingen drie studieprogramma’s een Erasmus+ Mundus Grant: GLOCAL, EMLE, IMARC. Ze zijn elk goed voor ongeveer € 5 miljoen.
Ondersteuning en facilitering
Internationale samenwerking vraagt om goede afstemming tussen diverse ondersteunende diensten. In 2024 zagen we uitdagingen bij het afstemmen van systemen voor internationaal onlineonderwijs en het implementeren van een online course catalogus voor cross-nationale samenwerking. Ook het Europese Erasmus Without Papers project (EWP), relevant voor digitalisering van de administratie onderliggend aan studie-uitwisseling met buitenlandse partners, kampt met vertragingen in de implementatie. Positief is de ontwikkeling van VIDATUM. Dat softwaresysteem is ontwikkeld voor ERS en de faculteiten en wordt ingezet voor het onderzoeksportfolio en Grant/projectmanagement.

Access & Equity
In 2024 stelden we een position paper op als onderdeel van de voorbereidingen voor de nieuwe instellingsstrategie. Dit document positioneert bredere toegankelijkheid en kansengelijkheid binnen onze rol als civic university en onze EUR-brede missie om positieve maatschappelijke impact te realiseren (Strategy’24 en Erasmiaanse waarden). De paper vormt, samen met de geformuleerde A&E-onderwijsambities, een nadere uitwerking van de herijkte onderwijsvisie op deze thema’s. Ook draagt het bij aan het verder vormgeven van Access en Equity-beleid.
Daarnaast evalueerden we in 2023 en 2024 ons beleid rond het Bindend Studieadvies (BSA) (Nominaal -normaal) in het licht van studiesucces, uitval en rendement en mede naar aanleiding van de plannen van minister Dijkgraaf om de BSA-norm te versoepelen. Met behulp van een brede analyse, gebaseerd op uitstroomdata en diplomarendementscijfers, probeerden we in beeld te brengen wat de mogelijke gevolgen van een verlaging van de BSA-norm voor onze instelling zou betekenen. Als gevolg hiervan is besloten om ons flankerend beleid te inventariseren en optimaliseren in het licht van studie-en studentsucces.
Ook onze eigen toelatings- en selectieprocedures inventariseerden we. Dat deden we naar aanleiding van landelijke ontwikkelingen en de uitkomsten van een inspectierapport over toelating en selectie (T&S). Het leidde tot een adviesmemo met concrete aanbevelingen voor het verbeteren van onze T&S-procedures in de bachelor en master. De aanbevelingen krijgen in 2025 een plek in een gericht implementatieplan.
OCW-traject: Een Slimmer Collegejaar (SCJ)
Het academisch jaar in Nederland is een van de langste in Europa en is volgens De Jonge Akademie een oorzaak van de hogere werkdruk voor studenten en medewerkers. In 2022 startte het ministerie van OCW het traject 'Een Slimmer Collegejaar' (SCJ) om te onderzoeken of het aantal onderwijsweken verantwoord kan worden verminderd en/of onderwijsactiviteiten slimmer kunnen worden ingericht. Doel is meer 'rust en ruimte' voor studenten en docenten.
De EUR is samen met de Universiteit van Amsterdam penvoerder van deze landelijke pilot. Bij de EUR doen drie faculteiten (RSM, ESL en ESHCC) mee, ieder met een eigen pilot.
- RSM richt zich op toetsinnovatie en onderwijsluwe weken, met als doel het aantal onderwijsweken te verkorten, meer integratief te toetsen en geconcentreerd onderwijs aan te bieden.
- ESL vervangt het scriptietraject door een meesterproef in de master Recht & Technologie, waarbij studenten werken aan specifieke leerdoelen, met als doel de werkdruk te verlagen. Een tussentijdse evaluatie toont aan dat de werkdruk voor studenten goed hanteerbaar is, ondanks het kortere academische jaar.
- ESHCC vermindert pieken in de werkdruk door de BA-1 kalender van de opleidingen Geschiedenis en IB History aan te passen en beter af te stemmen op de rest van de faculteit. Een adviesrapport beschrijft drie scenario’s voor een nieuwe jaarkalender en een curriculumherziening die de Bachelor Geschiedenis beter laat aansluiten bij de rest van de EUR.
In 2024 werd een succesvolle landelijke kennisdelingsbijeenkomst gehouden. De EUR trok daarnaast een externe monitoringexpert aan om, via reflexieve monitoring, inzicht te krijgen in de bijdrage van de verschillende pilots aan meer rust en ruimte in het collegejaar. De expert begon in mei met het verzamelen van informatie per pilot om te onderzoeken wat werkt en wat niet. Daarnaast wordt reflexiviteit ingebouwd door middel van kennisdeling tussen de pilots en bijsturing van die pilots.
Slimmer Academisch Jaar
Om de studie- en werkdruk aan de EUR te verlichten en meer mogelijkheden voor interdisciplinaire en projectmatige samenwerking te creëren, is naast de deelname aan en penvoering van de landelijke pilot ‘Een Slimmer Collegejaar’ het interne EUR-traject Slimmer Academisch Jaar gestart (SAJ).
In 2024 rondde de taskforce SAJ het strategisch implementatieplan af. Het plan is het belangrijkste opgeleverde product van het beleidstraject SAY fase 2 waarin de opbrengsten van de inventarisatie uit fase 1 (verkenning veranderscenario’s en rapport Turner) zijn vertaald naar gerichte adviezen voor het komen tot een slimmer academisch jaar. Hiermee wordt beoogd meer rust en ruimte voor docent, student en ondersteunende staf te creëren en meer mogelijkheden te realiseren voor interdisciplinaire en projectmatige samenwerking (ook in lijn met onze impactmissie en doelstellingen). Tevens is het plan verrijkt met een handreiking die onderwijskundige handvatten biedt voor aanpassing van het jaarrooster en curriculum.
In het najaar van 2024 is er door de faculteiten hard gewerkt aan het vormgeven van blauwdrukken voor de jaarroosters vanaf collegejaar 2026-2027 op basis van de richtlijnen in het SAY-implementatieplan. Voor de zomer van 2025 zullen de definitieve blauwdrukken van de faculteiten worden verzameld om te worden geïmplementeerd vanaf september 2026.
Community for Learning & Innovation: motor voor goed onderwijs
De Community for Learning & Innovation (CLI) ondersteunt docenten bij hun professionele ontwikkeling en stimuleert onderwijsinnovaties aan de EUR. De CLI draagt bij aan een stimulerend klimaat waarin docenten zich permanent ontwikkelen.
CLI ontvangt Npuls-subsidie voor onderwijsinnovatie
In 2024 ontving CLI de Npuls-subsidie, bedoeld voor onderwijsverbetering en technologische integratie. Hiermee worden innovatieve leermethoden ontwikkeld en wordt regionale samenwerkingen versterkt met lokale overheden, kennisinstellingen en bedrijven. Dat gebeurt om gezamenlijk de kwaliteit van het onderwijs te verhogen en aan te laten sluiten bij de behoeften van de regio.
Professionele ontwikkeling van docenten
CLI biedt diverse trainingen, zoals de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO), de Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) en de Leergang Onderwijskundig Leiderschap (LOL). Daarnaast zijn er MicroLabs: korte, praktische modules. Het MicroLab aanbod wordt afgestemd op actuele ontwikkelingen, zoals het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) in het onderwijs.
Toenemende Vraag naar SKO plaatsen bij EUR
CLI stimuleert onderwijskundig leiderschap via de Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) en de Leergang Onderwijskundig Leiderschap (LOL). Hierdoor steeg de vraag in 2024 fors, wat leidde tot een wachtlijst. CLI onderzoekt uitbreiding van het aanbod om onderwijsinnovatie en -kwaliteit te waarborgen. Door de groeiende vraag naar SKO-programma’s ontstond ook hier een wachtlijst. De stijgende vraag naar de SKO benadrukt het belang van docentontwikkeling. Passende middelen en strategieën om de SKO te kunnen blijven aanbieden zijn cruciaal om onderwijsinnovatie en -kwaliteit binnen de EUR te waarborgen.
TeachEUR en blended onderwijs
TeachEUR biedt onderwijsactiviteiten die de interactie in lessen verbeteren en de onderwijskwaliteit verhogen. De website bevat 77 onderwijsmethoden. Ze worden regelmatig aangevuld met inzichten van experts en praktische tips. In 2024 werden theoretische verdiepingen geïntroduceerd, en in 2025 volgen uitbreidingen, waaronder AI-casussen en samenwerking met het Platform Educational Applications (PEA) dat een gevalideerd overzicht biedt van digitale onderwijstools.
Onderwijsinnovatie en co-creatie
CLI ondersteunde 58 innovatieprojecten bij faculteiten, waaronder de blended pre-master Pedagogische Wetenschappen. Samen met EDIS ontwikkelde CLI Erudite, een veilige ChatGPT-omgeving voor de EUR. Students-for-Students stimuleerde student gedreven initiatieven zoals LifeVersity, dat uitgroeide tot een sociale onderneming.
Docentontwikkeling Erasmus Arts 2030
In 2024 lanceerde CLI samen met Erasmus MC en Risbo Research een professionaliseringsprogramma op maat voor docenten ter voorbereiding op het nieuwe geneeskundecurriculum. Erasmus Arts 2030 bereidt docenten voor op de toekomst van medisch onderwijs aan de EUR.
Toekomstgericht blended en online onderwijs
ErasmusU_Online bevordert toegankelijk en inclusief onderwijs door blended, hybride en online programma’s te ontwikkelen als aanvulling op campusonderwijs. In het studiejaar 2023-2024 omvatte het aanbod diverse master- en pre-masterprogramma’s, waaronder Psychology of the Digital Media en Public Governance. Nieuwe initiatieven, zoals een online master Recht van de Gezondheidszorg, worden ontwikkeld. Onderwijs wordt in multidisciplinaire teams ontworpen, waardoor zowel de onderwijskwaliteit als docentprofessionalisering wordt versterkt.
Onderzoek en evaluatie
CLI-fellowships stellen docenten in staat hun onderwijsinnovaties te onderzoeken. In 2024 waren 25 CLI-fellows actief, met projecten rondom online- en blended onderwijs, motivatie en vaardigheidsonderwijs. Een langdurig onderzoek naar online onderwijsoptimalisatie startte bij ESSB. Fellows deelden op verschillende manieren hun kennis in de Community.
Inzet op innovatie voor het onderwijs van de toekomst: Erasmus X
Erasmus X vernieuwt het onderwijs met een toekomst- en studentgerichte aanpak. In 2024 lag de focus op strategische innovatie. Dat gebeurde met projecten als Redefining the Classroom, dat ervaringsleren bevordert en studenten met externe partners laat samenwerken. AI & Education ontwikkelde een AI-strategie voor de EUR, met aandacht voor ethiek, curriculumontwikkeling en docentprofessionalisering. Daarnaast werden pilotprojecten opgezet rond immersieve technologie (waarbij alle zintuigen worden aangesproken) en gepersonaliseerd leren, waarmee nieuwe onderwijsvormen werden verkend.CLI blijft zich inzetten voor innovatief, interactief en toekomstbestendig onderwijs aan de EUR.
Studentenwelzijn
Met het Bestuursakkoord en het Kaderdocument Studentenwelzijn 2023-2030 richt de EUR zich op het verbeteren van studentenwelzijn. De EUR startte al in 2020 een integraal programma om studentenwelzijn bespreekbaar te maken en met preventieprogramma’s te verbeteren.
De Living Room is sinds 2023 structureel gehuisvest op de campus en ontvangt dagelijks zo’n negentig studenten voor ontspanning, sociale contacten en informatie over ondersteunende diensten. De Personal Support Hub biedt laagdrempelige consultatie en workshops over stress, slaapproblemen, verslaving en mantelzorg.
Om mentale weerbaarheid te vergroten, werd een korte animatiefilm voor het onderwijs en campagnes ontwikkeld. In 2024 namen 4000 studenten deel aan de Wellbeing Weeks en steeg in die periodes het aantal paginabezoeken op het Online Wellbeing Platform met 400% tot 22.000.
Persoonlijke ontwikkeling versterkt de weerbaarheid van studenten. In 2024 werd de ROOM-app gelanceerd en startten twee programma’s. Daaraan namen 150 masterstudenten deel. Elke faculteit implementeerde de docententraining over studentenwelzijn en stelde een ‘welzijn-officer’ aan om welzijn en persoonlijke ontwikkeling in het onderwijs te verankeren.
Het Programma Studentenwelzijn is evidence-based. De EUR- en landelijke Monitor Studentenwelzijn zijn richtinggevend. Ze laten een lichte verbetering zien, maar de mentale gezondheid van studenten blijft nog altijd zorgwekkend. In 2024 is ook gewerkt aan het opzetten van een wetenschappelijke database over studentenwelzijn waarmee kennis zowel intern, landelijk en internationaal kan worden gedeeld.

Engagement en Inclusief onderwijs
IDEA Center streeft naar het faciliteren en creëren van een inclusieve onderwijsomgeving waarin iedereen zich thuis voelt en waarin iedereen zich volledig kan ontwikkelen. Het centrum beschikt over verschillende projecten, beleidsregels, hulpmiddelen en trainingen voor studenten en medewerkers om een inclusieve leeromgeving te creëren.
Outreach
2024 was het laatste jaar van het strategisch outreach programma Onze toekomst verbinden. Het programma werd uitgevoerd samen met het primair en voortgezet onderwijs en richt zich op het verminderen van (systemische) belemmeringen en uitsluitingsmechanismen. Tevens worden betrokkenen ondersteund op hun weg naar onderwijssucces. We organiseerden 36 activiteiten waarmee we meer dan 1400 kinderen en jongeren bereikten. Ook hebben we twintig studentambassadeurs opgeleid en ondersteunden we nieuwe grassroots projecten die allen bijdroegen aan gelijke kansen in het onderwijs.
Zachte landing voor nieuwe studenten
We streven naar een soepele overgang voor eerstejaarsstudenten, vooral die uit ondervertegenwoordigde groepen. In 2024 organiseerden we drie bijeenkomsten voor faculteiten om goede praktijken rondom dit thema uit te wisselen. Daarnaast hebben we een centraal en inclusief welkomstbericht en de ’EUR Student Support Services: Lightening Quiz’ ontwikkeld om nieuwe studenten te informeren over ondersteunende diensten en om een inclusieve omgeving te bevorderen.
Inclusief onderwijs
We ontwikkelden en deelden praktische richtlijnen en hulpmiddelen met docenten om een inclusieve leeromgeving te creëren. Voorbeelden zijn de richtlijn over het bespreken van politieke conflicten en de microlab over interculturele communicatie. Daarnaast werken we samen met faculteiten om inclusie en diversiteit te integreren in hun onderwijsprogramma’s en docenten te trainen op deze thema’s.
Betrokkenheid met en door studenten
We organiseerden informatiesessies om drempels en hiaten naar instellingsbrede informatie weg te nemen. Ook hielden we dialoogbijeenkomsten om open gesprekken mogelijk te maken over gevoelige onderwerpen. Tijdens de Eurekaweek zetten we focusgroepen op om beter in te kunnen spelen op de behoeften van specifieke studentengroepen, zoals migranten- en minderjarige studenten.
Sociale veiligheid voor studenten: Amnesty-manifest
In 2022 ondertekende EUR een manifest tegen seksueel geweld en stelde een actieplan op, met interventies zoals trainingen, workshops en bewustwordingsactiviteiten. Aanleiding was een onderzoek van Amnesty International in 2021. In 2024 evalueerde het IDEA Center het actieplan en concludeerde dat het essentieel is om te blijven luisteren naar studentenbehoeften, bijvoorbeeld door middel van town hall meetings en rondetafelgesprekken.
Onderwijsaanbod en onderwijskwaliteit
In 2024 troffen we voorbereidingen voor nieuwe opleidingen gericht op impact en engagement en werd het portfolio verder doorontwikkeld.
- De EUR heeft twee ‘e-masters’ ontwikkeld en een Toets Nieuwe Opleiding aangevraagd bij de NVAO: de post-initiële masters Marketing in the Age of Data and AI en Sustainability Management.
- De master Redesigning the Post-Industrial City (ESSB-IHS), ontwikkeld vanuit de Europese alliantie UNIC, diende opnieuw een aanvraag macrodoelmatigheid in bij de CDHO, nu met een positief advies tot gevolg.
- Eind 2024 heeft de decaan ESE het College van Bestuur verzocht in te stemmen met de beëindiging van de bachelor en master Fiscale Economie.
Opleidingsevaluaties
In 2024 diende de EUR voor 22 opleidingen panelrapporten in bij de NVAO ter behoud van accreditatie. Zeven opleidingen troffen voorbereidingen voor een interne tussentijdse evaluatie.
Dit jaar vonden in het kader van externe accreditatie (NVAO) de locatiebezoeken plaats binnen de visitatiegroep Rechtsgeleerdheid en Fiscaal Recht (elf opleidingen ESL), de internationale joint-degree European Master in Law and Economics (ESL), de master Customs and Supply Chain Compliance (RSM) en de bachelor Liberal Arts & Sciences (ESSB-Erasmus University College). Alle opleidingen werden positief beoordeeld.
Dit jaar vonden tussentijdse opleidingsevaluaties plaats bij de Research Master Business Data Science van het Tinbergen Institute, vier onderzoeksmasters van Erasmus MC en de niet-initiële masters Development Studies en de Master City Developer.
De NVAO verlengde landelijk de accreditatietermijn van diverse opleidingen. Vier opleidingen konden met de tussentijdse opleidingsevaluatie direct voldoen aan de voorwaarden voor de verlenging van de accreditatietermijn indien dit meer dan twee jaar betreft.
Interne kwaliteitszorg
In 2023 is de nieuwe onderwijsvisie van de EUR vastgesteld. Vanuit de herijkte visie wordt ingezet op de doorontwikkeling van de kwaliteitscultuur en het kwaliteitszorgsysteem van de EUR. In 2024 is, als gevolg van die nieuwe onderwijsvisie, de nieuwe kwaliteitszorgvisie vastgesteld. Activiteiten waren dat jaar onder meer een professionaliseringstraject voor kwaliteitszorgadviseurs, de herijking van het TOE-instrument en de doorontwikkeling van het Plan van Aanpak dat leidt tot een OpleidingsOntwikkelPlan.
Medezeggenschap
In 2024 zette de medezeggenschap stappen op het gebied van interfacultaire samenwerking, harmoniseren van werkwijzen en het verbeteren van de ondersteuning van leden.
Om de uitwisseling tussen verschillende raden en commissies te bevorderen, zijn reguliere overlegstructuren opgezet. Het leidde tot een platform waar ervaringen, uitdagingen en oplossingen structureel worden gedeeld. Door best practices en werkdocumenten tussen faculteiten uit te wisselen, wordt samenwerking vergemakkelijkt en kunnen medezeggenschapsorganen optimaal gebruikmaken van elkaars kennis en ervaring.
In 2024 is op basis van inbreng door medezeggenschapsleden een concreet trainingsplan ontwikkeld, gericht op het versterken van kennis en vaardigheden. Bovendien is de tegemoetkoming voor zowel staf- als studentleden in alle commissies en raden verhoogd.
Tussentijdse opleidingsevaluatie
Tussentijdse opleidingsevaluatie
| Tussentijdse opleidingsevaluaties | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Opleiding | isat-code | panelbezoek | NVAO inleverdatum | status | |
| 1 | M Research Master Business Data Science (joint degree) | 65024 | 26-01-2024 | 01-11-2025 | afgerond |
| 2 | M Development Studies (M.A.) | 75012 | 26-01-2024 | 01-11-2026 | afgerond |
| 3 | M Master City Developer | 75066 | 14-11-2024 | 01-11-2026 | afgerond |
| 4 | M Health Sciences (research) | 60120 | 03-12-2024 | 01-05-2028 | afgerond |
| 5 | M Health Sciences | 75042 | 03-12-2024 | 01-11-2027 | afgerond |
| 6 | M Molecular Medicine (research) | 60279 | 11-12-2024 | 01-05-2028 | afgerond |
| 7 | Clinical Research (research) | 60312 | 03-12-2024 | 01-05-2028 | afgerond |

UITGELICHT
Leven Lang Ontwikkelen
Uitbreiding en versterking van flexibel onderwijs voor professionals (LLO)
De EUR heeft ruime ervaring in (executive) onderwijs voor professionals. In 2024 zetten we een grote stap om dit aanbod verder te versterken en toegankelijker te maken. Dankzij een subsidie van € 2 miljoen uit de LLO-katalysator van het Nationaal Groeifonds bouwen we aan een transparanter en flexibeler LLO-aanbod. Daarmee profileert de EUR zich als academische partner voor professionals en organisaties binnen maatschappelijke transities.
We ontwikkelen een samenhangend en toegankelijk opleidingsaanbod, gericht op professionals in onder meer de energietransitie en duurzaamheid. Daarnaast versterken we regionale samenwerkingen met bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties. Zo verankeren we Leven Lang Ontwikkelen duurzaam binnen de EUR.