Spring naar inhoud

Hoofdstuk 5 Onderzoek – impact voor de wereld

Onderzoek

Inleiding

Het afgelopen jaar stond enerzijds in het teken van het goed afsluiten van de impact strategie 2024 en anderzijds overwegingen over het voortbouwen daarop. Dit betekende dat er soms pijnlijke keuzes gemaakt moesten worden. Strategisch initiatieven uit de periode 2020 – 2024 kregen een plek in de organisatie of kregen een andere vorm. Een gevolg was dat EUR afscheid moest nemen van medewerkers die zich met hart en ziel hebben ingezet voor een succesvolle implementatie van de strategie 2024. 

Zo werden de opbrengsten zichtbaar de opbrengsten van de strategische initiatieven. Een voorbeeld zijn de resultaten van Evaluating Societal Impact (ESI). Uiteraard had Engaged Research Support (ERS, voorheen Erasmus Research Support) weer een groot aandeel in de behaalde successen op onderzoeksgebied. Tegelijkertijd waren de initiatieven uit vorige strategische perioden ook dit jaar van grote waarde voor het realiseren van de EUR impact ambitie. Dat gold bijvoorbeeld voor de Erasmus Initiatives

Zonder goede samenwerking met andere instellingen in binnen- en buitenland kan EUR niet floreren. Daarom nemen de verschillende strategische aliënaties zoals LDE, Convergence en UNIC een prominente plaats in. 

Jong talent en goede randvoorwaarden zijn essentieel voor het slagen van de EUR-impact strategie. Meer daarover in paragrafen over promovendi, de monitoring van onderzoekskwaliteit, wetenschappelijke integriteit en de Young Erasmus Academy. 

Actualiteit

Onderzoeksvisie 

De EUR staat aan het begin van een nieuwe strategische periode. Die bouwt voor op de huidige strategie waarin het genereren van positieve maatschappelijke impact centraal staat. Omdat de EUR-impact mede voortkomt uit de kerntaak onderzoek hebben de vice-decanen onderzoek, in overleg met het CvB, besloten tot het opstellen van een onderzoeksvisie. Die visie maakt duidelijker hoe het onderzoek van de EUR transformeert van fundamenteel gedreven door nieuwsgierigheid naar interdisciplinair en transdisciplinair. Dat draagt bij aan de missie van de EUR. Voor de totstandkoming van de visie over onderzoek zijn meerdere bijeenkomsten georganiseerd. Zo was er een samenkomst met ongeveer honderd deelnemers. Ze vormden een dwarsdoorsnede van de onderzoekspopulatie. Aan de hand van verschillende vragen is op tien, divers samengestelde, tafels over de missie, visie en het profiel van de EUR gesproken. Deze informatie diende als basis voor het uitwerken van de missie, een visie met zeven doelen en de daaraan gekoppelde ‘strategische prioriteiten’. De onderzoeksvisie wordt in 2025 verder ontwikkeld tot concrete actiepunten en de onderzoeksinfrastructuur die nodig is voor het behalen van de gestelde doelen. 

Starters- en Stimuleringsbeurzen

 In 2023 lag de focus nog bij het opstellen van plannen voor het verdelen en duurzaam en effectief besteden van de structurele middelen die minister Dijkgraaf beschikbaar stelde voor het stimuleren van ongebonden onderzoek en het verlagen van de werkdruk. 2024 stond in het teken van de door minister Bruins opgelegde bezuinigen. Omdat de starters- en stimuleringsmiddelen grotendeels verdwijnen, moest de EUR veel onderzoekers teleurstellen en kunnen veel van het voorgenomen onderzoeken geen doorgang vinden. In 2024 zijn conform de ingediende facultaire bestedingsplannen de resterende beurzen toegekend aan de onderzoekers die hiervoor in aanmerking komen. De aantallen toegekende beurzen per faculteit zijn opgenomen in het financieel jaarverslag.  

Sectorplannen 

De Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) koos bij de invulling van het dwarsdoorsnijdende sectorplan SSH-Breed volledig in te zetten op de interdisciplinaire bestudering, inbedding en ontwikkeling van het thema ‘De invloed van digitalisering op werk, welvaart en ondernemerschap’. In het kader van dit sectorplan zijn middelen ter beschikking gesteld voor het werven van 36 fte aan universitair docenten, verspreid over de faculteiten ESE, ESHCC, ESL, ESPhil, ESSB en RSM. Aan het einde van 2024 was deze ruimte zo goed als volledig ingevuld. 

Binnen SSH-Breed definieerden we vijf sub-thema’s.  Ze zijn te vinden op de websites van de sectorenplannen. Rond de plannen zijn interdisciplinaire teams gevormd. Elk van de teams wordt gecoördineerd door twee themaleiders en die zijn afkomstig van verschillende EUR faculteiten. Een team bestaat uit enerzijds een aantal van de geworven universitair docenten en anderzijds talrijke senior en junior collega’s die zich vrijwillig aansloten. Deze sterke aanwas bracht de SSH-Breed community op ruim honderd leden.  

Binnen elk sub-thema zijn in 2024 meerdere bijeenkomsten georganiseerd. Ze resulteerden in de organisatie van diverse nationale en internationale interdisciplinaire workshops en seminars, alsmede de opzet van onderzoeksprojecten (inclusief grant proposals) en de ontwikkeling van onderwijsmodules over de grenzen van de bij het SSH-Breed sectorplan betrokken faculteiten heen. Daarnaast kwam de gehele SSH-Breed community in 2024 twee keer bijeen op uitnodiging van het sectorplan managementteam. De eerste van deze bijeenkomsten werd bijgewoond en ingeleid door de rector magnificus, de tweede werd ingevuld door prof. dr. A. van Buuren (Strategic Dean Impact & Engagement) en dr. Stefan de Jong. Het thema was ‘Impact’.

Impact

Evaluating Societal Impact 

Van 2020 tot en met 2024 richtte het strategisch initiatief Evaluating Societal Impact (ESI) zich op het faciliteren van en adviseren over de ontwikkeling van een governance structuur die impactactiviteiten mogelijk maakt en op de ontwikkeling van instrumenten en methoden om met meer structuur aan impact en de evaluatie van impact te werken. 

Het ESI ontwikkelde wederom tools die de organisatie helpen om op een meer gestructureerde wijze aan impact te werken (zie hier voor een overzicht van de met open access gedeelde tools). Zo is er een toolkit met en voor faculteiten om te komen tot een facultaire impactambitie en -strategie. De toolkit bestaat uit verschillende onderdelen, zoals workshopformats, interviewprotocollen en een set belangrijke aandachtspunten. Na een eerste samenwerking met ESE, waarbij eerste versies van deze tools zijn ontwikkeld, zijn ze binnen samenwerkingen met ESHPM en ESHCC verder ontwikkeld. Deze faculteiten hebben met hun medewerkers stappen gezet om tot een facultaire impactambitie en -strategie te komen. Ze ontwikkelen en implementeren die nu. 

Het ESI-team voerde ook een aantal impactevaluaties uit voor en met belangrijke interne en externe stakeholders, zoals Erasmus Initiatives, Convergence en ACCEZ. In al deze samenwerkingen is een bestaande impactevaluatiemethode vertaald naar een toepasbare methode voor het evalueren van impact waarbij de focus steeds ligt op een kwalitatieve, lerende aanpak. 

Het team droeg actief bij aan de interne en externe zichtbaarheid van EUR. Mede dankzij vele medewerkers van EUR kon het ESI-team een eerste versie van het EUR  het EUR Impact Report lanceren, met vele mooie, inspirerende voorbeelden over hoe EUR impact mogelijk maakt en creëert. Het rapport werd gelanceerd tijdens de tweede dag van de Societal Impact days, die samen met Impact at the Core zijn georganiseerd om de organisatie breder te informeren over de vele impact gerelateerde initiatieven op het vlak van onderzoek, onderwijs, engagement en bedrijfsvoering (zie hier voor een impressie van de Societal Impact Days). Het ESI-team gaf veel Theory of Change workshops en deelde haar kennis en ervaringen op nationale en internationale congressen. Daarnaast leverde het team bijdragen aan diverse werkgroepen op nationaal, Europees en mondiaal niveau. De Journey of Progress cardgame vindt zijn weg binnen Nederland en ver daarbuiten en helpt een breed publiek op een eenvoudige wijze inzicht te krijgen in de impact die ze wil creëren. 

Op het gebied van governance zette de EUR de stap om een Strategic Dean Impact & Engagement aan te stellen. Prof. dr. Arwin van Buuren vervult die rol sinds 1 april. Eerder was hij al academic lead van twee strategische initiatieven gericht op het aanjagen van de transitie naar een impactgedreven universiteit: ESI en Impact at the Core. In de rol van Strategic Dean zal Van Buuren de EUR-brede impactstrategie verder aanjagen, zorgen voor verbinding en rapporteren over de voortgang. Het is een rol voor vooralsnog vier jaar, die samenhangt met de voormalige en de nieuwe strategie van EUR. De opdracht voor de Dean is geformuleerd door het College van Bestuur (CvB) en College van Decanen (CvD) samen. Van Buuren adviseert het CvB en de decanen over impact en engagement en de daaraan gerelateerde activiteiten in de domeinen onderzoek, onderwijs en bedrijfsvoering.

ERS Team ‘Innovation and Partnerships’

I.Impact Journey

In 2024 hield EUR met succes de derde editie van de Impact Journey. Dit programma van vijf sessies stelt onderzoekers in staat hun academische werk te vertalen naar maatschappelijke impact. Deelnemers definiëren een duidelijke missie, ontwerpen een pad naar impact en ontwikkelen effectieve communicatiestrategieën om diverse doelgroepen te betrekken.

II. Spin-offs

In 2024 werden twee spin-offs opgericht. FiHeTo is een kenniscentrum in het opkomende veld van verantwoord en duurzaam filmtoerisme. FiHeTo ondersteunt regionale ontwikkeling en benut daarbij cinematografisch erfgoed om bezoekers aan te trekken en lokale economieën te stimuleren. GoalStart BV is de andere spin-off en is opgericht om de ‘goal setting’ interventie van Rotterdam School of Management (RSM) verder te ontwikkelen tot gebruiksvriendelijke en schaalbare oplossingen om het studiesucces van studenten over de hele wereld te verbeteren en uitval sterk terug te dringen. De onderzoeksgroep van prof. dr. Michaéla Schippers is hiermee belast.

III. Impact paden

De universiteit bood strategische ondersteuning aan de impactontwikkeling van het initiatief 'Als je het ons vraagt’ van dr. Marjolijn Heerings (ESHPM). Dat is gericht op het verbeteren van de zorgkwaliteit in zorginstellingen en thuiszorgomgevingen. Dit initiatief is nu toegerust om een duurzaam adoptiemodel te implementeren op basis van een ‘train-de-trainer’-aanpak, inclusief een certificeringskader en licentiemodel.

IV. Arts, Culture, and Creativity Community (A3C)

In juni van 2024 werden de eerste bijeenkomsten gehouden in het kader van de nieuwe Arts, Culture, and Creativity Community (A3C) binnen de EUR. Deze community richt zich op meer interne en externe zichtbaarheid van alle onderzoekers die zich met de culturele en creatieve sector bezighouden. De gedachte hierachter is dat deze sectoren verandering kunnen stimuleren, met name voor de grote transitievraagstukken van dit moment. Bovendien draagt de consumptie van kunst en cultuur bij aan welzijn en welvaart. Voortrekker op dit gebied is ESHCC, maar bijna alle andere faculteiten houden zich bezig met deze onderwerpen, ieder vanuit hun eigen invalshoek.Het seminar ‘Just Fashion Transition’ trok zowel academici, studenten, bedrijven, beleidsmakers als professionals uit de mode- en textielindustrie. Mariangela Lavanga (ESHCC) werd als spreker geflankeerd door Brigitte Stepputtis (Vivienne Westwood), Hilde van Duijn (Circle Economy Foundation) en Jeremy Even, (startup PrimalSoles). De volgende dag spraken Mariangela en Brigitte nogmaals en verder ook modeontwerpsters Joline Jolink en Niki de Schrijver (Cosh.eu). Het publiek bestond uit modestudenten van alle betrokken opleidingen in Rotterdam. Ook werd samengewerkt met Fashion in Flux, dat in het Nieuwe Instituut in dezelfde week het thema omarmde. Naar aanleiding van deze evenementen verscheen een magazine waarmee meer aandacht aan deze vraagstukken werd gegeven. De lancering van de expert practice Digital Culture, Art & AI van Trilce Navarrete Hernandez (ESHCC) bij ECDA en de activiteiten met het immersive tech netwerk in Rotterdam (inmiddels: South Holland Immersive Network & Ecosystem, SHINE) vonden ook plaats en bevestigen de gestage uitbreiding van het ecosysteem van A3C.

Brede Welvaart

EUR heeft met betrekking tot brede welvaart een samenwerkingsverband met de stad Rotterdam en deed dat samen met de Technische Universiteit Delft, Erasmus MC en een groot scala aan maatschappelijke stakeholders. 

In 2024 is een monitor brede welvaart ontwikkeld voor de provincie Zuid-Holland en de universiteit is partner bij twee regiodeals waarbinnen het realiseren van brede welvaart in de regio’s centraal staat. Partners doen daarnaast voor presentaties en bijdragen aan events regelmatig een beroep op prominente wetenschappers met veel kennis over brede welvaart zoals Prof. dr. Martin de Jong en Prof. dr. Martijn Burger. Eind 2024 is een universiteitshoogleraar aangesteld: Prof. dr. Frank van Oort. Hij krijgt de ruimte om met partners de volgende stappen te zetten naar een brede welvaart groeiagenda.

Erasmus Initiatives

i.  Het Erasmus Initiatief Vital Cities & Citizens (VCC) verrichtte in 2024 verschillende activiteiten voor het stimuleren van interdisciplinair samenwerking met een positieve maatschappelijke impact. Er lopen nu 25 projecten, allen met een eigen projectpagina : https://www.eur.nl/en/research/research-programme/vcc-projects-page  Voor al deze projecten geldt dat er met veel faculteiten wordt samengewerkt (EsL, ESE, EMC, ESHPM, RSM, IHS, ESSB, ISS en ESHCC). Hieruit blijkt het interdisciplinaire karakter van VCC. VCC zet zich vooral in op ‘community engaged research’ en doet dat met het programma Wijkwijs . Het programma wordt in samenwerking met het Convergence programma Resilient Delta Initiatief, Hogeschool Rotterdam en diverse wijkcoöperaties in Rotterdam uitgevoerd. Het programma bestaat nu uit tienpraktijken uit de Rotterdamse stad. De ‘civic university’ staat centraal in het programma; dat houdt in dat onderzoek in nauwe samenspraak en samenwerking met burgers en bewonersgroepen wordt opgezet en uitgevoerd. Er is inmiddels veel interesse voor Wijkwijs, onder andere bij NWO, EU en anderen. We worden veelvuldig gevraagd om onze ervaringen te delen en breder in te zetten. We publiceren hierover in wetenschappelijke en professionele Engelstalige en Nederlandstalige bladen. Verschillende doelgroepen worden bediend met verschillende outreach activiteiten. De betrokkenheid van VCC bij het onderwijsprogramma is uitgebreid naar het honours programma Inclusieve Energietransitie. Ook is er verbinding met verschillende bestaande onderwijsprogramma’s, zoals masterspecialisaties. Het biedt de mogelijkheid om afstudeeronderzoek te koppelen aan VCC. 

ii.  Het Erasmus Initiative ‘Smarter Choices for Better Health’ (SCBH) zette het onderzoek in de vier zogeheten Action Lines voort en diepte daarbij de samenwerkingen rond die thema’s uit. Het betrof zowel samenwerkingen met externe partijen als met, vooral jonge, wetenschappers binnen de EUR die zich richten op vergelijkbare onderwerpen, maar formeel niet betrokken zijn bij SCBH. Ten behoeve van die samenwerking zijn twee calls gelanceerd om nieuwe projecten te stimuleren. In beide gevallen werd gevraagd om projecten die werden uitgevoerd door wetenschappers van tenminste twee faculteiten. De eerste call betrof de financiering voor nieuw onderzoek met een maximale bijdrage van € 50.000. In deze ronde konden vijf projecten worden gefinancierd op basis van voorstellen uit diverse faculteiten. De call kwam met name jonge onderzoekers ten goede en leverde een belangrijke stimulans aan de uitbreiding van het interne netwerk. 

De tweede call betrof een nieuwe ronde van zogeheten seed grants van maximaal € 15.000 voor aanvullende financiering van nieuwe projecten. Het geld was bedoeld om bijvoorbeeld de aanschaf van datasets of internationaal veldonderzoek mogelijk te maken. Het toegekende bedrag is bescheiden, maar maakt voor jonge onderzoekers het verschil tussen het wel of niet kunnen uitvoeren van het voorgenomen onderzoek. Met deze call werden negen nieuwe projecten gefinancierd. 

Tenslotte droeg SCBH in het kader van Convergence bij aan een gezamenlijke call met het Pandemic & Disaster Preparedness Center, waarin onderzoek van het Erasmus MC, TU Delft en de EUR met elkaar verbonden kon worden. Met deze call werd een stimulans gegeven aan een project voor het organiseren van zorgcapaciteit in het geval van een pandemie. 

iii.  Het Erasmus Initiative ‘Dynamics of Inclusive Prosperity’ (DoIP) breidde in 2024 het lopend onderzoek uit, met name in internationaal verband. Het maakte daarbij onder andere gebruik van de bestaande samenwerking in het kader van het UNIC project. Dat leidde samen met de universiteit van Luik onder meer tot een gezamenlijke aanstelling van een postdoc onderzoeker. Het stimuleerde ook diverse wederzijdse bezoeken van delegaties om op basis van gedeelde interesse in de uitdagingen van postindustriële steden gezamenlijke projecten te formuleren en zo uiteindelijk inclusieve welvaart te bevorderen. Daarbij is samengewerkt met instellingen in steden die niet aangesloten waren bij het UNIC-consortium, zoals Gotenburg. Het bevorderde nadrukkelijk de internationale zichtbaarheid van de EUR-expertise op dit gebied, tot in andere continenten.

Tegelijkertijd was DoIP dichter bij huis betrokken bij onderzoek naar effecten op inclusieve welvaart. Dankzij betrokkenheid bij de regiodeals werd de samenwerking met enerzijds de Drechtsteden en anderzijds de steden langs de Nieuwe Waterweg gestimuleerd. In het bijzonder met de gemeente Vlaardingen werd de samenwerking geïntensiveerd, onder andere door een onderzoek naar de economische effecten van de opening van de Blankenburgtunnel.

Bestaande internationale samenwerkingen met instellingen in China, onder andere rond manieren voor betere en gezondere afvalverwerking, en Saoedi-Arabië, rond de ontwikkeling van smart cities, werden voortgezet. Voor het project over afvalverwerking ontving DoIP een subsidie van NWO van bijna € 1 miljoen. Promovendi van DoIP verdedigden het afgelopen jaar met succes hun proefschriften en vervolgden hun loopbaan als wetenschapper of in diverse adviesfuncties in het openbaar bestuur. Ook op die manier slaagt DoIP erin een (internationaal) netwerk op te bouwen.

Strategische allianties

 i.  Convergence

Net als andere jaren, werd in 2024 met vele partners uit de regio samengewerkt om bij te dragen aan maatschappelijke impact. Zo onderzocht Resilient Delta in opdracht van de gemeente Dordrecht hoe het Maasterras ontwikkeld kan worden als groene, duurzame woonwijk die bij extreme overstromingen als schuilplaats kan dienen. AI, Data & Digitalisation (AIDD) startte een project met de Gemeente Rotterdam om de leefbaarheid en het beheer van de stedelijke ruimte te verbeteren. Het AI Port Center sloeg de handen ineen met Port of Moerdijk voor een innovatie-roadmap voor de haven. 

Daarnaast werd het netwerk versterkt. Zo sloot Resilient Delta een memorandum of understanding met het Verbond van Verzekeraars voor klimaatadaptief bouwen en wonen en lanceerde ze een vijfjarig onderzoeksprogramma met Universiteit van São Paulo (USP) over de uitdagingen van riviersteden in Brazilië en Nederland. De Koreaanse minister van Wetenschap & ICT Lee Jong-Ho bracht een werkbezoek aan H&T Flagship Consultation Room of the Future. 

Lancering programma’s, labs en andere faciliteiten

H&T lanceerde drie Sustainable Health Programma’s voor duurzame zorg. Ook opende H&T het MOBI-lab, dat technologie en kennis en inzichten vanuit de kliniek bundelt om artrose gerichter en sneller te behandelen, en het Capture Lab, dat een robotmicroscoop ontwikkelt die ‘meedenkt’ met het operatieteam. Resilient Delta zette met partners het HitteLab Rotterdam op voor oplossingen voor toenemende hitte in de stad. AIDD lanceerde het Feminist Generative AI Lab voor onderzoek naar een alternatieve, meer inclusieve benadering van generatieve AI. Het Immersive Technology Lab voor immersieve technologieën die de manier waarop we waarnemen, omgaan en communiceren met de wereld en met elkaar kunnen transformeren. En dan is er nog de MKB Data Studio, die middelgrote- en kleine bedrijven (MKB) helpt met digitalisatie en optimalisatie van hun data. Bij het Erasmus MC is een fMRI scanner onthuld voor Convergence onderzoek. 

Calls vanuit de programma’s

De calls van de programma’s leidden tot vier catalyzer projecten bij het AI Port Center, veertien Kickstart projecten om jonge onderzoekers op weg te helpen bij onderzoek met maatschappelijke impact, 38 Accelerator projecten om de vertaalslag van wetenschappelijk onderzoek naar applicaties voor de praktijk te versnellen en tien Sprint-projecten om nieuwe generaties een gezonde start te bezorgen. Ook was er financiering voor het ClimateHUB stakeholder netwerk Klimaatadaptatie en voor het bestrijden van mug-overdraagbare infectieziekten voor de regio Rotterdam-Rijnmond. 

Subsidies

Onderzoeksprojecten waarbij onze programma’s zijn betrokken haalden succesvol externe financiering binnen. Zo kwam er ruim negen ton voor onderzoek naar de impact van scholensluiting tijdens pandemieën. Het DE-CIST project kreeg € 1 miljoen voor onderzoek naar AI-technologie die bijdraagt aan duurzame woningen en een inclusieve energietransitie. Het PortCall Zero project en vervolgonderzoek op het Generation R project kregen ieder € 4 vier miljoen. De regiodeal financiering voor Smart Delta Drechtsteden ontving € 25,5 miljoen en er was € 17,7 miljoen om de kwaliteit van leven, wonen en werken in de Waterweg Regio te verbeteren. Sam Riedijk, verbonden aan Healthy Start, en Steven Flipse, verbonden aan Resilient Delta, kregen een tweejarige TU Delft Convergence Education Fellowship voor trans-disciplinaire Convergence onderwijsprojecten. 

Publicaties en tools

Het Pandemic & Disaster Preparedness Center (PDPC) droeg bij aan een boek over de beheersingsmaatregelen van COVID-19 in Europa. Ook publiceerde PDPC een kennisagenda over veerkracht in de zorg en een rapport over de cruciale rol van een sterke sociale infrastructuur bij crises. Healthy Start publiceerde een rapport over de inzet van jeugd- en jongerenparticipatie in Rotterdam.

ii.  Leiden-Delft-Erasmus Universities

Onder de noemer Leiden-Delft-Erasmus Universities, kortweg LDE Universities, werken de EUR, de Universiteit Leiden en de Technische Universiteit Delft samen op het gebied van onderwijs en onderzoek, alsook op het gebied van kennisvalorisatie. De LDE-universiteiten behoren bij veel disciplines tot de Nederlandse wetenschappelijke top, zijn grotendeels complementair en opereren met hun sterke verwevenheid van alfa, bèta, gamma en techniek in een sterk verstedelijkte regio. 

In 2019 is de LDE-strategie voor de periode tot en met 2024 bepaald. Daarin is ook een aantal profileringsthema’s benoemd. Ze vormen de basis voor verdere invulling van de gezamenlijke ambitie om als regionale kennispartners bij te dragen aan de maatschappelijke en economische agenda’s van regionale en lokale stakeholders. 

De vier profileringsthema’s zijn Digital Society, Healthy Society, Inclusive Society en Sustainable Society

De LDE-centres en programma’s zetten in 2024 hun werkzaamheden voort en verzorgden gemeenschappelijk onderwijs op alle niveaus. 

Belangrijke feiten en ontwikkelingen:
  • De presentatie van onderzoeksresultaten van de centra en programma’s in zogeheten white papers werd voortgezet. Een voorbeeld is de LDE-white paper ‘De migratiestad van toen, nu en straks. Gesprekken over beleid en politieke keuzes, van arbeidsmarkt tot wonen’ van het LDE Centre for the Governance of Migration and Diversity. Een van de vier conclusies van deze white paper is dat voor veel problemen die vaak aan migratie worden toegeschreven, de oplossingen niets van doen hebben met het weren van ‘vreemdelingen’. Dat geldt bijvoorbeeld voor vervreemding, criminaliteit, woningnood en discriminatie.
  • Het LDE Centre for Sustainability organiseerde Interdisciplinary Thesis Labs. De complexiteit van de huidige uitdagingen op het gebied van duurzaamheid vraagt om een brede en interdisciplinaire aanpak. De laboratoria stellen studenten in staat om de benodigde vaardigheden te ontwikkelen, kennis op te doen van diverse perspectieven en anderen te inspireren. Teams van studenten werken aan een duurzaamheidsuitdaging die is geformuleerd door een externe organisatie, zoals een bedrijf of overheidsinstelling.
  • Tijdens het Festival Gezond Verstand op 14 oktober werd het Healthy Society Programma officieel gelanceerd. Het is een initiatief van LDE Universiteiten, Medical Delta en de provincie Zuid-Holland en richt zich op het verbeteren van de gezondheid en het welzijn in Zuid-Holland.
  • In 2024 is het LDE Trainee Programma verder verbeterd en ontwikkeld, naar aanleiding van een externe evaluatie in 2022. Het traineeprogramma biedt jonge, recent afgestudeerde professionals (ondersteunend en beheerspersoneel) een interessante start van hun carrière door middel van een tweejarig trainings- en ontwikkelingsprogramma, peer-to-peer leren met medetrainees, functieroulatie na een jaar tussen de drie instellingen en een studiereis (met een onderzoeksthema vanuit LDE) naar het buitenland. Een groot deel van hen (gemiddeld 70 % blijft werkzaam bij een van de drie instellingen/in het hoger onderwijs.
iii.    Samenwerking gemeente Rotterdam – EUR

De samenwerking tussen de EUR en gemeente Rotterdam is in 2024 op meerdere manieren verder verdiept. Voorbeelden zijn het convenant Rotterdam Inclusivity Project tussen gemeente Rotterdam, Antidiscriminatiebureau RADAR en EUR en de intentieverklaring tussen de gemeente Rotterdam en de EUR om ondernemerschap en innovatie in de regio te stimuleren. In het convenant Rotterdam Inclusivity Project zijn afspraken gemaakt om de komende vier jaar structureel onderzoek te doen naar patronen van discriminatie, racisme en ongelijkheid in Rotterdam. De inzichten dragen bij aan het verbeteren van het gemeentelijk beleid. De intentieverklaring met betrekking tot ondernemerschap en innovatie heeft als doel de stad toekomstbestendig te maken en jonge ondernemers te stimuleren oplossingen voor problemen in de maatschappij tot stand te brengen. Hierin ligt een belangrijke rol voor het Erasmus Center for Entrepreneurship van de EUR. 

Prof. dr. mr. Marc Schuilenburg, hoogleraar Digital Surveillance (ESL), gaf op verzoek van de gemeenteraad van Rotterdam als gastspreker advies tijdens een technische sessie over de toekomstige technologische mogelijkheden rond veiligheid. Hij benadrukte nadrukkelijk het belang van een gebalanceerde aanpak die zowel technologische als ethische overwegingen omvat. 

Het vierjarige onderzoeksproject ‘Evaluatie nieuwe inburgeringsbeleid Rotterdam’ in opdracht van gemeente Rotterdam, kwam in 2024 verder op stoom. Prof. dr. Jaco Dagevos, hoogleraar integratie en migratie (ESSB), onderzoekt met zijn team hoe de nieuwe inburgeringswet effectief door de gemeente is uit te voeren. De gemeente wil weten wat wel en niet werkt in de gemeentelijke aanpak en factoren die daarbij van belang zijn. Voor dit onderzoeksproject wordt er samengewerkt met onderzoekers van de afdeling Onderzoek en Business Intelligence (OBI) van de gemeente Rotterdam. 

De Kenniswerkplaatsen van de Gemeente Rotterdam en EUR samen deelden ook dit jaar weer kennisdelen en deden samen aan kennisontwikkeling. Bijzonder te vermelden is het onderzoek in opdracht van de Kenniswerkplaats Leefbare Wijken naar de veiligheidsbeleving van meiden in de openbare ruimte en hoe die beleving samenhangt met de inrichting van de openbare ruimte. Daarbij zijn ontwerpprincipes gedefinieerd waardoor de openbare ruimte voor meiden minder onveilig aanvoelt. Het rapport ‘Ruimte voor meiden’ genereerde veel aandacht en leidde tot een aanzet voor veranderingen in het denken over de inrichting van openbare ruimte. Tevens zijn de onderzoekers in meerdere gemeenten uitgenodigd om over het Rotterdamse onderzoek te vertellen en de ontwerpprincipes toe te lichten. 

Zoals ieder jaar is er ook dit jaar weer tijdens de Opening Academisch Jaar door de wethouder de Rotterdam Scriptieprijs uitgereikt in het kader van de samenwerking. De prijs is gegaan naar Arthur De Jaeger voor zijn scriptie ‘Towards a Right to the Smart City? Citizen Participation in Rotterdam’s Urban Digital Twin’.

iv.   Cultuur&Campus

Van 2020, toen het convenant werd ondertekend, tot begin 2024 (het jaar van de haalbaarheidsanalyse) onderzochten Codarts, Erasmus Universiteit Rotterdam, Hogeschool Rotterdam en Willem de Kooning Academie HR en gemeente Rotterdam samen de mogelijkheid van een ‘unilocatie’ voor Cultuur&Campus aan de Doklaan (C&C Doklaan). Daarvoor is een concept-Masterplan opgesteld en doorgerekend. De stap naar een grote C&C Doklaan blijkt op dit moment te groot. We maken de beweging naar Zuid daarom niet in één keer, maar stapsgewijs en doen dat via organische groei. Als eerste stap zetten we nu vol in op C&C Putselaan.  

Voor C&C Putselaan lag de focus op de programmering. De eerste concepten voor de renovatie van het monumentale schoolgebouw zijn voor het zomerreces ontwikkeld in samenwerking met studenten van de Hogeschool Rotterdam. Ze zijn in het najaar doorontwikkeld door een andere groep studenten, die onder andere een mooie toepassing leverden voor de tuin die bij het pand hoort. Ook is na de zomer een werkgroep opgericht binnen het al bestaande Werkpakket Gebouw, die gezamenlijke beslissingen voor de lange termijn tussen partners over met name de inbouw en facility moet bespoedigen. Het pand wordt momenteel gerenoveerd en het casco wordt in maart 2025 opgeleverd.

v.   University of the Arts Rotterdam: Codarts, WdKA, HR en EUR

In 2024 werkten instellingen aan een fusiememorandum, gericht op een fusie van Codarts en de Willem de Kooning Academie tot een University of the Arts Rotterdam, ressorterend inde Stichting Hogeschool Rotterdam. Uit de verdere uitwerking blijkt echter dat de combinatie van beide instellingen onvoldoende basis biedt voor het duurzaam realiseren van een Rotterdamse kunstinstelling. De bestaande onderwijs- en onderzoeksamenwerkingen tussen Codarts, Willem de Kooning Academie en de Erasmus Universiteit worden voorgezet zonder de bedachte fusie.

vi.   Europees perspectief – UNIC

Het EU-project UNIC4ER is gestart om een gezamenlijke aanpak en structuur voor geëngageerd onderzoek te bevorderen als onderdeel van de Europese Universitaire Alliantie UNIC. De EUR is daarvan coördinator. 

In het laatste projectjaar 2024 zijn veel resultaten opgeleverd. Het leverde de eerste Europese Verklaring over geëngageerd onderzoek op (https://unic.eu/en/engaged-research-declaration), waarin wordt benadrukt dat geëngageerd onderzoek gericht is op het verbeteren, begrijpen of onderzoeken van kwesties van publiek belang en dat maatschappelijke partners actieve deelnemers zijn aan het onderzoeksproces. Het consortium creëerde ook de toolkit voor geëngageerd onderzoek met onder andere best practices (https://unic.eu/en/engaged-research-toolkit) en ontwikkelde een zelfstudiecursus over open wetenschap (https://unic.eu/tr/opensciencecampus). UNIC4ER hielp eveneens met de opzet van 45 onderzoekssamenwerkingen in heel Europa en daarbuiten (https://unic.eu/en/unic4er-seed-fund). 

Onder Uitgelicht staat een voorbeeldproject dat werd gesteund via ‘seed funding’ vanuit UNIC4ER. Met UNIC4ER creëerden we concrete tools, strategieën, trainingen, stappenplannen en raamwerken die niet alleen nuttig zijn voor EUR en UNIC-academici, maar ook voor onze maatschappelijke partners, Europese en nationale beleidsmakers en de bredere academische gemeenschap.

Open & Responsible Science

Open & Responsible Science (ORS) maakt wetenschap transparanter, open, betrouwbaarder en efficiënter en is een van dé manieren om tot positieve maatschappelijke impact te komen. Daarom heeft de EUR de intentie om ORS te integreren in haar dagelijkse praktijk. Om ervoor te zorgen dat ORS-praktijken onderdeel wordt van het academische proces, richt de EUR zich op ondersteuning en domein-specifieke oplossingen voor alle faculteiten.

Het ORS-programma biedt een leidraad om deze kernwaarden te integreren met de missie en onderzoeksdoelen van onze organisatie. Dit leidde tot diverse initiatieven.

De implementatie van het EUR Digital Competence Centre ging van start. Doel is de ondersteuning van digitalisering en Open Science te verbeteren door uitgebreide samenwerking binnen en buiten de EUR en betere toegang tot diensten en expertise voor onderzoekers. Na de kick-off zijn de eerste teams samengesteld, is er een start gemaakt met de stakeholderanalyse en is er een adviesgroep opgericht.

Ook zijn er twee bewustwordingscampagnes georganiseerd met discussies, lezingen en workshops. In het voorjaar was er de campagne, gericht op het relatief onderbelichte Open Educatie en in het najaar voor Citizen Centric and Engaged Research en de implicaties daarvan voor onderzoek. Dat gebeurde in samenwerking met de Erasmus Chairs.

De eerste inventarisatie van het Civic Engaged onderzoeksveld werd afgerond en dat was inclusief Citizen Science. Hierdoor werd de omvang en behoefte aan ondersteunende infrastructuur duidelijk.

De nauwe samenwerking met Erkennen & Waarderen kwam tot uitdrukking in de aanvraag en toekenning van een NWO-subsidie van € 2.500, bestemd voor het beter integreren van dit belangrijke programma met de ORS-praktijk. Ook werd het zichtbaar door de uitreiking van de jaarlijkse ORS-Awards ter waarde van hetzelfde bedrag. De prijs beloont bijzondere prestaties op het gebied van Open Research, Open Education en Societal Engagement binnen de volgende projecten; 'ALIVE project' (Advanced Lung Image processing for personalized mechanical VEntilation) van Erasmus MC,; 'Bottom-up Open Science Education (BOSE)' eveneens van Erasmus MC; en 'Empowering Young Fathers' van ESHPM.

Om kennis uit te wisselen over het snel veranderende Open Science en researchdata-management-landschap en de bijbehorende uitdagingen voor academische instituten, organiseerde de EUR een tweedaags evenement voor collega-onderzoek-ondersteuners van verschillende UNIC- en andere universiteiten verenigd in het netwerk EuDaNos.

De coördinatie van het bottom-up netwerk Open Science Community Rotterdam (OSCR) resulteerde in communicatie- en educatieve activiteiten voor de honderd community-leden van verschillende scholen en carrièreniveaus.

Kwaliteitszorg Onderzoek en SEP

Al het wetenschappelijke onderzoek dat gedaan wordt aan publieke instellingen, waaronder de universiteiten met een onderzoeksopdracht, worden eens in de zes jaar door een externe commissie geëvalueerd. De commissie beoordeelt dan de onderzoekseenheid (faculteit of departement) en doet dat volgens het Strategisch Evaluatie Protocol (SEP). Drie hoofdcriteria komen aan bod: wetenschappelijke kwaliteit, maatschappelijke relevantie en vitaliteit. Daarnaast wordt een aantal sub-criteria gehanteerd. Daarbij gaat het onder meer over de onderzoekscultuur, waaronder wetenschappelijke integriteit, diversiteit en inclusie, het (HR) talentbeleid, promovendibeleid en open and responsible science.

Externe evaluaties waren er niet in 2024. Er is slechts een mid-term sociologie uitgevoerd bij ESSB. Ook zijn er voorbereidingen getroffen voor de aankomende visitatie van het Erasmus MC, ESHCC en ESPhil, die gepland staan voor 2025.  

Wetenschappelijke integriteit

Het beleid met betrekking tot wetenschappelijke integriteit is erop gericht om zo veel mogelijk eventuele schendingen van de code daarover te voorkomen. Daarom is het belangrijk dat EUR-onderzoekers regelmatig geconfronteerd worden met het thema wetenschappelijke integriteit. Een van de instrumenten is de Dilemma Game App van de EUR waarmee onderzoekers, docenten en studenten reflecteren op een dilemma dat met dat onderwerp van doen heeft. In 2024 is een nieuwe versie van de app gelanceerd. De app is gebruiksvriendelijker en bevat nu ook dilemma’s die gaan over bijvoorbeeld sociale veiligheid. De gebruiker kan zelf bepalen welk type dilemma geselecteerd wordt.

Prof. dr. Ellen Hey (ESL), een van de twee centrale vertrouwenspersonen, verzocht vanwege naderend emeritaat om ontheven te worden van haar taken en om een vervanger aan te stellen. Inmiddels is Prof. dr. Susanne Janssen (ESHCC) door het College van Bestuur benoemd tot vertrouwenspersoon Wetenschappelijke Integriteit.

Begin 2024 is de enquête wetenschappelijke integriteit van 2018 herhaald. De enquête geeft een beeld van de bekendheid met het thema wetenschappelijke integriteit en hoe de cultuur rondom wetenschappelijke integriteit wordt beleefd. Hieruit volgden enkele aanbevelingen die in overleg met de faculteiten en CvB verder worden uitgewerkt.  

Promoties en PhD beleid

In 2024 had het hoogste aantal promoties van de afgelopen zes jaar plaats: 437 (het gemiddeld over de jaren 2019 – 2023 is 373). Iets meer dan 70% van het totaal aantal promoties is voor rekening van het Erasmus MC. Van het totaal aantal promovendi was 59% vrouw en dat is een kleine toename ten opzichte van 2023. Er waren in totaal twintig promoties waarbij de promovendus het predicaat Cum Laude werd toebedeeld (5% van het totaal). Mannen en vrouwen kregen EUR-breed procentueel gezien even vaak het predicaat toegekend. In voorgaande jaren werd het predicaat relatief vaker aan mannen toegekend. Daarom is extra aandacht gegeven aan de toekenning van het predicaat Cum Laude, zowel voor wat betreft het proces als de criteria. Het directe effect van deze beleidswijziging is niet aan te tonen, maar de toegenomen aandacht voor het thema kan een positief effect hebben gehad. 

In 2024 zijn er binnen het experiment promotiestudenten drie kandidaten gepromoveerd. Er was geen uitval van kandidaten. Het totaal aantal actieve promotiestudenten is vier.  

Promoties

Tabel 19
Faculteit totaal man totaal man niet CL man CL vrouw totaal vrouw niet CL vrouw CL CL totaal
Erasmus MC 306 119 187 115 4 180 7 11
ESE 8 5 3 5 0 3 0 0
ESHCC 7 2 5 2 0 5 0 0
ESHPM 24 9 15 9 0 13 2 2
ESL 18 6 12 6 0 11 1 1
ESPHIL 8 5 3 4 1 2 1 2
ESSB 30 12 18 10 2 17 1 3
ISS 15 6 9 6 0 9 0 0
RSM 21 13 8 12 1 8 0 1
TOTAAL 437 177 260 169 8 248 12 20

Het promovendibeleid richtte zich in 2024 op verschillende PhD-gerelateerde thema’s. Naast het Cum Laude-profiel ontwikkelde de EUR beleid voor het gebruik van kunstmatige intelligentie in het PhD-traject. Het resulteerde in een informatiedocument en een e-learning module, geproduceerd door de universiteitsbibliotheek. Het recht om de toga te dragen werd uitgebreid van alleen hoogleraren naar iedereen met het ius promovendi.

Het promotiereglement is in lijn met de cyclus hernieuwd in 2024 en goedgekeurd. Het nieuw promotiereglement gaat in 2025 in. 

De Rectoren van de Nederlandse Universiteiten besloten om niet langer beurspromovendi te verwelkomen met beurzen onder de IND-norm. De financiële situatie en het welzijn van de kandidaat stonden centraal bij dit besluit. De EUR nam dit besluit over en ontwikkelde hier beleid voor. Daarnaast is verkend of de PhD-enquête landelijk opgezet kan worden.

Young Erasmus Academy

De Young Erasmus Academy (YEA, 21 leden) is een diverse groep getalenteerde wetenschappers, afkomstig uit vele verschillende disciplines.

Aandachtspunten van YEA waren onder andere:

  • Erkennen en waarderen – De YEA hiervoor ingestelde subgroep denkt actief mee over beleid en implicatie van het programma Erkennen en Waarderen. De leden zijn op de verschillende faculteiten betrokken bij de lokale implementatie.
  • Het ius promovendi – YEA verzocht het College van verzocht na te denken over toekenning van het ius promovendi aan universitair hoofddocenten. Dit verzoek is in lijn met de ontwikkelingen op andere universiteiten in Nederland.
  • De bezuinigingen op het hoger onderwijs – Op initiatief van YEA verzochten alle Nederlandse Young Academies de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gezamenlijk de voorgenomen drastische bezuinigingen op het hoger onderwijs te heroverwegen. Het leidde tot berichtgeving door NRC en NOS.

De YEA werkte aan verdere professionalisering.  Zo is de aanwezigheid op LinkedIn uitgebreid en zijn de banden met alumni te versterkt. Zo kan YEA betrokkenen nog meer informeren over haar activiteiten.  

Onderzoekssubsidies- en prestaties

In 2024 zijn twee coördinatoraanvragen toegekend die zijn ondersteund met een CEP (Coordinator Enablement Package).

Excelling Human-Centric Collaborative Ecosystems for Smart Digital Transition (EXCENTRIC) in CCSI is een driejarig project ter waarde van € 3,5 miljoen, gefinancierd door Horizon Europe, waarvan € 680 miljoen euro is toegewezen aan EUR en elf partners. Coördinator is Eric Hitters (ESHCC), co-leiders zijn Izabela Derda (ESHCC), Ellen Loots (ESHCC) en Enrique Santamaria Echeverria (ESL).

Het project richt zich op de digitale transitie binnen de duurzame en verantwoorde groei in de Europese culturele en creatieve sectoren en industrieën (CCSI). Specifieker: op onderbenutting van data in de dagelijkse activiteiten van specifieke ervaringssectoren, zoals livemuziek, festivals, theater en musea. De unieke aanpak van het project bestaat uit de toepassing van het concept van Collaborative Data Practices in de CCSI. Dit concept is al bewezen effectief in de farma, energie en logistiek. Het project omvat zes pilots in zes landen en met drie pan-Europese overkoepelende organisaties. Zo wordt de impact en adoptie gewaarborgd.

TWIN4DEM staat voor Strengthening Democratic Resilience Through Digital Twins en is een driejarig project dat eveneens wordt gefinancierd in het kader van Horizon Europe. Het heeft een waarde heeft van € 2m9 miljoen, waarvan 581 duizend euro is toegewezen aan EUR en haar elf partners. Coördinator is Clara Egger (ESSB), co-leiders zijn Asya Zhelyazkova (ESSB) en Michal Onderco (ESSB), Elena Kantorowicz-Reznichenko (ESL) en Shreyas Meher Rajesh (ESSB).

Doel is om het gebruik van Computational Social Sciences (CSS) in democratieonderzoek op te schalen. Dat gebeurt door wetenschappers op het gebied van sociale en menswetenschappen (SSH), CSS, computerwetenschappers en belanghebbenden bij de bevordering van democratie samen te brengen en zo een van de meest cruciale vragen in de democratiewetenschap aan te pakken: wat is de oorzaak van het verval van democratieën? Door prototypes te maken van de allereerste digitale tweeling van vier Europese democratische systemen (Tsjechië, Frankrijk, Hongarije en Nederland) worden interdisciplinaire tools ontwikkeld om tekstuele en niet-tekstuele gegevens efficiënter en nauwkeuriger te verwerken. Ook worden ze geaggregeerd via de simulatie van beleidsscenario's in een participatieve en inclusieve omgeving.

In de verslagperiode ondersteunde Engagement and Research Services (ERS) via het CEP ondersteuning onderzoekers binnen de faculteiten ESSB, ESHPM, ESHCC, ESL. De resultaten van zes coördinatoraanvragen volgen in 2025.

UITGELICHT

Project 'Systems Modelling to Determine the Societal Benefit of Multi-Cancer Early Detection in the Community'

Dit project voerde prof. dr. Maarten IJzerman (ESHPM) uit samen met Dr. Özge Karanfil van de Koç University, een van de UNIC alliantiepartners. Er werd een gezamenlijk onderzoeksnetwerk gestart om capaciteit op te bouwen rond multi-cancer early detection (MCED) screening, een baanbrekende ontwikkeling in de behandeling van kanker waarbij een eenvoudige bloedtest tot wel vijftig verschillende kankers kan detecteren voordat de symptomen zichtbaar zijn. Hoewel de MCED-bloedtest een veelbelovend hulpmiddel is in de strijd om kankersterfte te verminderen, is de weg naar implementatie op bevolkingsniveau nog lang.